Laatste derby tussen Par-ky Menen en Knack Roeselare ?

Redactie KW

De onzekerheid over de toekomst van Par-ky Menen overschaduwt de komende derby tegen Roeselare. Toch schuiven de kapiteins Jelle Sinnesael en Hendrik Tuerlinckx de perikelen bij Par-ky even aan de kant om terug te blikken op de tien seizoenen die ze al achter de kiezen hebben bij hun club. En om ook al eens te mijmeren over de toekomst.

Jelle Sinnesael (33) en Hendrik Tuerlinckx (31) mogen dan wel aartsrivalen zijn op het parket, ernaast kunnen ze het fantastisch goed met mekaar vinden. Het interview willen ze dan ook koppelen aan een etentje omdat ze door hun drukke gezinsleven en hun volleybezigheden niet vaak de kans krijgen om mekaar nog te zien. Tuerlinckx kiest voor de Mokkabar in hartje Roeselare. Het zou het decor worden van een gezellige babbel tussen makkers die mekaar eindeloos respecteren.

Jullie zijn aan jullie elfde seizoen toe bij dezelfde club op het hoogste niveau. Wordt het niet saai na al die jaren?

Jelle Sinnesael: “Neen, ik blijf het de max vinden. Menen is de club van mijn hart, dat had ik nooit verwacht toen ik Marke-Webis destijds verliet. Ik had nooit gedacht dat ik mij elders dan in Marke zo goed zou voelen.”

Hendrik Tuerlinckx: “Voor mij is het een verrassing dat ik al zo lang rondloop op Schiervelde aangezien ik niet van de streek ben (hij is van Averbode afkomstig, red.). Ik had altijd gedacht dat Roeselare een voorbode zou zijn van een buitenlandse loopbaan, maar het is anders uitgedraaid. Maar saai is het niet.”

Nochtans kregen jullie in de loop van de jaren genoeg kansen om jullie te verbeteren bij een andere club.

Jelle: “Dat ik nooit op zo’n aanbod inging, heeft verschillende redenen. Enerzijds omdat ik mij goed voel bij Menen en anderzijds omdat ik in dezelfde stad ook parttime leraar ben. Lesgeven in combinatie met topvolley is financieel interessant en dat wilde ik niet opgeven. Roeselare trok recent wel serieus aan mijn mouw en het voorstel kon me ook bekoren, maar toch heb ik voor de zekerheid van Menen gekozen.”

Ik ben bij Menen begonnen met het idee dat ik het op dit niveau nooit zou kunnen waarmaken

Hendrik: “Aanvankelijk zou mijn vrouw met mij meegaan als ik naar een buitenlandse club zou verkassen. Eens er kinderen waren, stond ze daar toch anders tegenover. Maar het grootste probleem voor mij was de timing. Telkens ik een aanbieding kreeg die me echt interesseerde, lag ik nog onder contract. Zo misliep ik vier jaar geleden een droomtransfer naar Rzeszow in Polen. Maar ik sluit niet uit dat ik ooit nog buitenlandse oorden opzoek.”

Jullie zijn ondertussen goede vrienden. Was er van meet af aan een klik?

Hendrik: “Eigenlijk is het nog maar een paar jaar dat we echt goed overeenkomen. Dat komt voornamelijk omdat we veel gemeenschappelijke vrienden hebben. Stijn Dejonckheere heeft een belangrijk aandeel in onze band.”

Jelle Sinnesael en Hendrik Tuerlinckx zijn beiden dertigers, kapitein van hun team en aan hun elfde seizoen bij respectievelijk Par-ky Menen en Knack Roeselare bezig. (foto MPM)
Jelle Sinnesael en Hendrik Tuerlinckx zijn beiden dertigers, kapitein van hun team en aan hun elfde seizoen bij respectievelijk Par-ky Menen en Knack Roeselare bezig. (foto MPM)

Jelle: “Als prille twintiger ben je ook minder met de tegenstander bezig. Ik vind dat het wederzijds respect enorm gegroeid is doorheen de jaren.”

11 seizoenen bij dezelfde club zorgt natuurlijk voor veel herinneringen. Wat zijn jullie meest memorabele momenten?

Jelle: “Het eerste jaar als prof vergeet ik nooit. Ik huppelde rond in Menen met de gedachte dat ik het nooit zou waarmaken op het hoogste niveau. Eerlijk: voor mij was het een uitgemaakte zaak dat ik na één seizoen een retourticketje naar Marke zou krijgen. Uiteindelijk speelde ik twee Europese halve finales en zou ik met Menen toch ook een paar keer winnen van grote broer Roeselare.” (grijnst in de richting van Tuerlinckx)

Tuerlinckx: “Ik denk dat je minstens vier keer won van Knack, hoor. Maar op 70 of 80 confrontaties is dat natuurlijk ook niet zo heel veel. (schatert het uit) Voor mij blijven de meest memorabele momenten de beker- en de titelfinales. Maar ik kan evenveel genieten van een wedstrijd in de Champions League en natuurlijk behoren matchen in de ‘Hel van Menen’ ook tot dit leuke rijtje.”

Wat blijft er jullie bij van die onderlinge confrontaties?

Jelle: “Eén keer klopten we Knack toen het er echt toe deed, vorig seizoen met Winkelmuller en Gorski. De wedstrijd kwam toen live op televisie en het werd een zotte bedoening. Ik blokte Coolman af op matchpunt.”

Hendrik: “De matchen tegen Par-ky op Schiervelde blijven me weinig bij, maar die in de ‘Hel van Menen’ wel. Het speciale sfeertje daar vind ik geweldig. Meestal krijgen we het er ook moeilijk. Daar twee of drie punten pakken geeft me daarom telkens weer een enorme voldoening.”

Woensdag spelen jullie nog maar eens tegen mekaar. De vorige twee confrontaties bood Menen bijna geen weerwerk. Waarom kan het dit keer anders uitdraaien?

Jelle: “De eerste wedstrijden na Nieuwjaar zijn altijd een dubbeltje op zijn kant. Het feit dat we Europees niet meer meedoen, speelt ook in onze kaart. Roeselare zal allicht heel zwaar trainen om in de play-offs te pieken. Ook dat is in ons voordeel.”

Hendrik: “Voor Menen staat die match met stip in de agenda terwijl wij in deze periode nog wedstrijden in de Champions League spelen en ons op de bekerfinale voorbereiden. Dat kan een valkuil zijn.”

Laatste derby tussen Par-ky Menen en Knack Roeselare ?

Jullie trainers doen het opvallend goed. Hoe komt dat?

Jelle: “Steven Vanmedegael luistert enorm naar zijn spelers terwijl Rousseaux meer overkwam als een alleenheerser. Ook Hendrik heeft een belangrijke rol in het goed functioneren van Vanmedegael. Ze overleggen vaak met elkaar.”

Hendrik: “Menentrainer Ratko Peris ken ik niet zo goed, maar als je ziet wat hij kan bereiken met een club als Par-ky, dan kun je niet anders dan daar respect voor opbrengen. Vorig jaar werd hij zelfs herfstkampioen met een club met beperkte middelen. Je merkt ook dat hij telkens een goed plan heeft als hij tegen ons speelt.”

Wat is jullie precieze rol als kapitein?

Hendrik: “Dat is een heel onderschatte functie. Een nieuwe kapitein zoeken en vinden is niet altijd simpel. Kijk maar hoe Knack sukkelde na het tijdperk-Contreras. Kapitein zijn is niet zomaar een titel die je krijgt als je wat ervaring hebt opgedaan. Het vergt heel wat energie op en naast het parket. Het is een job op zich.”

Ik ga mijn carrière niet uitmelken. Het is ofwel spelen op een goed niveau Hendrik Tuerlinckx

Jelle: “Ja, ik vind het zelfs een passie. Je staat als kapitein toch symbool voor jouw club en dus moet je ook jouw verantwoordelijkheid opnemen in dergelijke rol.”

Als dertigers denken jullie allicht ook al eens aan het einde van jullie actieve spelerscarrière?

Hendrik: “Ik zou toch graag tot mijn 36ste op het hoogste niveau acteren. Maar of het lichaam dat ook zal toelaten, kan ik nu nog niet inschatten. Uitbollen? Daarover wil ik nog geen woord horen. Maar als het dan toch zo ver komt, dan zal het bij Averbode zijn. In die club is het voor mij allemaal begonnen en als ik daar ook kan eindigen, zou de cirkel rond zijn. Je zult mij in principe niet zien spelen bij pakweg Gent of Guibertin. Ik ga mijn carrière niet uitmelken. Het is ofwel op goed niveau ofwel stoppen.”

Jelle: “Ik geniet nu nog te veel van het spelletje, maar als ik voel dat het niet meer gaat, dan zal ik er geen probleem mee hebben om een stap opzij te zetten.”

En wat biedt het leven na de topsport?

Hendrik: “Ik ben recent gestart met een trainerscursus. Het coachen op zich spreekt me wel aan en na 15 jaar in het topvolleybal kan ik er ook ‘iets’ over vertellen. Ik heb zeker nog ambities in de topsportwereld.”

Jelle: “Het is zeker dat ik actief blijf in het volleybalmilieu. Als assistent van een A-ploeg of misschien vind ik wel iets in de jeugdopleiding.”

Hoe groot is de kans dat jullie nog professioneel samenwerken op volleybalgebied?

Hendrik: “Ik schat die kans niet bijster hoog in, maar het verleden heeft mij geleerd dat zaken soms anders kunnen lopen dan je in gedachten had.”

Jelle: “Samen in dezelfde ploeg spelen, zie ik niet meer gebeuren.”

Hendrik: “Maar na de actieve loopbaan zou het misschien wel kunnen. Wie weet vormen we ooit nog een trainersduo?”

Jelle: “Met jij als mijn assistent?”

Hendrik: “Als dat evenveel betaalt, is het goed. Neem jij dan maar de eindverantwoordelijkheid.” (hilariteit alom)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier