Arjen Livyns mooi mee in de opwaartse flow Roompot-Charles

© Getty Images
Redactie KW

Mathias De Witte en Arjen Livyns hebben iets van een twee-eiige tweeling: dezelfde uitvalsbasis, Roompot-Charles, en van hetzelfde rennerstype, oerdegelijk maar moeilijk scorend voor eigen eer en glorie en dat des te meer voor het collectief Net als Mathias beseft Arjen dat doorstoten naar de World Tour moeilijk wordt, want er is een meervoud van gegadigden dan uitverkorenen.

Arjen rolde er anders in dan Mathias: hij was aanvankelijk meer triatleet bij het No Limit Team in Avelgem, toen geleid door Stefaan Depaepe. Omdat fietsen zijn sterkste onderdeel was, transformeerde hij vanaf de juniores almaar meer naar wegrenner met de hoogtemeters als beste natuurlijke bondgenoot. Het leverde in 2016 een lange serie (verre) ereplaatsen op, waarbij vooral zijn tweede plaats in de Tour du Piemont-Vosgien, een 18de plek in de Tour de Moselle, een zevende stek in de Grote Prijs Jef Scherens van en naar Leuven en een 17de plaats in de Piccolo Giro di Lombardia in het oog sprongen. Toch werd hij eind 2016 niet meteen gesolliciteerd door de procontinentale ploegen. Het bleef bij een stagecontract bij Véranda’s Willems, waarna VC Roubaix-Lille Métropole leek toe te happen, maar dat ten slotte niet deed, wat een opportuniteit opleverde voor Pauwels Sauzen -Vastgoedservice. Vanop dat platform kon hij oververdiend doorstomen naar Roompot-Charles, waar hij het helemaal naar zijn zin heeft.

Scharniermoment

“Ons team presteerde in de lente onopvallend en ik deelde in die luwte”, geeft Arjen ootmoedig toe. “Het scharniermoment was de Ronde van Luxemburg, waarin wij én collectief én individueel sterk uit de hoek kwamen met een dagzege voor onze veteraan, Pieter Weening. Op de slotdag was er een bovenste beste Jesus Herrada (kampioen van Spanje in 2013 en in 2017, een dagzege in de Dauphiné Libéré in 2016, red.) nodig om Maurits Lammertink van de rit- en de eindzege te houden. Tot die successen kon ik (31ste, red.) ruim mijn steentjes bijdragen. Drie dagen later kwam daar de dagzege en de leiderstrui van Jan-Willem van Schip bij in de Baloise Belgium Tour. Dat geeft ons vleugels voor de tweede seizoenshelft, waarin wij enkele keren gelijkaardig willen uitpakken.”

Ik voel mij ook aangesproken om op het BK deel uit te maken van de vroege vlucht

“In afwachting sluiten we de eerste seizoenshelft af met vijf interessante Vlaamse koersen: Dwars door het Hageland – Aarschot, de Heistse Pijl, de Elfstedenronde in Brugge, Halle-Ingooigem en bovenal op 30 juni het kampioenschap van België op de weg van en naar Gent”, vervolgt Arjen. “Vooral de epiloog van het BK is avontuurlijk en uitnodigend voor vrijbuiters als ikzelf: vanaf het Emile Braunplein bereiken we in Merelbeke de eerste kasseistrook van de dag, de Lange Munte. Vanaf daar ligt de weg naar de Vlaamse Ardennen open, waar we drie lussen van 18,4 km afwerken, met onder meer de Paddestraat en Lippenshovestraat in Zottegem. Hierna zetten we koers naar De Pinte en Sint-Martens-Latem, om zo in Gent terug te keren voor zeven plaatselijke ronden van 15,7 km. De aankomst situeert zich op de Watersportbaan rond halfzes. Jà, ook ik voel mij aangesproken om van de ontsnapping van de dag deel uit te maken. Ik denk dat onze Nederlandse ploeggenoten in hun kampioenschap in Ede dezelfde plannen hebben want er mag best nog wat publiciteit bij voor onze sponsors, die zich nog niets lieten horen omtrent de voortzetting van hun aanwezigheid in het profpeloton.”

Sportmanagement

Toch wijselijk dat Arjen onderwijl zijn hogere studies niet veronachtzaamde aan Howest Brugge, waar hij zich tot bachelor sportmanagement opwerkte. “Die kwalificatie wil ik vooralsnog niet benutten”, weerlegt de Kerkhovenaar. “Ik geniet met de volste teugen van elke koersdag. Het is altijd mijn droom om van mijn passionele hobby mijn beroep te maken en ik word er nog correct voor betaald ook. Hoewel dat niet meteen uit mijn persoonlijke resultaten spreekt, weet ik dat ik uitstekend bezig ben om dat nog lang vol te houden. Op mijn 24ste zit er immers nog aardig wat rek op. Contractrenner zijn is van het mooiste van wat er bestaat en het staalt je bovendien voor het algemene leven.”