Aangename kennismaking met de broertjes Landerwyn

??? (Foto Beau Vandevyvere)
Redactie KW

Een koersfamilie, we komen het wel vaker tegen. Zo ook in Stavele, waar Jona en Josia Landerwyn intussen beiden de weg naar het peloton hebben weten te vinden.

Stavele, een afgelegen dorpje in de Westhoek, langs de ene kant grenzend aan Frankrijk, langs de andere kant aan de IJzer. Bij de meesten onbekend of je moet liefhebber zijn van ‘t Hof van Commerce en hun befaamde Breughelbuffet. Of… je bent een kenner van de koers. Want er woont behoorlijk wat talent op twee wielen in Stavele. Stan Dewulf, volgend jaar neoprof bij Lotto-Soudal, zal bij de meesten wel een belletje doen rinkelen en ook zijn jongere broer, Gust, heeft de smaak te pakken gekregen. Sinds kort kunnen de inwoners er echter ook supporteren voor een nieuw broederpaar: de broertjes Landerwyn. Jona (16) reed in april vorig jaar zijn eerste koersen en afgelopen weekend maakte Josia (13) zijn wielerdebuut. Tijd voor een kennismaking!

Josia, jij reed zaterdag in Koekelare je eerste veldrit. Hoe is het meegevallen?

Josia: “Behoorlijk goed, voor een eerste keer toch. Ik heb me geamuseerd en dat is het belangrijkste. Het was behoorlijk modderig en daarvoor ben ik crosser geworden. Vanaf nu ga ik proberen om elk weekend een veldrit mee te pikken.”

“Josia denkt dat hij bergop kan volgen. Maar eigenlijk heeft hij nog nooit een heuvel opgereden”

Jona: “Elke week zal het wel een beetje beter gaan. Al doende leert men, hé. Hij heeft ook nog maar een goede maand zijn crossfiets en is pas dan begonnen met specifieke trainingen. Bovendien had hij ook wat pech met de loting. Hij moest helemaal achteraan starten, maar kon toch enkele plaatsjes opschuiven. Dat moet hem vertrouwen geven.”

Geef jij hem dan wat tips, Jona?

Jona: “Goh, ik probeer hem zoveel mogelijk te helpen. Ik ben zeker geen expert en met veldrijden heb ik eigenlijk geen ervaring. Het enige wat ik echt kan doen, is hem een beetje geruststellen.”

Josia: “En we gaan regelmatig samen trainen.”

Jona: “Vooral in het weekend dan. Tijdens de week ligt dat wat moeilijker met school en zo. En er is natuurlijk nog steeds een leeftijdsverschil van drie jaar. Het is voor aspiranten niet nodig om al uren in het zadel te zitten, maar dan rijden we gewoon een stukje samen. Josia kan trouwens al behoorlijk goed volgen.”

Josia: “Enkel als hij stevig doortrekt, moet ik passen.”

Jona: (lacht) “Hij denkt zelfs dat hij me bergop zou kunnen bijhouden. Maar hij heeft eigenlijk nog nooit een heuvel opgereden. Dat gaan we nog eens moeten doen: samen naar de Kemmelberg trekken. We zullen dan wel eens zien hoelang je mijn wiel kan houden. Ik geef hem tot de helft.”

Het beste advies dat je hem kan geven, is misschien wel om door te zetten? Want ook jouw eerste wedstrijden waren niet echt denderend.

Jona: “Dat mag je gerust zeggen. Als eerstejaarsnieuweling mocht ik al tevreden zijn als ik mijn koersen kon uitrijden. Dan verliep het dit seizoen een pak beter. Ik kon vlot standhouden in het peloton en finishte zelfs een aantal keer in de top 20. Een tiende plaats in Zandvoorde was mijn beste resultaat. Het scheelt natuurlijk een pak dat ik nu één van de oudere renners was, maar ik heb veel geleerd in de afgelopen twee jaar en voelde me gewoon sterker in koers. Daarvoor moet ik ook mijn team, CT Houtland-Westkust, bedanken. Het is een kleine ploeg, maar we worden uitstekend begeleid en de sfeer is top. Het is altijd plezant op ploegtraining en met Kenneth Verstegen rijdt er een echte beer in de groep. Voordeel is wel dat je uit de wind zit in zijn wiel. Als je dat kan houden tenminste.” (lacht)

En nu zitten ze bij jullie thuis dus met twee coureurs. Komen jullie dan uit een echte koersfamilie?

Jona: “Dat niet, neen. Papa is een liefhebber en fietst zelf regelmatig, maar dat is het zo’n beetje. Ik ben met koersen begonnen door een vriend uit mijn klas, Gust Dewulf. Voordien volgde ik het wielrennen wel. Ik vond het altijd al een mooie sport. Maar pas toen Gust in competitie trad, heb ik ook de stap gezet.”

Josia: “En ik ben het voorbeeld van mijn grote broer gevolgd. Ook onze ouders zijn ondertussen behoorlijk koersminded geworden. Ze gaan naar onze wedstrijden, brengen ons naar trainingen, geven tips….”

Jona: “We kunnen zeker niet klagen.”

Josia: “Maar mijn fiets moet ik wel zelf kuisen.”

Jona: “Jij maakt hem ook vuil, hé.” (lacht)

Lijken jullie ook op elkaar als renner?

Josia: “Dat zou ik niet meteen durven te zeggen.”

Jona: “Jij doet liever veldrijden. Ploeteren door de modder, in de regen… dat is echt niks voor mij. Geef mij maar de weg en de warmte. Dat is toch veel toffer?”

“Jona en ik gaan regelmatig samen trainen. Enkel als hij stevig doortrekt, moet ik passen”

Josia: “En ook onze voorbeelden zijn verschillend. Ik ben fan van Wout van Aert, terwijl Jona voor Mathieu van der Poel support. Hij zal het dan ook niet laten liggen om een nieuwe nederlaag er nog wat dieper in te wrijven. Maar mocht Van Aert straks wereldkampioen worden, pak ik hem terug. Zeker weten!”

Jona: “Daar heb je broers voor. Over het algemeen komen we wel goed overeen, maar blijkbaar niet als het op onze idolen aankomt. Alhoewel, Alejandro Valverde vonden we beiden wel een mooie wereldkampioen.”

En om af te sluiten: het is bijna Nieuwjaar. Wat mogen we jullie wensen op sportief vlak in 2019?

Josia: “Gewoon veel fietsplezier en elke week een beetje beter worden.”

Jona: “Ik weet niet of het al voor volgend jaar zou zijn, maar ik zou me graag eens willen toeleggen op het mountainbiken. Lijkt me wel leuk om te doen. Maar dat zal nog niet voor meteen zijn.”

Eerst nog de examenperiode doorspartelen?

Jona: “Dat komt wel in orde.”

Josia: “En in de kerstvakantie kunnen we dan eens samen naar Kemmel trekken.” (lacht)