De significante jeugdjaren van Yves ‘Briek’ Lampaert

Yves Lampaert in 2011 bij Soenens. © KRANT VAN WEST-VLAANDEREN
Redactie KW

Pas als junior begon zette Yves Lampaert zijn eerste bescheiden stapjes in het wielerpeloton. Tien jaar later is de 27-jarige Ingelmunsternaar van Quick.Step Floors uitgegroeid tot een van de toonaangevende renners bij de profs.

Zomer 2008: bovengetekende tikt de genaamde Yves Lampaert de eerste keren in als eerstejaarsjunior. Als ex-judoka haalde hij in de eigen regio vijfmaal de top vijf, waarvan de middelste drie koersen op het podium. Lampaert koerste niet bij de aspiranten noch bij de nieuwelingen, maar dat deerde niet. Hij haalt snel zijn schade op. Als tweedejaarsjunior behaalde hij, geabonneerd op de top vijf, op 24 augustus 2009 zijn allereerste overwinning in Lendelede, voor de samenspannende Britten Peter Dibben en Perry Bowater, en Jochen Deweer. Een succes met meerwaarde dus, maar Yves was niet onverdeeld tevreden over zijn geboekte progressie. Als belofte wachtte hem sowieso een moeilijke tijd en wat deed hij daartegen? Een tandje bijsteken toch?!

“Yves was de gemakkelijkste jongen om mee om te gaan. Hij had nooit klachten over het materiaal of de uitrusting”

De significante jeugdjaren van Yves 'Briek' Lampaert
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Dat rendeerde. In de Memorial Danny Jonckheere in Oudenburg veerde hij een eerste keer echt op: tweede na de intrinsiek snellere Nicolas Vereecken. Het mocht aanvoelen als een overwinning. In 2011 kwam Yves in een stroomversnelling met een rits fraaie ereplaatsen in de betere koersen. Eindelijk kon hij nog eens winnen. In Heule voerde de Ingelmunsternaar zelfs een hoogstandje op: na een val in de laatste kilometers keerde hij nog terug in de kopgroep om finaal zelfs te winnen. Zijn ereplaatsen in interclubs en kampioenschappen schatte Yves echter zoveel hoger in, want het zijn die prestaties die hem een overstap naar het EFC-Quick.Step van Michel Pollentier en Wim Feys opleverden. Van dan af was er echt geen houden meer aan met de beide West-Vlaamse titels, een dagzege in de Tweedaagse van de Gaverstreek en de Essor Breton (Frankrijk), maar bovenal de Belgische titel tijdrijden op het selectieve traject aan de Lac de l’Eau d’Heure, met Frederik Frison (op 37 seconden) als tweede en Victor Campenaerts (op 48 seconden) als vijfde. Die puike verrichting verlengde Yves met een 16de plaats op het WK in Valkenburg. Eén en ander volstond om vanaf 2013 door het duo Hans De ClercqWalter Planckaert van Topsport Vlaanderen-Baloise in de armen te worden gesloten.

De significante jeugdjaren van Yves 'Briek' Lampaert
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Gemakkelijkste jongen

Eerst Philippe Soenens (Soenens-Jartazi) en vervolgens Wim Feys (EFC-Quick.Step) zijn de kroongetuigen van zijn opmars. “Ik had het meteen door dat hij veel in zijn mars had”, zegt Philippe. “Dat zag je aan alles: de gemakkelijkste jongen om mee om te gaan. Hij had nooit klachten over het materiaal of de uitrusting die ook piekfijn in orde waren, maar waarop anderen wel aanmerkingen hadden. Die zijn allang van het toneel verdwenen terwijl Yves zich onverdroten en zonder morren een weg naar de top baande. Zijn ideale houding zal met zijn Spartaanse opvoeding te maken hebben. Wat hem nu te beurt valt, komt hem meer dan wie ook toe, want hij heeft er alles voor gedaan en zal als kampioen van België de teugels niet vieren, maar op zijn elan doorgaan. Als hij de kasseienrit in de Tour (op zondag 15 juli, red.) niet zelf wint, zal hij ongetwijfeld flink bijdragen tot het eventuele succes van een kansrijkere maat als Niki Terpstra. En in de ploegentijdrit zes dagen eerder in Chôlet zal hij een voorname locomotief zijn.”

De significante jeugdjaren van Yves 'Briek' Lampaert
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

“Zijn ideale houding zal met zijn Spartaanse opvoeding te maken hebben”

“Met Yves zal ik een blijvende, aangename band onderhouden”, vervolgt Philippe. “Terwijl ik met één van onze vrachtwagens de baan op ben, zoek ik mij een plaatsje aan de kant van de weg om de koers te zien passeren. Keer op keer schreeuwt Yves mij dan toe: hey Soene, alles goed? Ik weet zeker dat dit bij een volgende passage in zijn driekleur niet anders zal zijn.”

Circuit du Pévèle 2012

Wim Feys haalt dezelfde loftrompet boven. “Een droom van een kerel om als renner onder je hoede te hebben”, valt de Ardooienaar meteen in. “Als ervaringsdeskundige zag ik meteen zijn enorm potentieel dat zich vooral vertaalde in uitmuntend tijdrijden, de absolute parameter. In de gewone wegritten moest hij wel eens temperend bijgestuurd worden, maar hij trok er keer op keer zijn wijze lessen uit.”

Tijdens het PK voor beloften in 2011 met Tom Devriendt. (Foto's a-RN)
Tijdens het PK voor beloften in 2011 met Tom Devriendt. (Foto’s a-RN)© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

“Een droom van een kerel om als renner onder je hoede te hebben”

“Eén enkele keer moest Yves bakzeil halen ten opzichte van mij. Het was op 28 juli 2012 in het Circuit du Pévèle in Noord-Frankrijk. Ik wees er hem op dat hij die dag twee coureurs goed in het oog moest houden. Ik weet het, zei hij, en hij gebood mij niet nerveus te worden. Maar door wie liet hij zich verrassen in de finale? Uitgerekend Benoit Daeninck en Dimitri Claeys, voor wie ik hem nog zo verwittigd had. Yves werd die dag, hoewel de beste, slechts zesde op een dikke minuut. Eigen schuld dikke bult. Hij zat er enorm mee en dat bleef nog een tijdje zo, omdat wij er welbehagen in schiepen om hem er voor de rest van het seizoen mee te jennen. Ook uit dat voorval heeft hij adrenaline gehaald, zo ken ik hem. En dat zal hij ook wel gedaan hebben met zijn tegenvallende derde plaats op het BK tijdrijden. Drie dagen later hebben ze dat in Binche goed geweten.”