Jesse Vandenbulcke, de Geluwse mama van 22 die droomt van de (Belgische) top

© Foto Coghe
Tom Vandenbussche

Ooit werd Jesse Vandenbulcke een grote toekomst in de wielersport voorspeld. Tot het jonge moederschap de gewezen Belgische kampioene in het tijdrijden vroegtijdig leek te doen afzwaaien. Nu is Vandenbulcke echter terug van weggeweest. Frisser en gemotiveerder dan ooit. “Normaal ben je pas top op je 27ste. Ik heb dus nog vier jaar”, lacht de naar Gentbrugge uitgeweken Geluwse, die in januari haar 23ste verjaardag viert.

Jesse Vandenbulcke kan wel wat adelbrieven voorleggen. Zo kroonde ze zich vier jaar geleden in Hooglede tot Belgisch kampioene tijdrijden bij de juniores. In de loop der jaren reeg ze ook de Belgische titels op de piste aaneen. En nog belangrijker: tot op de dag van vandaag prijken meerdere nationale baanrecords op haar naam, zowel bij de nieuwelingen als de juniores. Sinds haar overstap naar de elite, in 2015, werd het – enkele flitsen van talent niet te na gesproken – echter angstaanjagend stil rond de ex-duatlete uit Geluwe en vanaf de zomer van 2016 bleef ze zelfs helemaal weg uit wedstrijden.

“De Spelen in Tokio? Ik denk dat Parijs 2024 beter haalbaar zal zijn voor onze achtervolgingsploeg, mits een vaste kern”

Vandenbulcke ging in Gentbrugge wonen en werd samen met haar vriend, wielrenner Giovanni De Merlier, de trotse ouder van Fabian. Een carrière als wielrenster leek heel even ver weg. Toch kwam er in 2018 een comeback. In eerste instantie op regionaal vlak, maar in september finishte ze wel al als 19de en vierde Belgische in de Lotto Belgium Tour, voor WK-gangers Valerie Demey en Kelly Van den Steen. Daar bleef het niet bij. De voorbije weken was Vandenbulcke ook weer op de piste terug te vinden. Hoog tijd dus om haar aan de tand te voelen.

Jesse, hoe gaat het met jou?

Vandenbulcke: “Goed. Officieel ben ik dan wel een Oost-Vlaamse, maar ik blijf toch altijd een beetje West-Vlaamse, hé. Ik kom er dan ook nog wekelijks.”

Wat doe jij intussen zoal in het dagelijks leven?

Vandenbulcke: “Tot eind december ben ik bij broodjeszaak Panos aan de slag en halfweg februari hervat ik mijn studie orthopedagogie. Ik werkte al één jaar af, maar heb even een pauze moeten inlassen. Door mijn zwangerschap mocht ik geen stage lopen. Ik heb nog twee jaar te gaan.”

Weet je al wat je daar later mee wil aanvangen?

Vandenbulcke: (knikt) “Sowieso wil ik opvoeder worden in een MFC, een multifunctioneel centrum voor kinderen met een beperking, liefst die met autisme. Ik heb altijd iets met kinderen gehad, ben in contact gekomen met kinderen met het syndroom van Down en heb ook een jongere broer met autisme.”

Jesse Vandenbulcke, de Geluwse mama van 22 die droomt van de (Belgische) top
© Foto Coghe

Intussen ben je ook weer gaan koersen. Die ereplaats in de Lotto Belgium Tour bewijst dat je alweer dicht bij de Belgische top aanleunt.

Vandenbulcke: “Ik heb de voorbije maanden progressie geboekt, maar het moet nog beter om echt bij de toppers thuis te horen. Jolien D’hoore en Lotte Kopecky steken erbovenuit, maar daarachter zitten we met een paar meisjes op ongeveer hetzelfde niveau. Ik hoor daarbij, maar er is nog marge om te verbeteren. Ik ben er ook nog altijd maar 22.”

Je bent sinds kort ook weer op de piste actief. Toeval?

Vandenbulcke: “Het was op vraag van Koen Beeckman dat ik aan twee derny-interlands heb deelgenomen. In Alkmaar behaalde ik een tweede plaats, in Gent waren Annelies Dom en Lotte Kopecky van de partij, lag het niveau een stuk hoger en was het moeilijker om te presteren. Maar het was sowieso een goede training als voorbereiding op het wegseizoen.”

Opent dat perspectieven naar de Spelen in Tokio, waar België met een achtervolgingsploeg bij zowel heren als dames hoopt te kunnen starten?

Vandenbulcke: “Het is alleszins mijn droom geweest, maar door die zwangerschap ben ik indertijd uit dat project gevallen. Annelies en Lotte hebben het me ook al gevraagd. Maar het zou, op amper anderhalf jaar van Tokio, wel heel kort door de bocht zijn om daarop te hopen. Dat zou te impulsief zijn. Ik denk trouwens dat de Belgische dames sowieso niet zoveel kans maken om zich voor Tokio te plaatsen. Ik denk dat Parijs 2024, mits een vaste kern, beter haalbaar zal zijn. En ja, het zit in mijn achterhoofd om daar deel van uit te maken.”

In 2014 werd de generatie van 1996-1997 met Nicky Degrendele, Saartje Vandenbroucke, Jesse Vandenbulcke en Fenna Vanhoutte een mooie toekomst voorspeld. Nicky werd wereldkampioene op de piste, op de doorbraak van de anderen is het nog wachten. (Foto a-RN)
In 2014 werd de generatie van 1996-1997 met Nicky Degrendele, Saartje Vandenbroucke, Jesse Vandenbulcke en Fenna Vanhoutte een mooie toekomst voorspeld. Nicky werd wereldkampioene op de piste, op de doorbraak van de anderen is het nog wachten. (Foto a-RN)© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Wat zijn jouw ambities voor volgend jaar?

Vandenbulcke: “Ik zal opnieuw voor de ploeg van Marc Bracke uitkomen, Doltcini-Van Eyck. Bedoeling is om vooral in het voorjaar goed te zijn. Dat zijn mijn koersen. Gent-Wevelgem is er daar één van.

En ook op het tijdrijden, bij de jeugd mijn sterke punt, zou ik weer meer willen werken. Omdat ik het ook wel kan.”

Studeren, topsport, mama zijn… Dat moet een meer dan heftige combinatie zijn…

Vandenbulcke: “Dat is het ook. Het is niet altijd even makkelijk, maar als je iets echt wilt, lukt het ook. Ik heb mijn goede en mijn moeilijke dagen. Maar ik krijg veel steun van mijn vriend, van mijn schoonouders en van de ouders van Siebe Deweirdt (Belgisch nieuwelingenkampioen, red.).”

Links: Jesse Vandenbulcke begon als duatlete bij Triatlon Team Ieper. Rechts: in 2014 werd ze in Hooglede-Gits Belgisch kampioene in het tijdrijden bij de juniores voor Lenny Druyts en Saartje Vandenbroucke. (Foto's LV/GC)
Links: Jesse Vandenbulcke begon als duatlete bij Triatlon Team Ieper. Rechts: in 2014 werd ze in Hooglede-Gits Belgisch kampioene in het tijdrijden bij de juniores voor Lenny Druyts en Saartje Vandenbroucke. (Foto’s LV/GC)

“De goesting is even weggeweest. Vooral op de piste heerste lang onduidelijkheid over selecties. En ik sukkelde met de rug. Maar nu ben ik helemaal terug. Ik wilde sowieso voor mijn 25ste een kindje hebben. Normaal ben je pas top op je 27ste. (grijnst) Ik heb dus nog vier jaar.”