Belofte Lennert Cappan is ondanks provinciale titel niet tevreden over seizoen: “In 2022 zet ik alles op de koers”

Lennert Cappan beëindigde eind september zijn seizoen door ziekte. © GINO COGHE foto Coghe
Redactie KW

Lennert Cappan (21) zette eind september al een punt achter het seizoen. Over 2021 is de derdejaarsbelofte uit Ingelmunster ietwat teleurgesteld. Ook al werd hij begin augustus in Moorslede provinciaal beloftenkampioen.

Op 29 september werd Cappan in het criterium in Langemark als negende afgevlagd. “Dat betekende niet veel, want er waren weinig renners”, blikt de pion van Mysenlan-Baboco-Cyclinvest terug. “Door een stevige verkoudheid had ik net een week stilgelegen. Ik voelde dat het geen zin had om verder aan te dringen. Tegen dat ik weer een deftig niveau haalde, zou het seizoen voorbij zijn.”

Ontgoocheld

Nochtans werkt zijn ploeg nog de twee resterende proeven van de Road Series U23 – Rollegem zaterdag en het Zeeuws beloftenweekend van 29 en 30 oktober – af. “Ik denk dat de ploeg slechts met vier renners zal starten. Zelf ben ik wat ontgoocheld over het voorbije korte wielerjaar. Eigenlijk kwam ik geen enkele keer echt in aanmerking voor een zege. Behalve op het open West-Vlaams kampioenschap in Moorslede en de Internatie in Reningelst. Daar zat ik in een kopgroep van vijf of zes in de tang van de renners van Tarteletto-Isorex.”

Dus hoopt de gewezen Belgische nieuwelingenkampioen volgend jaar, in zijn laatste seizoen bij de beloften, een stuk beter te doen. Het voorbije jaar stak hij het bachelordiploma bouw op zak. In 2022 zet de Ingelmunsternaar alles op de koers.

“Het wordt een belangrijk jaar”, beseft Cappan. “Ik ga er 200 procent voor. Dan kan ik me achteraf niets verwijten. Mijn ouders staan achter mijn keuze. Ik blijf ook bij het team van Olivier Onderbeke, want ik kan er mijn ding doen en een mooi programma afhaspelen. Volgend jaar zal ik tot de oudste renners van de ploeg horen. Er komen heel wat eerstejaars bij. Hun namen doen wel een belletje rinkelen, maar persoonlijk ken ik hen nog niet.” (HF)