Aspirant Matthé De Leyn is met goede benen uit de voorbije coronapauze gekomen. De 14-jarige Oostduinkerkenaar mocht bij zijn allereerste wedstrijd in Roeselare meteen het zegegebaar maken. “Dat was niet verwacht, maar natuurlijk wel leuk. Ik heb de hele wedstrijd gecontroleerd en het dan in de spurt afgemaakt.”
Met ook nog een reeks ereplaatsen kon Matthé De Leyn deze zomer zijn goede conditie al meermaals showen. Nochtans moest hij in het voorjaar enkele weken zijn fiets aan de kant laten. “In het begin van de lockdown ben ik geopereerd aan appendicitis. Ik kreeg last op vrijdag de dertiende, de laatste dag dat er school was. Ik heb gebeld naar mijn papa, die dokter is. Hij had direct een vermoeden wat er scheelde en heeft me naar het ziekenhuis gestuurd. Uiteindelijk heb ik drie weken niet mogen trainen, waarna ik ben beginnen opbouwen.”
De wedstrijd van afgelopen weekend in Ruddervoorde was geen voltreffer voor de West-Vlaamse kampioen. “Ik had al twee dagen maag-darmproblemen, maar wilde toch absoluut starten. Ik had namelijk goede herinneringen aan de aanvallende koers van vorig jaar. Halverwege had ik toch wel last van mijn buik. Meer dan uitrijden zat er niet in.”
Op zaterdag 5 september komt De Leyn aan de start in Zerkegem. Daarna is het de bedoeling om zo goed als elk weekend een koers te rijden. “Mijn doel is het BK in Saint-Ghislain in oktober. Daar wil ik goed vooraan zitten in de slotfase. Ik zal wel meegaan als er aangevallen wordt, maar ik zal zelf het initiatief niet nemen en reken er op mijn sprint.”
Na dit seizoen volgt voor de renner van KVC Noordzeemeeuw de overstap naar de nieuwelingen. “Als eerstejaars wil ik gewoon verbeteren en aanvallend rijden. Het is de bedoeling om sterker te worden en bij te leren. Ook het positioneren zal ik gewend moeten worden. Winnen mag altijd, maar zou een verrassing zijn.” (AC)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier