Eerste dagen op Australische bodem

Sjoukje Dufoer
Sjoukje Dufoer Wielrenster

Tom Vandenbussche en Sjoukje Dufoer leerden elkaar kennen bij de Oostkampse wielertoeristen van De Putters en nemen volgende week deel aan de gereputeerde Crocodile Trophy in Australië. Daarbij zamelen ze geld in voor het onderzoek naar multiple sclerose (MS), de ziekte waar haar broer aan lijdt. Exclusief voor kw.be houdt Sjoukje een dagboek bij.

Na vier verschillende controles wordt Tom bij de laatste controle gevraagd om zijn appels en peren (letterlijk) op te eten of in de vuilnisbak te gooien. De vuilnisbak ziet eruit alsof er kernafval in te vinden is. Met veel uitroeptekens, doodskoppen… Het lijkt nogal idioot: omdat we de appels en peren opeten voor we over die gele streep stappen, zijn we minder gevaarlijk voor de ecologie van Australië. Ook onze fiets werd aan een properheidscontrole onderworpen. Je kan mij niet wijsmaken dat er geen bacteriën meer aanhangen omdat de fiets eens door de carwash is geweest. Maar kom, de wet is de wet en het zal misschien de varkenspest wel tegenhouden, een beetje, heel misschien. We hebben trouwens geen wild everzwijn verstopt in onze fietsdoos.

Wat ik van Australië verwachtte, is precies niet onder woorden te brengen

Eenmaal over de gele streep, met twee appels en twee peren in ons spijsverteringssysteem, zijn we dus officieel in Australië, jawel! Onze eerste indruk: het is plakkend warm! Nadat een taxi ons bij ons hotel afzet, kunnen we onze tweede indruk formuleren: het is veiliger dan Zuid-Afrika: Tom zijn paspoort werd niet gestolen, we werden geen vier keer aangesproken over onveilige situaties en niemand heeft ons drugs proberen aansmeren. Oef! Recht tegen over ons hotel is een supermarkt, wat ons brengt naar onze derde en vierde, vijfde… indruk: zoveel gezonde voeding te vinden! Glutenvrij en lactosevrij is de norm! En even slikken aan de kassa: dat is hier duur!

Eerste dagen op Australische bodem

Na een mooie, veilige en verbazingwekkende avondwandeling kruipen we in ons bed waar ik de slaap niet kan vatten. Jetlag of te veel verbazing die door mijn hoofd dwaalt?

Onze avondwandeling bracht ons langs de Lagoon: een soort openbaar zwembad aan de zeedijk, waar je dus kan zwemmen met zicht op zee. Het komt recht uit een advertentie voor een veel te duur hotel, maar dan wel gratis. Overal staan openbare barbecues geïnstalleerd in een openbare keuken met afzuigkap. Alles erop en eraan, behalve een stoomoven. De bijhorende tafel wil ik gerust in mijn achtertuin placeren. Die openluchtkeuken trouwens ook.

Persconferentie in het ‘Aquarium’

De volgende dag (twee dagen voor de start van de Crocodile Trophy) worden we verwacht op de persconferentie in het ‘Aquarium’. Wij dachten dat het ‘Aquarium’ een fancy naam voor een hotel was, maar het bleek hier echter om een gigantisch aquarium te gaan, inclusief gigantische vissen. We staan wat onwennig rond te draaien, moeten op de foto en plots duikt een veel te fel licht, verbonden met een camera, op voor mijn neus. Een micro onder mijn neus en een lichte paniekaanval in mijn hersenen. Mijn jetlagbrein weet het één en ander te produceren en een aantal verengelstalige Nederlandse woorden komen uit mijn mond gerold. Ik ben eens benieuwd wat dat zal geven. De crew vindt het wel genoeg geweest en schakelt vlot over naar Tom, die als een volleerde entertainer verslag uitbrengt. Tom heeft dan ook minder last van de jetlag, denk ik.

‘s Middags fietsen we naar het mountainbikeparcours voor de wereldbeker in ‘Smithfield’. Een tochtje van 16km, waar wij miraculeus 25km van weten te maken. Eenmaal aangekomen worden we getrakteerd op 25km singletracks op verschillende niveaus. De zwarte piste spreekt ons wel aan en aangezien we redelijk vlotjes naar boven rijden, denken we dat we ook redelijk vlotjes zullen afdalen.

Eerste dagen op Australische bodem

Een mountainbikester probeert ons bergop bij te houden, maar slaagt er niet in. Boven aangekomen geeft ze ons wat feedback over de volgende afdaling. Keep left as much as possible! Deze ietwat vreemde mountainbikester vliegt de afdaling af! Ik hou zoveel mogelijk links aan en Tom is weg op het rechtse padje, met als gevolg kleerscheuren in zijn nieuw truitje.

Morgen de eerste etappe over 100 km en 2.900 hoogtemeters… Spannend

Onze mountainbikster wacht ons op. Het hele bikepark lijkt elkaar te kennen en ze weten al snel wie die twee vreemde witte vogels zijn, zonder dropper (een zadel dat kan zakken, wat afdalen gemakkelijker maakt). Ze nemen ons mee in hun wereld: ze rijden traag bergop om boven twee minuten uit te rusten en vervolgens de volledige afdaling uit de doeken te doen, zodat we weten welk paadje het beste is. Daarna vliegen ze naar beneden en komen wij met slippende banden en volledig dichtgeknepen remmen achter. Hier zouden we nog uren kunnen rondrijden, maar helaas begint het al donker te worden. Gelukkig vinden we de ‘korte’ route terug naar ons hotel, dat is dus slechts 16km.

Eerste dagen op Australische bodem

De volgende dag (een dag voor de start), zit ik op het terras van ons hotel. Onze hotelkamer komt uit op ons terras/veranda waar ik nu dit verslagje zit te typen. Dit was precies wat ik van Australië verwachtte én dit is precies niet onder woorden te brengen.

Date met een babykrokodil

In de late namiddag hebben we nog een date met een babykrokodil, waarna we ons nummer kunnen ophalen. Hier zien we voor het eerst onze mede Crocodile-riders. Nu begint voor ons de Crocodile Trophy echt. We eten nog een pizza met een pintje en begeven ons naar ons stort. Nog een uurtje werk om onze kamer op te ruimen en de bagage voor de Crocodile Trophy klaar te maken. Ons nummer aan de fiets hangen en op de trui spelden.

Dit is het dan, morgen de eerste etappe over 100 km en 2.900 hoogtemeters… Spannend!