Na twee imponerende overwinningen in drie sets, tegen Menen en in Aalst, reist Knack zaterdag naar eeuwige rivaal Maaseik dat enigszins met de rug tegen de muur staat na de 3-1-nederlaag in Menen. Roeselaarse winst brengt Knack in poleposition voor de finale.
Of verstoort corona alsnog de Champions Final 4? Die andere wedstrijd voor zaterdag – Aalst-Menen – is alvast uitgesteld tot vermoedelijk midden volgende week. Beide Aalsterse spelverdelers, de Pool Kamil Droszynski en Seppe Van Hoyweghe, testten begin deze week positief nadat zaterdag al Seppe Baetens door corona noodgedwongen verstek moest geven tegen Knack. Aalst kan dus geen volledige ploeg meer tussen de lijnen brengen, wat tot uitstel heeft geleid.
“Dat is uiteraard heel ambetant nu wij in de beslissende fase gekomen zijn”, zegt spelverdeler Stijn D’Hulst (30). “De kalender zit al krap en wij kunnen elk noodgedwongen uitstel zeker missen in deze rush naar de titel. Temeer omdat alles bij ons op het juiste moment in de goede plooi gevallen is.”
Twee mogelijkheden
Deze derde speeldag met de verplaatsing naar Maaseik en de terugmatch, een week later op vrijdag 15 april, kan Knack de finalekansen vergroten. Winst zet Roeselare op rozen voor de finale. “Het is uiteraard een belangrijke fase in deze minicompetitie. En er zijn twee mogelijkheden. Als wij de volle winst halen in Maaseik, komt dat finaleticket wel erg dichtbij.
Een nederlaag in drie of vier sets brengt ons weer naar af, want dan staan wij weer op de beginsituatie van de play-offs, weliswaar met dan nog twee thuiswedstrijden op het programma als voordeel. Wint Menen die uitgestelde wedstrijd tegen Aalst volgende week, dan wordt het knokken tot de laatste wedstrijd in deze play-offs vooraleer beide finalisten bekend zijn.”
Regulier kampioen
Voor beide titelpretendenten is het een atypisch seizoen omdat zowel Maaseik als Roeselare, door diverse omstandigheden overigens, moeilijk het betere niveau haalden en konden aanhouden. Beide speelden nog maar twee keer tegen elkaar en dat leverde twee keer winst op voor de Limburgers. Eind november verloor Knack de heenwedstrijd van de reguliere competitie met 3-2 (15-12 in de belle) nadat het twee keer op voorsprong kwam in sets.
In de terugwedstrijd had Knack tegen Maaseik maar één punt meer nodig om regulier kampioen te worden, maar verloor met 1-3 van Maaseik. Knack werd alsnog regulier kampioen via het bondsparket, omdat Maaseik in de wedstrijd tegen Haasrode Leuven onterecht de nieuw aangetrokken spelverdeler Vanker opstelde.
“Ik herinner mij die uitwedstrijd maar al te goed, want die kwam kort na de bekeruitschakeling door Menen. In de terugwedstrijd misten wij Matthijs Verhanneman, die nog revalideerde van zijn enkelblessure die hij tegen Friedrichshafen opliep. Maar het klopt dat wij beide de betere prestaties te veel met wedstrijden van minder niveau afwisselden. Bij Maaseik kwam er zelfs een trainerswissel aan te pas om weer naar dat betere niveau te kunnen groeien.”
De twee recente overwinningen geven Knack wel een boost van vertrouwen, zegt Stijn D’Hulst. Zelf haalde hij ook uit als in zijn beste dagen. Met die heel gevarieerde, soms zelfs subliem verrassende slagen, zette hij de verdediging van de tegenspelers regelmatig op het verkeerde been. “Wij groeiden de jongste weken naar ons topniveau. Dat kon alleen maar omdat wij in die enkele weken in de aanloop naar deze minicompetitie op training hard werkten en ook al een hoog niveau haalden.”
“De terugkeer van onze kapitein Verhanneman is daar evenmin vreemd aan. Met hem erbij heeft de ploeg toch meer maturiteit én gedrevenheid. Elke speler kan weer dat extraatje geven, ook in receptie en recuperatie. En dan is het ook voor mij gemakkelijker de aanval vlot te sturen en de ploeg aan de overkant te domineren.”
Die wedstrijd zaterdag wordt dus heel belangrijk, beseft ook D’Hulst. “Kunnen wij op ons elan doorgaan, dan moeten wij ervan profiteren om Maaseik nog meer onder druk te zetten. Wij bewezen beide overigens al dat wij, als het echt om de prijzen gaat, een tandje kunnen bijsteken. Dan moet het voor ons nu maar gebeuren.”
(RB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier