Carrière Stijn Steels hangt aan zijden draadje na zware val in Zesdaagse: “Zo wil niemand afscheid nemen”
Hij was naarstig op zoek naar een nieuwe ploeg en wilde op de Zesdaagse van Gent hoge ogen gooien. Een spectaculaire val op de eerste dag, met een longkneuzing, drie gebroken ribben en twee gebroken wervels tot gevolg, gooide echter roet in het eten. Het maakt dat Stijn Steels nog niet weet of hij op 1 januari nog profrenner is. Toch blijft hij er zelf kalm onder: “Er zijn jobs genoeg in de wereld.”
We zijn nu twee weken na de val. Hoe gaat het met je?
“Met ups en downs. Eind vorige week voelde ik me heel goed en kon ik zonder problemen naar het afscheid van Iljo Keisse in ’t Kuipke gaan. Ik dacht dus eigenlijk dat het allemaal wel meeviel. Alleen kreeg ik twee dagen later een weerbots en had ik weer enorm veel last. Om de breukjes te beschermen trekken mijn rugspieren soms zodanig hard samen dat ze helemaal verkrampen en ik stevige pijnscheuten krijg. Dan roep ik het hele huis bijeen. Maar voor de rest lukt het wel. Zo ga ik dagelijks wandelen. Dan ga ik bijvoorbeeld mijn dochtertje ophalen op school.”
“Woensdag ben ik ook voor het eerst naar de kinesist geweest, want mijn rug was door die spierspanning helemaal scheefgetrokken. Ik kan ook stilaan gaan zwemmen en zal vrij snel weer op de rollen kunnen fietsen. Dat komt dus wel goed. Vooral ’s nachts is het eigenlijk miserie. In bed, als ik lig, heb ik het meeste pijn.”
Dat is het fysieke aspect. Hoe gaat het mentaal met je?
“Ik ben momenteel niet de gelukkigste mens van de wereld, maar het is wat het is. Ik heb gelukkig het WK voetbal om naar te kijken. Dat zorgt toch voor wat afleiding. Ook de steunbetuigingen die ik gekregen heb, hebben me enorm veel deugd gedaan. Ik heb nagenoeg elke ploegmaat of ex-ploegmaat gehoord. Van Julian (Alaphilippe, red.) over Remco (Evenepoel, red.) tot Zdenek (Stybar, red.) die me nu nog steeds om de paar dagen vraagt hoe het gaat.”
Laat ons eens terugkeren naar de val. Hoe heb jij die beleefd?
“We waren in het begin van de ploegkoers aan het wegrijden om een ronde te nemen. De snelheid lag dus echt hoog. Twee plaatsen voor mij trok een renner bij een aflossing zijn stuur onder zich vandaan waardoor hij ten val kwam. Normaal val je op een piste altijd naar beneden, waardoor ik boven bleef. Alleen vielen ze nu naar boven. Met een pistefiets kan je echter niet zomaar stoppen. Als je stopt met trappen, blokkeert je achterwiel en word je weggekatapulteerd, wat nu dus ook gebeurd is. Ik had geen schijn van een kans.”
Wat flitste er in die seconde in de lucht door je hoofd?
“Zodra ik zag dat ik op Fabio (Vandenbossche, red.) zou rijden, wist ik dat ik omhoog gekatapulteerd zou worden. Het is een cliché, maar eens in de lucht duurt het een eeuwigheid vooraleer je de grond raakt. En je weet gewoon dat het pijn zal doen.” (lacht groen)
(lees verder onder foto)
Dat is ook gebleken.
“Ik voelde meteen dat het serieus was. Ik lag op mijn rug en had moeite om te ademen. Ook rechtkomen lukte me niet. Dat probeer ik nochtans altijd te doen, al is het maar om het publiek een signaal te geven dat ik relatief oké ben. Nu kon ik echter voor het eerst in mijn carrière niet rechtop gaan zitten na een val. Dan wist ik ook wel dat mijn zesdaagse erop zat.”
Geldt hetzelfde voor je carrière?
“Geen idee. Ik stond dicht bij een mooie ploeg, maar ze hebben me daags na mijn val laten weten dat mijn kansen op een contract erg klein waren. Dat is hard, maar zo is het nu eenmaal. Ik heb onlangs nog met iemand gebeld om hem mijn revalidatieproces uit te leggen en te zeggen dat ik normaal gezien net op tijd in orde zal zijn, maar als er in de kranten continu staat dat mijn carrière over is… Het is nu vooral wachten op wat B&B Hotels gaat doen. Als die ploeg stopt, komen er weer een hoop renners vrij en zal het voor mij waarschijnlijk gedaan zijn.”
Zou het met een wrang gevoel zijn mocht je nu moeten stoppen?
“Ik zou het vooral jammer vinden dat het dan een afscheid in mineur was. In een draagberrie van de piste gedragen worden: zo wil niemand afscheid nemen. Vooral omdat ik er vooraf veel van verwachtte. Ik nam na het wegseizoen slechts drie dagen rust en voor de rest ben ik blijven doortrainen om écht goed te zijn. Dat was ik ook. Ik ben er zeker van dat we in de ploegkoers zeker hadden meegespeeld.”
Stel dat het nu stopt als renner. Blijf je dan in de koers?
“Dat is afhankelijk van de kansen die komen. Er zijn wel wat dingen die ik zou willen doen, maar ook in de omkadering zijn de plaatsen beperkt. Momenteel is er nog niets concreet, maar ik denk wel dat ik een meerwaarde kan zijn voor ploegen. Als renner hield ik me al bezig met het bijsturen van andere renners. Ik zou dus zeker graag iets in die richting willen doen, maar komt het niet, dan is het ook maar zo. Er zijn jobs genoeg in de wereld. Ik heb nog tot 1 januari om te weten waar ik aan toe ben.”
Maar toch liever renner blijven?
“Dat wel. Maar niet ten koste van alles. Mochten ze me bijvoorbeeld een mooie job aanbieden in de omkadering, dan zou ik die kans niet laten passeren om nog een jaar of twee te kunnen koersen. Anderzijds voel ik wel dat ik nog steeds bij de sterkere mannen van het peloton behoor.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier