“De Tour, dat is drie weken bosklas”

Wordt Serge Pauwels, hier tijdens de Tour van 2017 in de aanval met Alberto Contador en ???, opnieuw een van de smaakmakers in deze Ronde van Frankrijk? (foto Belga) © belga
Tom Vandenbussche

Zaterdag 6 juli 2019, Le Grand Départ in Brussel. Ruim twee dagen koers van de allerhoogste plank in eigen land. Vijf West-Vlamingen zullen de komende drie weken deel uitmaken van het grootste wielercircus ter wereld: de Tour de France. Wij polsten via tien zorgvuldig opgestelde vragen naar hun verwachtingen. “Egan Bernal wint de Tour”, zeggen Jens Keukeleire, Yves Lampaert en Serge Pauwels in koor.

1. Wie wint dit jaar de Tour?

Jens Debusschere: “Ik vroeg het eens aan mijn ploegmaats (bij Katusha, red.). Zij zeggen Fuglsang. Schrijf dus maar op.”

Jens Keukeleire: “Geraint Thomas. Hij bewees vorig jaar dat hij sterk was en heeft het sterkste blok.”

Geraint Thomas wint de Tour. Hij bewees vorig jaar dat hij sterk was en heeft het sterkste blok

© Getty Images

Yves Lampaert: “Bernal, zeker nadat ik hem in Zwitserland heb zien rondrijden.”

Xandro Meurisse: “Ik denk ook Bernal. Bergop is er niemand beter, hij heeft de sterkste ploeg in de breedte en in de tijdrit in de Ronde van Zwitserland verloor hij amper tijd op de toppers.”

Serge Pauwels: “Doe mij ook maar Bernal, omdat een nieuwe Tourwinnaar ook vaak Parijs-Nice wint. En zeker nu Froome er niet bij is, ligt de weg voor hem open.”

2. Wie wordt de grote smaakmaker?

Pauwels: “Eerlijk gezegd: ook hier denk ik Bernal. Hij zal niet defensief koersen en bergop van de rest wegrijden.”

Keukeleire: “Juist. Vorig jaar was hij al indrukwekkend, maar moest hij nog knechten voor Thomas en Froome.”

Debusschere: “Ik hoop iemand van ons. Nils Politt bijvoorbeeld.”

Lampaert: “Ik denk vooral aan mijn ploegmaat Alaphilippe. Hem kennende zal hij wel weer enkele ritten willen uitpakken.”

Meurisse: “Ik tip op Wout van Aert. Ik zag hem bezig in de Dauphiné. Straf!”

3. Wat verwacht jij van de start in België?

Lampaert: “Superveel volk en een nerveuze koers.”

Keukeleire: “Ik heb vijf jaar geleden de Tourstart in Yorkshire meegemaakt, maar ik denk dat België dat zal evenaren of misschien zelfs overtreffen.”

Meurisse: “Als Belg een Tourstart in eigen land meemaken, moet heel speciaal zijn.”

Pauwels: “Het zal nog intenser zijn dan een Grand Départ in een ander land, denk ik.”

Natuurlijk kan een renner zich in de Tour amuseren. Het is zo’n groot circus. Het beroert zoveel mensen en ook mezelf

© Getty Images

Debusschere: “De passage door Geraardsbergen en op de Muur zal ons kippenvel geven. Maar de finale van de eerste rit wordt sowieso heel hectisch, want er hangt ook een gele trui vanaf.”

4. Wat is je favoriete maaltijd in de Tour?

Keukeleire: “Iets met veel smaak. Ik eet graag Aziatisch. Tandoori chicken, kip curry… Zolang het maar met veel kruiden is.”

Lampaert: “Geef mij maar een goeie biefstuk. Saignant. Dat kan mij enorm smaken.”

Debusschere: “Als onze kok zijn steak klaarmaakt, is het echt de moeite.”

Pauwels: “Ik eet graag elke avond rijst en daags voor een bergrit ook wat pasta, met een stukje vis of vlees. In een grote ronde eet ik overigens heel clean: niet te veel groenten, niet te veel franjes.”

Meurisse: “Ik ben iemand die zich aan zijn vaste gewoontes vasthoudt. Dan heb ik het over zoveel gram van dit en zoveel gram van dat. Belangrijk. Ik sprak erover met mijn diëtist. De avond voor een bergrit zal ik bijvoorbeeld niet te veel koude groenten eten.”

5. Klassementsrenners als Froome, Bardet en Thomas bereiden zich maniakaal voor op de Tour. Zou jij dat ook kunnen?

Debusschere: “Als ik als klimmer was geboren, zou ik dat wel kunnen, denk ik. Maar eerlijk: als de coureur die ik nu ben, zie ik het niet meteen zitten om drie maanden op een berg te gaan zitten.”

Keukeleire: “Ik denk het wel, zeker als ik van mezelf zou weten dat ik in staat ben om de Tour te winnen. Trouwens, elke renner die de Tour rijdt, is met details bezig.”

Pauwels: “Voor mij voelt het niet als een opoffering. Het is natuurlijk niet evident om in juni en juli amper thuis te zijn, maar er is maar één weg om er te geraken: aan 100 procent ervoor gaan.”

Lampaert: “Ik niet, ook omdat de klassiekers mijn grote drijfveer zijn. Ik denk trouwens niet dat ik mentaal sterk genoeg zou zijn om er alles voor te laten.”

Geef mij ‘s avonds tijdens de Tour maar een goeie biefstuk. Saignant. Dat kan mij enorm smaken

© Getty Images

Meurisse: “Dat denk ik wel. Ik ben er heel serieus mee bezig, maar ik zou er nog iets meer voor kunnen doen en laten. Al moet ik zeggen dat ik ook iemand ben die graag eens thuis bij zijn vrouw en kind is.”

6. Welke bergetappe vrees je het meest?

Pauwels: “Daar kijk ik niet echt naar.”

Meurisse: “Geen. Als je schrik hebt, kan je er beter niet aan beginnen.”

Debusschere: “Ik vrees vooral de eerste, die in de Vogezen. De bergen zijn er niet heel lang en zwaar, wat de coureurs uitnodigt om te koersen, veel meer dan in een bergrit met twee of drie lange cols vaak het geval is.”

Lampaert: “Doe mij ook maar die rit naar La Planche des Belles Filles. Dat wordt een heel zware. In tegenstelling tot een rit in het hooggebergte, waarin vaak niet gekoerst wordt, zal het nooit vlak zijn en kan het alle richtingen uit.”

Keukeleire: “De laatste week, zeker de laatste bergrit van Albertville naar Val Thorens, met drie cols en klimmen vanaf de start.”

7. Waar zie je de komende drie weken het meest tegenop?

Keukeleire: “Om weg van thuis te zijn.”

Lampaert: “De vele verplaatsingen voor en na de ritten.”

Debusschere: “Die lange bergen. Aan zo’n Croix de Fer ben je al vlug anderhalf uur bezig. Dan kom je boven en besef je: ik moet er nog twee of drie doen. Dat is mentaal niet zo evident.”

Ik zie vooral tegen die lange bergen op

© Getty Images

Meurisse: “Thuis achterlaten. Eenmaal in de Tour vergeet je dat ergens wel, maar het zal toch een beetje raar doen.”

Pauwels: “De onvoorspelbaarheid. Je hebt een ideaal plan, maar de realiteit wijkt daar soms vanaf. Tegenslag, slecht weer…”

8. Kan een renner zich tijdens de Tour eigenlijk amuseren?

Lampaert: “Ja, toch wel. (lacht) Maar dat is meestal niet in de finale van een rit.”

Debusschere: “Sowieso, elke ploeg heeft wel enkele toffe gasten en zeker Katusha, zoals Nils Politt en Rick Zabel.”

Meurisse: “Ook afzien kan plezant zijn.”

Pauwels: “Ik vind dat je altijd moet beseffen dat je mag doen wat je graag doet. En zeker de Tour, dat is zo’n groot circus. Het beroert zoveel mensen en ook mezelf.”

Keukeleire: “Eigenlijk ben je drie weken op stap met vrienden. Een soort van bosklas dus. (grijnst) De Tour is één van de hoogtepunten van het jaar.”

9. Wie ga je de komende drie weken het meest missen?

Keukeleire: “Mijn familie.”

Pauwels: “Vooral mijn kindjes en daarmee wil ik mijn vrouw niet passeren, maar zij is als journaliste in de Tour aan de slag. Haar zal ik dus iets vaker zien.”

Meurisse: “Mijn zoontje Lowie en vriendin Steffi, ook al komen ze tijdens de Tour enkele keren op bezoek.”

Ik ben er heel serieus mee bezig, maar ik zou er nog iets meer voor kunnen doen en laten

© Getty Images

Debusschere: “Mijn vrouw en dochter. Adeline is nog maar drie maanden oud en ik moet haar al een maand missen.”

Lampaert: “Mijn vriendin Astrid. Ze komt naar Brussel, maar daarna zie ik haar pas in Parijs.”

10. Weet je al welk feestje er na de slotrit op de Champs-Elysées wacht?

Debusschere: “Niet echt. Ik hoop eerst en vooral Parijs te halen.”

Keukeleire: “Het is een jaarlijkse gewoonte dat mijn familie naar Parijs komt. Twee jaar geleden hebben we nog een wandeling door de stad gemaakt en zijn we iets gaan eten. Om twee uur ‘s nachts! Ik dacht dat er niets meer open zou zijn. Niet dus. Integendeel zelfs. Een pizzaatje met een glaasje wijn, met tien à vijftien mensen uit je naaste omgeving… Geestig!”

Lampaert: “Je zou nog een stapje in de wereld kunnen zetten, maar vaak komt het er niet echt van. De vermoeidheid na zo’n Tour is te groot.”

Meurisse: “Ik denk dat ik het redelijk rustig zal houden. Steffi en Lowie komen naar Parijs en we zullen daar overnachten. Maar de dag erna is er al een criterium en het seizoen is nog niet gedaan.”

Pauwels: “Ik weet nog niet of er iets gepland zal worden. Ik kan wel zeggen dat het altijd veel romantischer klinkt dan het in werkelijkheid is.”