Het dagboek van Mauri Vansevenant tijdens zijn eerste dagen als prof

Mauri Vansevenant blijft er nuchter bij. © Getty Images
Valerie Van Avermaet

Nuchter. Realistisch. Onverschrokken ook. En vaak met een kwinkslag. Mauri Vansevenant (21) maakte vorig weekend in de Tour de l’Ain zijn entree bij de profs voor het beste wielerteam ter wereld, Deceuninck – Quick-Step. “Voor deze ploeg rijden, is voor velen een droom. Ik leef toch een beetje in een roes.” Wij presenteren jullie het dagboek van Mauri’s debuut…

I

n de Tour de l’Ain, die startte op vrijdag 7 augustus en eindigde op zondag 9 augustus, streed het kruin van het wielerpeloton om de eindzege. Torhoutenaar Mauri Vansevenant ziet nog groen achter zijn oren, maar maakte tussen tal van ronkende namen wel zijn langverwachte profdebuut. Sla er de top vijf van het eindklassement maar eens op na: 1. Primoz Roglic, 2. Egan Bernal, 3. Nairo Quintana, 4. Steven Kruijswijk, 5. George Bennett. Maar onder de indruk? Nee, dat is Vansevenant niet.

De West-Vlaming vierde op 1 juni zijn 21ste verjaardag en op 15 juli werd hij officieel prof. Zijn ultieme droom? “In de volgende jaren verder groeien, zo lang mogelijk bij dit team blijven en proberen een vaste waarde te worden. En in mijn carrière één koers winnen. Welke maakt niet uit.” Op grootspraak zal je Vansevenant niet betrappen. In januari nam hij voor het eerst deel aan de ploegstage in Calpe. Afgelopen weekend was het dan echt zover: zijn eerste profkoers. “Heel lang naar uitgekeken, zeker door corona”, vertelt hij. Al was de aanloop ernaartoe wel een in mineur.

Klaar voor het grote debuut.
Klaar voor het grote debuut.

WOENSDAG 5 AUGUSTUS

Doodssmak Jakobsen

Dag op dag een jaar na het dramatische overlijden van Bjorg Lambrecht in de Ronde van Polen stevent in dezelfde rittenkoers het peloton af op een massaspurt. Dylan Groenewegen wijkt van zijn lijn af waardoor Fabio Jakobsen in de dranghekken belandt en een doodsmak maakt. Vansevenant, dan nog thuis in Torhout, zit met open mond naar televisie te kijken. “Wat een val, dit is niet goed”, schiet door zijn hoofd. Hij zet meteen de tv af, want de val een tweede keer zien, wil hij niet.

De neoprof van Deceuninck – Quick-Step kent ploegmaat Jakobsen redelijk goed en omschrijft hem als een sfeermaker. De uren die volgen, tikken traag voorbij. Er raakt maar weinig bekend over de toestand van de sprinter. Vansevenant volgt het op de voet, maar kruipt toch op tijd in bed en probeert het van zich af te schudden door ook aan de mooie kanten van de wielersport te denken.

DONDERDAG 6 AUGUSTUS

Bidden dat het goed komt

Deceuninck – Quick-Step reist met de TGV vanuit Rijsel af richting Tour de l’Ain. De val van Jakobsen is gespreksonderwerp nummer een. “We proberen hem bij te staan, maar we kunnen er niet veel aan veranderen. Het is afwachten voorlopig. Ik hoop dat het goed komt.” Gelukkig voelt Vansevenant zich ondanks alles wel welkom binnen de ploeg. Of hij stress heeft voor zijn eerste rittenkoers? “Nee, dat valt best mee.”

VRIJDAG 7 AUGUSTUS

West-Vlamingen onder elkaar

Voor Vansevenant is slapen nooit een probleem. “Mijn kamergenoot Bert Van Lerberghe heeft wat minder goed geslapen”, lacht hij. “Hij zegt dat ik redelijk luid gesnurkt heb vannacht. Dromen van een ritzege heb ik alleszins niet gedaan. Ik besef dat winnen zeer moeilijk is. Mijn voetjes blijven op de grond. Ik ga rustig kijken hoe alles zal verlopen en proberen de ploeg bij te staan waar nodig.”

Koersen in die bekende trui, dat is uniek.
Koersen in die bekende trui, dat is uniek.

Aan het ontbijt gaat het er even ontspannen aan toe als in het hoofd van Vansevenant. Engels, Frans, Nederlands, West-Vlaams, alle talen door elkaar. “Gezellig”, vindt hij. De neoprof krijgt een vrije rol toebedeeld. “Doe je ding Mauri. Niks moet, alles mag”, klinkt het. De ploegbus rijdt richting start. “Ik voel mij als een kind in een speeltuin”, lacht Vansevenant. Hij geniet ervan om in de blauwe trui van Deceuninck – Quick-Step te rijden. “Iedereen kijkt daar toch wel naar.” Dan weerklinkt het startschot. Van een onwennig gevoel is geen sprake. “Ik ken veel renners van vorig jaar.” Op kousenvoeten gaat hij zelfs even naast Richie Porte fietsen om een praatje te slaan. “Ik denk niet dat Richie weet wie ik ben, maar we hebben wat gepraat over de val van Fabio Jakobsen en over de impact ervan.”

Ontspannen sfeer aan het ontbijt.
Ontspannen sfeer aan het ontbijt.

Vansevenant probeert enkele keren tevergeefs mee te springen met de vroege vluchters. Deceuninck – Quick-Step haalt via de snelle benen van Bagioli wel de ritzege binnen. “Fantastisch om zo mijn allereerste rit af te sluiten”, lacht de neoprof. “Morgen starten met de leiderstrui in de ploeg, wauw!”

Na een welverdiende massage en een maaltijd trekt de jonge Belg richting zijn kamer. Wat mails checken en de kranten lezen, nog even bellen naar huis en wat napraten met Van Lerberghe. “Bert en ik delen dezelfde interesses buiten de koers, we kunnen goed praten. West-Vlamingen onder elkaar hé. Voor Netflix ben ik nog niet modern genoeg”, lacht hij. Tussen 21.30 en 22 uur knipt hij het licht uit.

Genieten van een welverdiende massage.
Genieten van een welverdiende massage.

ZATERDAG 8 AUGUSTUS

Hoezo, mooi landschap?

Vansevenant staat op met stijvere benen dan hij gewend is. “Ik voel meer verzuring dan anders, maar die lange periode van inactiviteit door het coronavirus zal er wel voor iets tussen zitten zeker?” Het 21-jarige talent reed dit jaar nog maar een koers in februari. “Gewoon kalm blijven. Het is niet de eerste keer dat ik geen superbenen heb voor de start van een koers en na een uur er toch doorkom”, denkt hij. Hij rijdt zijn beste uitslag van de driedaagse rittenkoers, 43ste. “Maar die notering is niet belangrijk voor mij. Ik wil gewoon mezelf beter leren kennen, kijken hoelang ik kan volgen en soms proberen mee koers te maken. Het gevoel is belangrijker.” Genieten van het landschap is er tijdens de koers niet bij. Ook op de bus niet, want daar heeft Vansevenant alle moeite van de wereld om zich wakker te houden.

ZONDAG 9 AUGUSTUS

Bijna zo goed als Froome

De koninginnenrit, een kopie van de vijftiende etappe in de komende Tour de France. Patrick Lefevere is afgezakt naar de Tour de l’Ain. “Het is speciaal als hij de bus opkomt. Iedereen kijkt naar hem op. Je voelt dat.” Vansevenant laat zich erdoor inspireren. Na twee dagen tevergeefs proberen, lukt het hem in de laatste rit toch om samen met elf andere renners mee de vroege vlucht te vormen. “Als je niet probeert, lukt het nooit hé. Maar dromen van de ritzege was er niet bij hoor. We moesten vechten voor elke seconde.”

Met een mondmasker aan de start.
Met een mondmasker aan de start.

Resultaat van zijn debuut: 44ste in de algemene rangschikking, elfde in het berg- en negende in het jongerenklassement. In het algemeen klassement slechts drie plaatsen achter viervoudig Tourwinnaar Chris Froome, die evenwel nog zoekt naar zijn beste vorm na zijn doodsmak vorig jaar. Geen uitslagen à la ploegmaat Remco Evenepoel, maar toch. Allerminst evident om als neoprof in je allereerste koers meteen mee te zijn in de ontsnapping. “Ik heb in mijn ogen niets onverwachts gedaan. Ik heb me getoond, maar wonderen heb ik niet verricht. Ik had geen verwachtingen en wil er allemaal niet te veel over nadenken.”

Moe maar voldaan stapt hij de ploegbus op die richting startplaats van de Dauphiné (12/08-16/08) rijdt. Kamergenoot Bert Van Lerberghe wordt vervangen door opnieuw een West-Vlaming: Tim Declercq. “Tim heeft nog niet gezaagd over mijn gesnurk”, lacht Vansevenant.

De jonge West-Vlaming pronkt in de Dauphiné tussen ploegmaats om u tegen te zeggen. Alaphilippe, Asgreen, Cavagna, Declercq, Jungels, en Knox. Bovendien wordt in de Dauphiné, traditioneel de laatste echte test voor de Tour, naar jaarlijkse gewoonte snoeihard gereden. Maar bang? Nee, dat is Vansevenant niet. “Niks is onoverkomelijk.” Vansevenant is klaar voor zijn volgende debuut: zijn eerste World Tour-koers. Of het volgende rondetje, zoals hij zelf de Dauphiné omschrijft.

Tijd om even na te praten.
Tijd om even na te praten.