Gent-Wevelgem,de koers die al op maandag begint
Zondag is het 11 oktober 2020 en trekt het Vlaamse wielervoorjaar in coronatijden zich definitief op gang. Met in enkele uren tijd de waaiers van De Moeren, de landschappelijke schoonheid van het Heuvelland, de historiek van de Plugstreets en de onvoorspelbare N8 van Ieper naar Menen. Gent-Wevelgem is uniek in zijn soort. “Ons doel was om de beste klassieke renners en de beste sprinters het tegen elkaar te laten uitvechten en dat is ons gelukt”, stelt medeorganisator Hans De Clercq.
–
“Als ik met Nico Mattan samenzit, zeg ik altijd: Nico en ik hebben samen alle voorjaarskoersen gewonnen.” Johan Museeuw kan een lach niet onderdrukken als we bij hem naar Gent-Wevelgem polsen, de koers door zijn eigen provincie die hij nooit heeft kunnen winnen. Eén keer tweede, tweemaal derde en zeven keer in de top tien, dat wel. Maar winnen? Neen, dat lukte niet. Mattan, die Gent-Wevelgem in 2005 wel op zijn naam schreef, ziet er de humor van in. “Maar Johan moet nu ook niet overdrijven, want Luik-Bastenaken-Luik en de Waalse Pijl heeft hij ook niet gewonnen”, voegt hij er met een knipoog aan toe. “Het is frappant dat Johan in Wevelgem nooit heeft gewonnen, maar dat maakt zijn carrière er niet minder mooi op. Mij lukte het wel, alleen heb ik veel andere koersen gehad waarin ik beter was maar niet won. Johan had ook veel meer kans om Gent-Wevelgem te winnen dan om wereldkampioen te worden. Zo zie je maar. Alles moet meezitten.”
Mooiste in West-Vlaanderen
Museeuw moet terugdenken aan de editie van 1990. “Toen had ik moeten winnen, maar ik heb het zelf laten liggen. Het was het jaar van Herman Frison. Maar als jonge renner dacht ik: ik krijg hier nog kansen. Zo zie je maar. Kijk naar Milaan-Sanremo. Boonen en Sagan hebben die koers nooit op hun palmares kunnen schrijven. Wie had dat in het begin van hun carrière gedacht? Gent-Wevelgem is een moeilijke wedstrijd om te winnen. Zeker voor mij. Je kan een waaierkoers hebben. Je kan op de Kemmelberg het verschil maken. Of je kan de sprint afwachten. Ik kon het alle drie, maar net daardoor kwam ik op het einde vaak dat tikkeltje te kort. Het is altijd wikken en wegen in Gent-Wevelgem. Dat is niet zo evident.”
Medeorganisator Hans De Clercq weet ook wel dat zijn wedstrijd één van de mooiste klassiekers in België is. “En als we echt chauvinistisch mogen zijn, durf ik zeggen: de mooiste in West-Vlaanderen, met veel voorsprong. Een paar dorpen verder (in Kuurne, red.) zullen ze dat niet graag horen, maar Gent-Wevelgem heeft een uniek parcours en een grote diversiteit aan renners die kunnen winnen.” De Clercq, parcoursbouwer van dienst, voerde de voorbije jaren twee grote veranderingen door: sinds 2016 wordt de steile kant van de Kemmelberg (tot 23 procent) opnieuw beklommen en sinds 2017 krijgen de renners de onverharde Plugstreets voor de wielen geschoven. “Een bewuste keuze om Gent-Wevelgem een volwaardige stempel van klassieker te geven”, benadrukt de ploegleider van Sport Vlaanderen-Baloise. “In de media hoorde en las ik net iets te vaak het woord semiklassieker. Het doel was dan ook om de beste klassieke renners en de beste sprinters aan de start te krijgen en het hen onder elkaar te laten uitvechten voor de zege. Dat is ons gelukt en net dat maakt onze koers zo speciaal.”
Als we over Gent-Wevelgem spreken, denken veel wielerliefhebbers spontaan terug aan de editie van 2015, toen rukwinden tot 90 km per uur er een heroïsche koers van maakten, in die mate dat zelfs een kolos als Gert Steegmans tijdens de passage door De Moeren de gracht ingewaaid werd. “Zo kan je Gent-Wevelgem in één zin meteen samenvatten: alles hangt af van het weerbericht”, stelt Mattan. Freddy Maertens, winnaar in 1975 en 1976, knikt. “De eerste keer dat ik Gent-Wevelgem won, reden we zelfs de hele dag in de sneeuw.”
Mattan: “Voor mezelf was Gent-Wevelgem een koers die al op maandag begon, want vanaf dan volgde ik de weersvoorspellingen nauwkeurig op de voet. Als er veel wind staat, bij voorkeur uit het zuidwesten of noordoosten, wordt in De Moeren alles op de kant gezet. Het is de eerste grote afspraak in Gent-Wevelgem. En dan vooral de vijf à tien kilometer ervoor. Dan zit iedereen à bloc om positie te zoeken.” Maertens kan het alleen maar beamen. “Ook in de jaren zeventig waren De Moeren al beslissend, alleen moesten wij toen ook nog drie keer over de Kemmelberg en was de koers dertig kilometer langer. Een echte klassieker dus, zoals het nu ook is.” Hans De Clercq: “Ik zou er niet één specifiek punt kunnen uithalen. De Moeren, het Heuvelland, de Plugstreets, de N8 van Ieper naar Menen waarop het altijd nagelbijten is of de vluchters nog teruggepakt kunnen worden… Het heeft allemaal iets.”
Niet zoveel wind
De voorlopige weersvoorspelling voor zondag is bescheiden: niet al te veel wind. “Dan zal het in de heuvelzone moeten gebeuren”, stelt Mattan. “Puur theoretisch zou ik zeggen: het wordt een sprint met 50 tot 60 man. Dan zijn Alexander Kristoff, Sam Bennett en hopelijk Tim Merlier de grote favorieten. Maar voor mij is er maar één echte kanshebber: Mathieu van der Poel. Ja, zelfs met Wout van Aert erbij. Die kan toch niet goed blijven rijden? Van der Poel heeft maanden naar deze periode toegewerkt. Als hij de BinckBank niet had gereden, zou hij volgens mij Luik-Bastenaken-Luik gewonnen hebben. Ik denk dat Van der Poel op de Kemmelberg wegrijdt. Wie zal er hem dan nog terughalen? En volgens mij zet hij straks ook de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix naar zijn hand. Hij heeft bij Alpecin-Fenix een sterke ploeg rond zich, met naast Merlier ook Gianni Vermeersch, Jonas Rickaert en Belgisch kampioen Dries De Bondt. Hij zal die drie klassiekers gewoon winnen.”
Freddy Maertens wil het nog zien in Gent-Wevelgem. “Ik denk dat Van Aert en Van der Poel het onder elkaar zullen uitvechten. Op de Kemmel? Dat zou best kunnen. Of op een ander belangrijk punt in de wedstrijd. Sowieso wordt zo’n koers door een sterke renner gewonnen.” Hans De Clercq vindt het wel jammer dat wereldtoppers als Julian Alaphilippe en Tadej Pogacar zondag niet aan de start zullen staan. “Voor dat type renner is het een unieke kans in hun carrière om een koers als de onze eens mee te maken. Ik ben er trouwens van overtuigd dat ze beiden vooraan zouden meedoen.” Het slotwoord is voor Museeuw: “Als ik Merlier was, zou ik me toch maar sparen voor de sprint.” Staat genoteerd.
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier