Knack Roeselare mag dromen van terugkeer poulain Stijn D’Hulst

Stijn D'Hulst hier in Roeselareshirt in 2017 na de bekerwinst tegen Maaseik. © MPM
Maxime Petit
Maxime Petit Sportmedewerker

Stijn D’Hulst is na een maand quarantaine in Italië terug in zijn Kortrijk. De spelverdeler van wereldkampioen Lube Civitanova onderhoudt momenteel op eigen houtje zijn conditie en onderhandelt over een nieuw volleybalcontract. Ook Knack Roeselare schoof al aan de figuurlijke onderhandelingstafel. “Enerzijds wil ik graag terugkeren naar mijn oude liefde, maar anderzijds ben ik ook nog jong en sta ik nog open voor een buitenlands avontuur.”

De 28-jarige spelverdeler zit dus met dubbele gevoelens en dat valt perfect te rijmen met de twee fantastische seizoenen die D’Hulst kende in Civitanova waar hij zowat alle prijzen pakte. “Weliswaar niet als eerste spelverdeler”, voegt hij er meteen aan toe. Met de Braziliaan Bruno – allicht de beste ter wereld – is dat ook niet zo verwonderlijk. “Maar toch verlang ik ergens om weer als eerste passeur aan de bak te komen. Het is toch een heel andere beleving, zo kon ik in januari nog merken toen ik bij de Red Dragons wel de status van nummer één genoot. Als ik terugkeer naar Knack dan wordt het ook om in de basis te staan, dat signaal heeft het bestuur me toch gegeven. Ja, dat zou een uitdaging zijn want vroeger bestonden daar altijd twijfels over. Maar nu ben ik toch behoorlijk zeker dat ik de huidige ploeg naar een hoger niveau kan tillen.”

Eerst nog paar jaar buitenland?

Waarom tekent hij dan niet gewoon bij zijn Knack? “Was alles maar zo simpel”, zucht hij. “Natuurlijk is Knack een fantastische club die goed gestructureerd is en waar ik alles en iedereen ken. Maar sportief gezien kan ik misschien nog hoger mikken. Soms denk ik dat ik te vroeg terugkeer en dat ik me eerst nog een paar jaren in het buitenland moet tonen, maar op een ander moment besef ik dan dat Knack mijn club is. Bovendien dicht bij huis en vlakbij mijn familie.”

In tegenstelling tot een bericht in Volleymagazine moet D’Hulst niet vertrekken bij Civitanova. “Integendeel, want ze willen mij houden. De bal ligt duidelijk in mijn kamp, maar ik heb nog even bedenktijd gevraagd. Allicht zal ik op korte termijn de knoop kunnen doorhakken. Ik sluit niets uit, zelfs een avontuur in Polen staat bij de mogelijkheden. De club Bedzin deed me een concreet en aantrekkelijk voorstel. Dat spreekt me ook aan dus wordt het de komende dagen nog volop wikken en wegen.”

Tegengehouden door Italiaanse politie

D’Hulst keerde pas vorige week terug naar België na een lastige maand in Italië. Zijn laatste match speelde hij op 8 maart achter gesloten deuren. “Nadien zat ik 30 dagen in quarantaine omdat de coronamaatregelen in Italië veel ingrijpender werden. Zo mocht je niet verder dan 100 meter van je woonplaats komen om te wandelen of te lopen. Eén keer hield de politie me tegen tijdens een strandloopje, maar ik kwam er gelukkig met een verwittiging van af. Misschien heeft het truitje van Lube dat ik aanhad wel geholpen om de boete te ontlopen. Ze wisten dat ik er speelde”, lacht D’Hulst.

De solidariteit was mooi om zien. Toen een paar buurtbewoners hoorden dat ik alleen woonde, brachten ze me prompt wat Italiaanse gerechten.

“Ik spendeerde veel tijd op mijn terras en ‘s avonds belde ik naar vrienden en familie. De situatie was niet eenvoudig: ik alleen op een appartement in Italië, mijn vriendin alleen in Kortrijk en mijn moeder ook alleen thuis in België. Dat klopte niet in mijn hoofd. Al weet ik dat er andere mensen zijn voor wie de situatie nog veel moeilijker lag. Maar toch. Gelukkig trainden we dagelijks ook drie kwartier met onze fysieke clubtrainer via webcam. Hij toonde de oefeningen voor die wij dan in een gezamenlijke videocall moesten nabootsen. Je zag je ploeggenoten dus gewoon de oefeningen uitvoeren op je computer en dat leverde soms hilarische taferelen op. In de supermarkt was het minder plezant want daar merkte je de angst op de gezichten van de Italianen. Ze durfden ook niet naderen in een rayon. De solidariteit daarentegen was wel mooi om zien. Iedereen praatte op afstand met mekaar. Toen een paar buurtbewoners hoorden dat ik alleen woonde, brachten ze me prompt wat Italiaanse gerechten. Om 20 uur kwam iedereen ook steevast op het balkon om samen iets te drinken en om de zorgverleners al klappen een hart onder de riem steken. Het ging er soms heel luid aan toe.”

Stijn D'Hulst vloog met één medepassagier van Rome naar Brussel.
Stijn D’Hulst vloog met één medepassagier van Rome naar Brussel.© gf

“Van zodra de bond op 9 april besliste de competitie te beëindigen zocht ik een vlucht naar België. Gelukkig kon ik voor 120 euro van Rome naar Zaventem vliegen. Ik huurde een auto met m’n Braziliaanse ploeggenoot Bruno om op de luchthaven te geraken en we beschikten over een attest om samen in de wagen te zitten. Ergens ook logisch want we kwamen beiden uit een strenge quarantaine. Onwezenlijke toestanden wel tijdens de reis naar België met een lege luchthaven in Rome, een vlucht met twee passagiers en zeven personeelsleden en een verlaten luchthaven in Zaventem. Ik kon het land zomaar zonder controle binnen. Niemand zei me dat ik in quarantaine moest en mijn lichaamstemperatuur werd zelfs niet gemeten. Ja, die laksheid verbaasde me wel.”

Stijn D'Hulst kwam aan in een zo goed als lege luchthaven in Zaventem.
Stijn D’Hulst kwam aan in een zo goed als lege luchthaven in Zaventem.© MPM

Huwelijk Anshel Ver Eecke

In België geniet de Kortrijkzaan van de bewegingsvrijheid die hij in Italië niet had. “Ik ga geregeld lopen en fietsen en eigenlijk is het gek hoeveel volk je op straat tegenkomt. Wat een contrast met Italië waar je zelfs niet mocht fietsen. Voorts help ik mijn vriendin die een eigen zaak runt en ik kan nu ook eindelijk profiteren van wat tijd in mijn huis. Ik kocht dat anderhalf jaar geleden, maar was er amper. Dat is nu helemaal anders.”

Het hadden nog mooiere maanden moeten worden voor D’Hulst die eind mei het vrijgezellenfeest van zijn vroegere ploegmaat Anshel Ver Eecke zou vieren. “Maanden keek ik uit naar dat event, maar ook dat kan niet doorgaan. Het huwelijksfeest op 12 juni is officieel nog niet afgelast, maar dat ziet er toch niet goed uit. Het zou zo’n mooi weerzien zijn met zovele vrienden. We koesteren misschien tegen beter weten in nog een sprankeltje hoop.” (Maxime Petit)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier