Bert Van Lerberghe: “Blij dat ik nog iets heb kunnen betekenen voor de ploeg”

Bert Van Lerberghe brak begin maart nog zijn sleutelbeen in de GP Samyn. © belga
Redactie KW

De 28-jarige Bert Van Lerberghe heeft zijn eerste seizoen bij Deceuninck-Quick-Step achter de rug. Een seizoen dat de Desselgemnaar zich ongetwijfeld anders had voorgesteld, maar al bij al is hij wel tevreden met wat hij voor de ploeg heeft kunnen betekenen.

Vorige week woensdag sloot Bert Van Lerberghe het seizoen af met een knappe zevende stek in de laatste klassieker van 2020, Driedaagse Brugge-De Panne. Hij maakte deel uit van een vroege vlucht met onder andere streekgenoten Yves Lampaert en Tim Declercq (beiden ploegmaten van Bert bij Deceuninck-Quick-Step en trainingsmakkers bij De Melkerie, red.) en Tim Merlier. “Dat mag inderdaad wel het hoogtepunt van mijn seizoen genoemd worden, mee zijn in de ontsnapping met al mijn kameraden uit de streek.”

De Desselgemnaar is een man voor het klassieke werk en begon het seizoen met een verdienstelijke 32ste plaats in Kuurne-Brussel-Kuurne. Twee dagen later ging hij echter tegen het asfalt in de GP Samyn en liep hij een sleutelbeenbreuk op. En toen moest het ergste nog komen: een lockdown van ruim vier maanden zonder koers. “Ja, ik had me het seizoen natuurlijk anders voorgesteld, maar ik ben wel blij dat ik in de overige koersen wel nog iets heb kunnen betekenen voor de ploeg. Mijn voornaamste taak is de sprint aantrekken voor de snelle mannen en dat heeft gelukkig tot enkele successen voor onze ploeg geleid.”

Pech

Jammer genoeg bleef ik ook in de ‘najaarsklassiekers’ niet altijd gespaard van pech. Zo was ik in Gent-Wevelgem mee met de eerste groep, maar reed ik lek op een slecht moment. In de Gooikse Pijl eind september leek ik voor de overwinning te gaan strijden met Philippe Gilbert, maar in extremis werden we toch nog overweldigd door het aanstormende peloton. En Parijs-Roubaix, die normaal gezien afgelopen weekend zou plaatsvinden, was ook een van de klassiekers die ik met stip aangeduid had, maar die uiteindelijk afgelast werd. In die zin dus wel een seizoen om met een dubbel gevoel op terug te kijken…”

Strandraces?

Nu is het wegseizoen afgelopen voor de inmiddels 28-jarige profrenner. Normaal gezien rijdt hij elke winter enkele strandraces als voorbereiding op het nieuwe seizoen. De vraag is uiteraard of dat allemaal zal kunnen plaatshebben, zeker als sportwedstrijden al voor minstens een maand stopgezet worden. “Iedereen hoopt natuurlijk dat er volgend jaar min of meer normaal kan gekoerst worden, of tenminste dat alle geplande koersen kunnen plaatsvinden. Met publiek of zonder, als er maar gekoerst kan worden. Het is niet zo dat ik volgend jaar met ‘revanchegevoelens’ voor dit seizoen zal rondrijden. Ik ben altijd gemotiveerd, uiteraard, maar mocht ik bijvoorbeeld Parijs-Roubaix kunnen rijden, dan zou ik me daar niet extra druk om maken. We moeten ook rekening houden met selecties van de ploeg. Zo is het natuurlijk niet zeker dat ik in de selectie zal zitten voor de Hel, want bij ons is er natuurlijk keuze zat”, aldus de Desselgemnaar, die dit jaar het Franse Cofidis inruilde voor een tweejarig contract bij Deceuninck-Quick-Step. (RRK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier