Ex-prof Arthur Vanoverberghe werd tien jaar geleden Belgisch kampioen bij de juniores

Tom Vandenbussche

In 2008 realiseerde Arthur Vanoverberghe de bijna unieke dubbel: als junior eerst kampioen van België op de weg én daarna in het tijdrijden worden. Niemand deed het hem voor, SébastienGrignard is de enige die het hem in 2017 nadeed.

“Het gaat goed met mij. Ook als coureur besefte ik dat dit maar een derde van mijn beroepsleven zou zijn”

Arthur werd op 1 juni 2008 in Temse met acht seconden voorsprong kampioen van België op de weg. Jeffrey Herrebaut en Zico Waeytens flankeerden hem op het podium. Sean De Bie werd vierde en Guillaume Van Keirsbulck zevende. Twee en halve maand later werd Arthur ook de nationale titelvoerder in het tijdrijden in Moeskroen, waar hij de 22,7 km aan een uurgemiddelde van 46,644 km per uur afhaspelde en een fractie van een seconde sneller bleek dan Kevin De Jonghe. Niels Reynvoet vervolledigde het podium. Jeroen Lepla en Guillaume Van Keirsbulck werden negende respectievelijk tiende. “Ik leefde die dagen op een wolk”, bevestigt Arthur. “Dat ik me als profrenner toch niet zou waarmaken, was in die dagen geen optie.”

Stoppen een bevrijding

Meer en beter zou hem evenwel niet meer te beurt vallen, wel integendeel: na een hobbelig traject gooide de nog maar 25-jarige Arthur al in oktober 2015 de handdoek. “Het voelde aan als een verlossing. Het jarenlang obsessioneel najagen van een onbereikbare droom had mij gesloopt. Eens ik de knoop doorgehakt had, kreeg ik weer ademruimte na een jarenlang tekort aan mentale zuurstof. Ik ben trouwens lang niet de enige die als twintiger vervroegd stopte. Ik kon wel, zoals Jan Ghyselinck met Veranda’s Willems in 2016, in absolute schoonheid afsluiten: met Topsport Vlaanderen-Baloise in Richmond deelnemen aan het WK ploegentijdrit en er aan de zijde van Victor Campenaerts, Pieter Jacobs, Oliver Naesen, Stijn Steels en Jelle Wallays 16de en éérste continentale ploeg worden.”

Slechte dagindeling

“Ik beschikte nochtans over de vereiste grote motor, maar mijn recuperatievermogen liet te wensen over, er was geen doorgroei meer. Misschien had het ook een mentale oorzaak. Ik was uitgeput van mezelf te pushen voor mijn grote droom. Mijn dagindeling was ook niet oké. Toen ik prof werd, zette ik een stap in het onbekende. De bestaande structuur in mijn leven viel weg. Buiten het trainen had ik te veel vrije tijd, ik verveelde mij en ging nog meer trainen in plaats van te recupereren. Ik denk dat dit mijn neergang heeft ingeluid. Dat is eerder een verwijt aan mezelf dan aan mijn entourage. Zonder de steun van mijn ouders, vele vrienden en nog meer supporters zou ik als jonge renner nooit de coryfee geworden zijn die ik was.”

Arthur Vanoverberghe zette in de zomer van 2008 na zijn Belgische titel op de weg de Omloop Mandel-Leie-Schelde naar zijn hand. (Foto a-RN)
Arthur Vanoverberghe zette in de zomer van 2008 na zijn Belgische titel op de weg de Omloop Mandel-Leie-Schelde naar zijn hand. (Foto a-RN)© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

“Ik beschikte nochtans over de vereiste grote motor, maar mijn recuperatievermogen liet te wensen over, er was geen doorgroei meer”

“Last but not least waren er mijn toenmalige ploegleider Jean-Pierre Turpyn en mijn kiné Michiel Delva, allemaal gouden mensen die mij rimpelloos klaarstoomden voor de overstap naar de profs. Geen verwijt naar hen dus dat niemand mij wees op het enorme verschil tussen de beloften en profs. Als dat wel was gebeurd, zou ik mij totaal anders gefocust hebben.”

Het ware leven

“Van enige bitterheid bij mijn afscheid kon er evenwel geen sprake zijn”, beklemtoont Arthur. “Ik heb het vooral aan mezelf te wijten, maar had gelukkig nog andere pijlen op mijn boog: het verwerven van mijn hoger diploma accountancy-fiscaliteit aan het Hantal Kortrijk, zodat ik niet in het zwarte gat belandde. Maar eerst wilde ik van mijn eerste levensfase letterlijk afstand nemen met een negen maanden lange emigratie naar Australië, van waar en waarvan ik aangesterkt terugkeerde. Momenteel ben ik aan mijn laatste twee weken bezig bij Poco-Loco in Roeselare. Daarna wordt het TriFinance in Merelbeke, een community van finance professionals die hun carrière in eigen handen willen nemen.”

“Toen ik prof werd, zette ik een stap in het onbekende. De bestaande structuur in mijn leven viel weg. Buiten het trainen had ik te veel vrije tijd, ik verveelde mij en ging nog meer trainen in plaats van te recupereren”

Ex-prof Arthur Vanoverberghe werd tien jaar geleden Belgisch kampioen bij de juniores
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

“Het gaat inderdaad goed met mij”, glundert Arthur. “Ook in mijn beste dagen als coureur besefte ik dat dit, zelfs bij een welslagen als prof, slechts het eerste derde van mijn beroepsleven zou zijn. Ik was dus niet voor één gat te vangen en ook niet regiogebonden, laat staan honkvast.”

Lampaert en co

Arthurs jongere broers Richard (momenteel zelfstandig electricien) en Victor (voetbalt bij de beloften van SV Moorsele) koersten ook, maar zongen het nog minder lang uit als hun oudere broer. “Vanzelfsprekend volg ik het wielrennen nog”, sluit Arthur af. “Ik onderhoud uitstekende contacten met vooral Tim Declercq, Yves Lampaert, Stijn Steels… Zelf woon ik alleen, maar ook daar kon kortelings wel eens verandering in komen.” (Bernard Callens)