Armand Desmet won in Giro 1962 bergrit aan klooster van Montevergine

Armand Desmet, hier in maart 1962 aan het feest in de Omloop van Zuid-Vlaanderen in Nederbrakel, won twee maanden later de zevende etappe in de Giro, een bergrit met aankomst op Montevergine. (Foto Belga) © BELGAIMAGE
Tom Vandenbussche

Volgende week zaterdag eindigt de negende rit van de 101ste Giro d’Italia aan het Santuario Montevergine di Mercogliano. Bart De Clercq won er in 2011, maar ook in 1962 was een Belg er aan het feest: Armand Desmet, de Waregemnaar die in zijn carrière met een beetje geluk zowel in de Giro, Tour als Vuelta op het podium was geëindigd.

Armand Desmet had 56 jaar geleden de 45ste Giro kunnen en/of moeten winnen, twee jaar nadat hem hetzelfde te beurt viel in de Vuelta. De Waregemnaar begon als drager van de amarillo-leiderstrui aan de voorlaatste dag, maar het kwam ploegleider Berten De Kimpe beter uit dat zijn chouchou Frans De Mulder won. Diens Machelen grenst aan Deinze, de vestigingsplaats van Fietsen Groene Leeuw, de ploegsponsor waarvan Berten de zaakvoerder was. Er werd een vuil complot gesmeed tegen de bovendien aan het zitvlak gekwetste Desmet, die zijn leiderstrui alsnog moest doorgeven aan zijn frère-ennemi Frans De Mulder. Een broedermoord die Kain en Abel had doen blozen.

In de steek gelaten

Het onverkwikkelijke voorval deed Armand in 1961 naar de rode garde van Rik Van Looy overstappen. Daar wachtte hem een rol van gerespecteerde modelhelper die bij gelegenheid zijn eigen kans mocht gaan. In de Giro van 1962 werd hij door de op zijn eerste Tour focussende keizer van Herentals naar voren geschoven. Mantie was dag na dag niet uit de vuurlijn weg te slaan. Zo werd hij vijfde in zowel de tweede, de derde als de vijfde rit. Tijdens de zevende rit naar het hoge klooster van Montevergine sloeg hij zijn slag.

Hij ontsnapte met de Fransman Henry Anglade en de Italiaan Giuseppe Sartore. Het trio reed minstens vier minuten van de anderen weg. Manten werd dagwinnaar én afgetekend leider. Zes dagen later en bij het ingaan van de enige rustdag, aan de vooravond van de slotweek, was hij nog steeds de trotse bezitter van la maglia rosa. Hij keek de zware Dolomietenritten onbevreesd tegemoet en zou ook gepareerd hebben indien de ploegleiding, inclusief ploegleider Lomme Driessens, beter zijn job had gedaan.

Armand zou het roze in de Dolomieten behouden hebben indien ploegleider Lomme Driessens zijn job beter had gedaan

Tijdens de rustdag werd voor ‘s anderendaags een zware sneeuwstorm aangekondigd. Lomme had de communiqués veronachtzaamd en zijn discipelen in onaangepaste kledij aan de huzarentocht laten beginnen. Misschien had Armand zich, als drager van de roze trui en de slordige Driessens een beetje kennende, zelf van de omstandigheden moeten vergewissen. Dat hij het niet deed, kwam hem duur te staan. Hij en de zijnen raakten immers één voor één doorweekt, onderkoeld en tot opgave gedwongen. Slechts vier van de zes voorziene cols werden beklommen. Op de eerste col, de Passo Duran (1.600 meter), zorgde de slagregen voor een modderstroom. Op de tweede, de Forcelle-Staulanza (1.773 meter) sneeuwde het zo hevig en was het zo ijselijk koud dat Van Looy en zijn meeste helpers er gauw de brui aan gaven. Mantie, met de onherkenbare roze trui om de schouders, bleef koppig op de barricaden, zelfs al kwam hij ten val en moest hij tweemaal een wiel wisselen. Hij bereikte op de Passo di Rolle 18 minuten na dagwinnaar Vincenzo Meco de finish, waar hij zijn kleinood moest afstaan aan Graziano Battistini, die een kwartier van hem was weggereden. Manten viel terug naar de tiende plaats in de tussenstand en mocht zich lelijk in de steek gelaten voelen.

Armand Desmet won in Giro 1962 bergrit aan klooster van Montevergine
© BELGAIMAGE

Toch bracht hij begrip op voor zijn uitgestapte maats – Willy Schroeders, Edgard Sorgeloos, Martin Van Geneugden, Rik Van Looy en Guillaume Van Tongerloo – en weigerde hij het begrip verraad in de mond te nemen. Enkel de Nederlander Huib Zilverberg bleef aan zijn zijde en tijdens de resterende dagen manifesteerde de luitenant zonder strepen zich als de morele winnaar. In de nog zwaardere etappe van Moena naar Aprica trotseerde hij zelfs een duik in het ravijn om achtste te worden. De volgende dagen deed Armand nog beter in Pian del Resinelli (zevende) en in Frabosa Soprana (derde), prestaties die aangeven dat hij in normale omstandigheden de Giro van 1962 gewonnen zou hebben. Ook in de Alpen bleef hij knap overeind, maar een verbetering van de tiende plaats zat er niet meer in.

Ook in eendagskoersen

Armand Desmet werd het jaar daarop vijfde in de Tour. Net als in de Vuelta en in de Giro kon hij in het hooggebergte de besten volgen, maar er niet van wegrijden. En dat was nodig, want in de tijdritten liep hij te veel averij op. Dat verklaarde zijn achterstand van een kwartier op de ongenaakbare Jacques Anquetil. Aansluitend had Manten in Ronse wereldkampioen kunnen/moeten worden. In de slotronde nam hij kopman Van Looy op sleeptouw op de Kruisberg en toen hij even omkeek, stelde hij vast dat de tweevoudige wereldkampioen de rol had moeten lossen. Manten is er heilig van overtuigd dat hij wereldkampioen zou zijn geworden, indien hij op zijn elan was doorgegaan. Hij … durfde echter niet. Het zou hem even kwalijk zijn genomen als wat men de doorspurtende Benoni Beheyt een kwartier later in de schoenen schoof. Armand kon het dus ook in het eendagswerk. Zo opende hij in 1958 de erelijst van de E3 Harelbeke en in 1962 van de Rund um den Henninger Turm Frankfurt, vandaag de dag twee manches van de World Tour. Ook haalde hij de top tien van de vijf monumentale klassiekers.

Alsnog een opvolger?

Armand Desmet overleed op zaterdag 17 november 2012 na een slopend gevecht van enkele decennia met een kwakkelende gezondheid. Zoon Tom Desmet koerste ook, maar in het verkeerde tijdvak en trad, ondanks onmiskenbare intrinsieke capaciteiten, niet uit de schaduw van zijn illustere papa. De bijna 49-jarige Tom heeft nu op zijn beurt een zoontje Miguel Desmet (niet genoemd naar Miguel Poblet, met wie Armand koerste maar naar Miguel Indurain, met wie Tom koerste). Na enkele jaren als voetballer bij Wielsbeke en Beveren-Leie debuteerde Miguel dit seizoen bij de 13-jarige aspiranten. “Hij heeft een degelijke motor waarmee hij al op zijn bek ging. Letterlijk, pardoes omvergereden, én figuurlijk, door eigenzinnigheid”, knipoogt Tom. “Wij zien wel wat in ons karakterbaaske.”

Manten is er heilig van overtuigd dat hij in 1963 in Ronse wereldkampioen zou zijn geworden, indien hij op zijn elan was doorgegaan. Hij … durfde echter niet

Op 4 april werd in de bibliotheek van Waregem het boek Luitenant zonder strepen voorgesteld dat geschreven werd door Jan De Smet en Marc Fourneau, die op passende wijze hulde brachten aan een noeste wielerkampioen die zijn wielersymfonie door anti-omstandigheden niet kon voltooien.