Rio was niet meer dan een accident de parcours, zo lijkt het stilaan voor Ann-Sophie Duyck. In de olympische tijdrit werd ze 23e op 25 deelnemers en zat ze in zak in as. Op het EK in Plumelec herpakte ze zich en snelde ze naar een zesde plaats. Op dit WK werd ze dinsdag achtste, een knap resultaat, want het deelnemersveld was in Doha een pak sterker. “Ik sta weer tussen de mensen”, reageerde ze tevreden. “Dit doet enorm veel deugd. Hier kan ik voort op bouwen.”
Vooraf wilde de 29-jarige Duyck zich niet al te veel stress opleggen en hield ze, naar de buitenwereld toe, de lippen stijf op elkaar over het resultaat dat ze voor ogen had. “Ik wist dat top acht mogelijk was”, deed ze nadien uit de doeken, “maar dan moest alles in zijn plooi vallen. Met Kasper (haar vriend en trainer) had ik een strategie ontwikkeld. Het plan was om niet te snel van start te gaan en daar heb ik me ook aan gehouden. Stelselmatig dreef ik mijn hartslag op en dat heeft geloond. Ik ben heel blij met deze uitslag.”
De Olympische Spelen in Rio zal ze nooit vergeten, het blijft een gemiste kans meent ze. “Ik had daar ook zo’n resultaat kunnen rijden. Ik hoor thuis in de top tien. Stilaan spoel ik wel die kater door. De resultaten op het EK en WK geven me vertrouwen. Ik denk dat ik nog wel progressie kan maken in het tijdrijden. Ik hoop dat ik de kans krijg om in de toekomst nog stappen vooruit te zetten. Ik ben pas laat met wielrennen begonnen, mijn ontwikkeling als renster vraagt meer tijd en graag zou ik die kans daartoe krijgen. Daartoe moet ik wat meer wedstrijden rijden op WorldTour-niveau, ook op de weg die progressie maken en zo een betere tijdrijder worden. Ik hoop dat ik dat volgend jaar kan doen. Jawel, ik denk vooruit, al aan de Spelen in Tokio van 2020. Mijn carrière er stoppen op een hoogtepunt zou geweldig zijn.”
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier