De vrouw achter Tim Declercq: “Tim zegt dat hij veel moeite heeft moeten doen, maar ik vind van niet”

Als Tim Declercq (29) zondag in de Ronde van Vlaanderen of zeven dagen later in Paris-Roubaix weer kilometerslang op kop van het peloton sleurt in dienst van kopmannen als Gilbert, Lampaert, Stybar en Terpstra, zal Tracey Debruyne (28) met veel bewondering haar vriend aanmoedigen. “Tim staat met zijn voetjes op de grond. Ik ben enorm trots op wat hij al bereikt heeft.”

Tracey Debruyne en Tim Declercq weten niet waar en wanneer ze elkaar exact leerden kennen. “Ja, dat kan gebeuren, hé”, lacht de 28-jarige commercieel consulente bij Experza. “Het moet een jaar of tien geleden gebeurd zijn, toen we nog studeerden. We hadden gemeenschappelijke vrienden en daardoor zijn we elkaar in die periode waarschijnlijk enkele keren in het uitgaansleven tegengekomen. Twee jaar geleden hebben we elkaar tijdens een avondje uit teruggezien en zijn we weer in contact gekomen.”

Op zijn humor gevallen

“Een paar maanden later was het zover”, lacht Tracey. “Of Tim veel moeite heeft moeten doen? Wel, hij beweert alleszins van wel. Maar ik vind van niet. Coureurs overdrijven graag, hé. Uiteindelijk hebben we een keer of twee, drie afgesproken en was het al in orde. Ik ben op zijn humor gevallen.”

(Niet) graag alleen

“In het begin vond ik het fantastisch om met Tim samen te zijn. (lacht) Waarom? Ik wist dat ik vaak alleen ging zijn en dus kon ik de dingen blijven doen die ik vroeger kon doen. Nu merk ik echter wel dat er soms een gemis is. Maar goed, al bij al valt het heel goed mee, hoor. Ik mag zeker niet klagen. Tim is ook niet het type dat zegt: ik koers en doe voor de rest niets. Neen, er is bij hem plaats voor een leven naast het wielrennen. Hij kan over andere dingen praten. Koers is voor hem belangrijk, maar hij toont ook interesse voor andere zaken. Dat vind ik heel belangrijk.”

“In het begin vond ik het fantastisch om met Tim samen te zijn. Waarom? Ik wist dat ik vaak alleen ging zijn en dus kon ik de dingen blijven doen die ik vroeger kon doen”

“Als Tim in België koerst en de wedstrijd in het weekend valt, ga ik meestal kijken. Vorig jaar ben ik ook enkele dagen naar de Vuelta geweest, omdat ik vond dat het al zolang duurde vooraleer we elkaar weer zagen.”

Zelf ook sportief

“Zelf ben ik actief bij atletiekclub Vrienden Atletiek Dadizele. En ja, ik ben er ook persverantwoordelijke, maar stel je daar vooral niet te veel bij voor. Laat ons het erop houden dat ik me voor die club probeer in te zetten. Zelf lopen doe ik wel, maar het gaat op en af. Soms loop ik wel, soms niet. Maar ik probeer aan sport te doen. Tim vindt het belangrijk dat ik beweging heb. Hij stimuleert me daarin. In het begin dat we samen waren, kende ik even een dipje, maar Tim heeft me toen weer aan het sporten gezet. Hij heeft zelfs een lactaattest bij mij afgenomen. Voor hem was dat ideaal, gezien zijn diploma van lichamelijke opvoeding, en ik was zijn proefkonijn. (grijnst) Ja, Tim zou na zijn carrière best wel eens een gedroomde trainer kunnen worden, daar ben ik van overtuigd.”

Hobby en beroep

“Ik ben enorm trots op wat Tim doet en al bereikt heeft. Hij staat met zijn voetjes op de grond en is heel dankbaar dat hij in een ploeg als Quick.Step is terechtgekomen. Hij krijgt ook veel appreciatie binnen zijn ploeg. Tim traint er keihard voor. Hij zegt zelf: ik heb het geluk dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken.”

“Heel veel zien we elkaar niet. Je kunt dus gerust zeggen dat we nog altijd in een soort van verliefdheid leven”

“Hopelijk mag hij volgende week ook starten in Paris-Roubaix. En dan zal ik, net als vorig jaar, met een bende de koers volgen. Het is fantastisch om op die kasseistroken de supporters langs de kant van de weg bezig te zien. Wat een sfeer! Het is bijzonder leuk om daar deel van uit te maken.”

Vlug samenwonen

“Ik ben geboren en getogen in Houthulst”, vervolgt Tracey. “Toen ik Tim leerde kennen, had ik net twee maanden ervoor zelf gebouwd. (knipoogt) Niet zoveel later is Tim bij mij ingetrokken. Ik weet nog goed dat ik toen dacht: dit gaat wel heel snel. Maar ik moet eerlijk toegeven dat het ideaal is zoals het nu gaat. En wat ook een belangrijke rol speelt: ik ben met een coureur samen. (glimlacht) Zo heel veel zien we elkaar niet. Je kunt dus gerust zeggen dat we nog altijd in een soort van verliefdheid leven.”