De Hel kleurt West-Vlaams: supporters maken zich op voor Parijs-Roubaix

© Frank Meurisse
Philippe Verhaest

Stof, hobbelige kasseien en een massa fans langs de weg tussen Compiègne en de Vélodrome André Pétrieux. Dat worden de hoofdingrediënten van de 119de Parijs-Roubaix. Dé voertaal zondag wordt ongetwijfeld West-Vlaams, want na twee jaar supporteren met de handrem op, mogen alle registers weer opengetrokken worden. Wij legden ons oor te luister bij enkele koersfanaten van het allereerste uur.

Koersouders Karel en Karolien

Izegemnaren Karel Declercq (65) en Karolien Depuydt (60) zien zondag liefst twee zonen aan de start van Parijs-Roubaix verschijnen: Tim El Tractor Declercq (33) verdedigt de kleuren van Quick-Step-Alpha Vinyl, zijn broer Benjamin (28) rijdt voor Arkéa-Samsic. “We moeten je niet vertellen dat we gezonde zenuwen zullen hebben, zeker?”, glunderen de trotse ouders.

“Tot het moment dat ze de velodroom van Roubaix opdraaien, zullen we wat nerveus zijn. We zitten al járen in het wielerwereldje, maar er is nog altijd die schrik dat ze een zware val zullen maken.”

Gezonde zenuwen tot onze zonen op de velodroom zijn

Moeder en vader Clercq volgen hun zonen overal, maar Parijs-Roubaix blijft toch een specialleke, valt te horen. “In onze ogen is het ook de zwaarste wielerwedstrijd ter wereld. Probeer anders zelf maar eens over de kasseien te dokkeren… Je bent helemaal door elkaar geschud.”

Zondag zullen Karel en Karolien zo vaak mogelijk een glimp van hun zonen proberen op te vangen. “We zullen aan de start staan en doen daarna enkele haltes bij wat kasseistroken, pikken het Bos van Wallers mee en eindigen op de velodroom.”

Lampie mag winnen

Hun tocht door de Hel van het Noorden leggen ze af in het gezelschap van de ouders van Tims echtgenote Tracey Debruyne. “Net als ons zijn het echte koersdieren. We zullen vier paar ogen nodig hebben om Tim en Benjamin in de gaten te houden. We zijn vooral erg blij dat Tim er weer bij is. Zijn taak is duidelijk: trekken en sleuren voor zijn ploeg en proberen de kopmannen vooraan te krijgen. Dan is-ie op zijn best.”

Wie er zondag de kassei de hoogte mag insteken, is voor Karel en Karolien zonneklaar: “Lampie, natuurlijk! Tim zal zijn copain tot aan het gaatje helpen, daar zijn we van overtuigd. En zeg nu zelf: bestaat er een betere ondergrond dan kasseien voor een tractor?”

Amateurfotografe Joke Denys

De Harelbeekse Joke Denys (54) trekt al zo’n tien jaar naar de kasseiklassieker. “Camphin-en-Pévèle is onze vaste stek”, legt de directrice van basisschool Sint-Rita in Harelbeke uit.

“De liefde voor de koers kreeg ik via mijn man, Johan De Pontieu (56), te pakken.” Standaard in Jokes rugzak steekt haar fototoestel. “Als hobbyfotograaf is een koers als Parijs-Roubaix een godsgeschenk”, zegt ze.

Ik focus me vooral op de supporters

“Al focus ik eerlijk gezegd vooral op de supporters langs de weg. De taferelen die je daar ziet… Wanneer de coureurs voor onze neus over de kasseien dokkeren, maak ik er een erezaak van om enkele topbeelden te hebben met in het rood trappende renners en op de achtergrond dolgedraaide fans.” Dit jaar moet een topeditie worden.

(foto Joke Couvreur)
(foto Joke Couvreur)

“Mooi weer en een massa Belgen langs het parcours, wat kan je nog meer wensen? Mijn mooiste foto krijgt straks een plaatsje in ons toilet, het koersheiligdom bij ons thuis. Daar hangt nu al een portret van een groep supporters die samen op een klein televisiescherm Parijs-Roubaix aan het volgen zijn. De passie druipt ervanaf.”

Bewonder Jokes werk via haar Instagramaccount @joke1968, de facebookpagina Joke Denys Fotografie en portfolio.jokedenys.be.

Fanclub Forza Lampaert

De meer dan vierhonderd trouwe leden van Forza Lampaert, de fanclub van Quick-Step-Alpha Vinyl-boegbeeld Yves Lampaert, maken zich op voor hun koers van het jaar. “Het wordt nagelbijten”, zegt voorzitter Bert Vanwijnsberghe (39).

(foto Joke Couvreur)
(foto Joke Couvreur)

“Iedereen weet dat Yves niets liever wil dan ooit Parijs-Roubaix op zijn naam schrijven. Hij zal er sowieso opnieuw staan, daar bestaat geen twijfel over.”

Als Yves wint, mag hij twee vaten trakteren

Dit jaar wordt Lampie niet tot de absolute favorieten gerekend, maar dat kan net in zijn voordeel spelen, vindt Bert. “Misschien zal de rest hem wel onderschatten.” Als Lampaert zijn kassei in de wacht sleept, moet het dak eraf, zegt Bert.

“Dan trekken we naar ons stamcafé Den Bockor in Ingelmunster. Dan mag Yves zelf trakteren met twee vaten. Op paasmaandag moet er niemand werken, ideaal voor een feestje.”

(PV)