Guillaume Van Keirsbulck heeft nog geen ploeg voor volgend seizoen: “Koers nog altijd supergraag”

Guillaume Van Keirsbulck reed tijdens de BinckBank Tour in de aanval met Jelle Wallays. "Ik heb mijn werk voor de ploeg kunnen doen." © Getty Images
Tom Vandenbussche

Guillaume Van Keirsbulck (29) is aan zijn tiende seizoen bij de profs bezig, maar of daar nog een elfde campagne aan toegevoegd wordt, is voorlopig onduidelijk. CCC, de ploeg van de Varsenarenaar, stopt er immers mee, waardoor alle renners en al het personeel op straat staan. “Ik zou graag nog koersen tot mijn 35ste of 36ste”, aldus Van Keirsbulck.

Bijna tien jaar geleden maakte Guillaume Van Keirsbulck op 19-jarige leeftijd zijn profdebuut voor Quick-Step in de Ronde van Gabon. De verwachtingen waren hooggespannen, want de kleinzoon van ex-wereldkampioen Benoni Beheyt had bij de jeugd zowat alles gewonnen wat er te winnen viel, zoals Paris-Roubaix voor junioren. Van Keirsbulck maakte de verwachtingen in zijn eerste seizoenen ook waar, met onder meer zeges in de Omloop van het Houtland (als 20-jarige!), een rit in de 3Daagse van West-Vlaanderen in Ichtegem, het eindklassement in de Driedaagse De Panne-Koksijde en een etappe in de Eneco Tour, zijn eerste en voorlopig ook laatste succes op WorldTour-niveau na een indrukwekkende solo van 40 kilometer.

“Maandag ben ik met mijn vriendin een koffietje gaan drinken. Bij mij thuis in Varsenare”

In 2015 stokte de motor echter en na twee mindere campagnes ruilde Van Keirsbulck de ploeg van Patrick Lefevere in voor de troepen van Hilaire Van der Schueren, Wanty-Groupe Gobert. Bij die procontinentale ploeg vond hij zichzelf uit. Hij won Le Samyn en de Antwerp Port Epic en reed zich tijdens zijn twee deelnames aan de Tour de France telkens nadrukkelijk in de kijker. In 2019 volgde dan ook een terechte terugkeer naar de WorldTour bij CCC, de opvolger van het ter ziele gegane BMC. In het eerste jaar draaide de ploeg met Greg Van Avermaet als kopman echter voor geen meter en ook Van Keirsbulck ging mee kopje onder. Dit seizoen was het beter, maar door de coronacrisis kwam de intussen 29-jarige West-Vlaming niet zoveel aan koersen toe.

Verhuis naar Tielt

“Het is een vervelende periode, hé”, vertelt Van Keirsbulck ons vanop de massagetafel in het Van der Valk Hotel in Oostkamp, waar hij tot woensdag met zijn ploeg verbleef. “Ik zit al sinds de Brabantse Pijl in de bubbel van het team, maar vandaag (maandag, red.) heb ik mijn vriendin nog eens gezien. We zijn een koffietje gaan drinken. (grijnst) Bij mij thuis in Varsenare, want er is niets meer open. Een ambetante situatie, maar het is zoals het is. Normaal komt er nu een periode aan waarin we eens iets kunnen gaan drinken of eten, maar dat zal nu niet gaan. We zullen thuis moeten blijven.” In november verhuist Van Keirsbulck naar Tielt. “Ik was op zoek naar een loft en kwam bij een soort van oude opslagplaats van textiel terecht. Dat stond mij wel aan. Ik moet alleen nog schilderen en beneden zou ik graag een werkplaats voor mijn auto inrichten.”

Van Keirsbulck kijkt met gemengde gevoelens terug op het voorbije seizoen. “Er waren veel wedstrijden die geannuleerd werden en dus reed ik vooral koersen waar ik normaal nooit zou zijn gestart. Maar het liep wel vlot, op uitzondering van een val in de Bretagne Classic. Jammer genoeg waren er ook veel periodes waarin ik niets moest koersen, terwijl ik iemand ben die veel competitieritme nodig heeft. In de klassiekers heb ik mijn werk voor Matteo Trentin kunnen doen. In de Ronde van Vlaanderen voelde ik me goed, maar heb ik te veel van de sportdrank van de ploeg gedronken. Op de Valkenberg had ik echt last. Ik kwam terug, maar moest tijdens de tweede beklimming van de Oude Kwaremont lossen. Daarna heb ik nog veel renners opgeraapt, maar daar schiet ik natuurlijk niet veel mee op.”

Koersen tot 36ste

Zoals zoveel renners heeft Van Keirsbulck nog geen contract voor komend seizoen. “Mijn manager is aan het zoeken, maar er kwam nog niets uit de bus. Ik zou graag nog tot mijn 35ste of 36ste blijven koersen. Ik doe het nog altijd supergraag. Ik denk wel dat ik een ploeg zal vinden en er zijn ook wel enkele teams geïnteresseerd, maar veel ploegen wachten nog af. Het is de eerste keer dat ik dit meemaak. Logisch natuurlijk. Er zijn twee WorldTour-teams die ermee stoppen. Er zijn heel veel renners en heel veel personeel die plots op straat staan. Ik kan alleen hopen dat het allemaal nog in orde komt.”