Emiel Planckaert houdt het wielrennen na zestien jaar voor bekeken

Emiel Planckaert zoekt een nieuwe uitdaging, wellicht bij het leger of de politie.©VDB / Bart Vandenbroucke VDB
Emiel Planckaert zoekt een nieuwe uitdaging, wellicht bij het leger of de politie.©VDB / Bart Vandenbroucke VDB
Redactie KW

Hoe zou het nog zijn met Emiel Planckaert, de Zwevegemnaar die in 2018 prof werd bij Sport Vlaanderen-Baloise? Eind december was hij nog op zoek naar een ploeg, aangezien zijn contract ten einde liep, maar er kwam dus niets uit de bus. Voor Emiel zit er dus niets anders op dan een andere uitdaging te zoeken, want het wielrennen houdt hij voor bekeken.

De voorbije jaren werd de inmiddels 24-jarige sportman zeker niet gespaard van pech. In 2018 stond hij maandenlang aan de kant met hartritmestoornissen en in 2019 werd hij aangereden op training met opnieuw heel wat blessureleed tot gevolg.

“Net na het Belgisch kampioenschap, dat is doorgaans de periode van het jaar waarin ik op mijn best ben”, aldus Emiel. Om dan nog maar te zwijgen over rotjaar 2020, waarin er nauwelijks kans was om je te bewijzen als renner. “Er stonden nog veel renners – betere dan ik – in de wachtrij voor een profcontract en de plaatsen waren nu ook niet dik gezaaid, dus dan voel je de bui wel hangen. Op dit ogenblik zit koersen er dus niet meer in voor mij. Misschien komt dat er ooit nog opnieuw van, maar dat zal dan louter voor het plezier zijn. Het is natuurlijk wel spijtig dat ik hierbij m’n carrière moet afsluiten. Ik koers al sinds mijn zeven jaar, dat is dus wel een tijdperk dat nu afgelopen is.”

Mee naar twee WK’s

Dit is dan ook het geschikte moment om even een samenvatting te maken van Emiels carrière. Hij begon op zijn zevende met wielrennen en trad daarmee in de voetsporen van zijn oudere broers Edward en Baptiste (zelf wel nog allebei profrenner bij resp. Alpecin-Fenix en Bingoal-Wallonie Bruxelles). “Bij de miniemen en aspiranten ging het eerder rustig aan, maar in de nieuwelingen- en juniorescategorieën gingen de uitslagen almaar in stijgende lijn. Per seizoen mocht ik gemiddeld zo’n vijf overwinningen noteren en als tweedejaarsjunior mocht ik mee naar het WK in Ponferrada”, waar de West-Vlaming op een mooie dertiende stek finishte.

“Mijn topjaar beleefde ik echter als derdejaarsbelofte, dat was bij de beloftenploeg van Lotto-Soudal. Ook daar mocht ik mee naar het WK in het Noorse Bergen (19de plaats), maar qua uitslag misschien nog mooier: de tweede etappe van de Ronde de l’Isard met aankomst op Plateau de Beille. Ik kon altijd wel aardig een bergje over, maar ik had nooit gedacht dat ik op zo’n echte col een zevende plaats in de wacht zou kunnen slepen. Voor mij was dat wel een aangename verrassing.”

Nieuwe uitdaging bij leger of politie

Daarna kreeg Planckaert, die inmiddels in Bavikhove woont, een profcontract aangeboden bij Sport Vlaanderen. Achteraf gezien zou dat niet brengen wat iedereen gehoopt had, want eigenlijk werd het een drietal jaar sukkelen van de ene tegenslag naar de andere. Op de vraag of hij zijn carrière uiteindelijk met een voldaan gevoel afsluit, antwoordt hij eerder aarzelend. “Tot en met de beloften ben ik echt wel tevreden, met als hoogtepunt de twee WK’s die ik heb mogen rijden. Bij de profs is er echter te veel misgelopen om content te zijn. Mocht ik opnieuw kunnen kiezen, dan zou ik wellicht niet meer op dat moment prof worden, al is dat natuurlijk gemakkelijk gezegd achteraf.” Nu is het voor Emiel zoeken naar een nieuwe uitdaging en dat zal hoogstwaarschijnlijk een job bij het leger of bij de politie worden. “Ik heb al de nodige testen gedaan, maar het is nog wel een maand wachten op de effectieve resultaten van de selectieprocedure.”

Na een carrière van zo’n 16 jaar verschijnt hij dus niet meer aan de start, maar dat betekent niet dat Planckaert het wielrennen volledig vaarwel zegt. “Ik ben altijd naar de koers gaan kijken en dat zal nu niet veranderen. Koers draag je mee in je hart. Ten slotte wil ik toch nog even iedereen bedanken die me al die jaren door dik en dun gesteund heeft. Al m’n supporters en familie en in het bijzonder natuurlijk mijn ouders. Niets was hen te veel, geen koers was te ver, dus dat verdient een dikke merci.” Vanuit de redactie wensen we Emiel alle succes toe bij zijn toekomstplannen. (RRK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier