Knack Roeselare trainde na nederlaag keihard voor de komst van Maaseik

Pieter Coolman in de reguliere competitie tegen Maaseik, dat in Schiervelde met 1-3 kwam winnen. © VDB
Redactie KW

Knack Roeselare opende de Champions Final 4 vorige week met een 3-1-nederlaag bij Lindemans Aalst. Dat hakte er serieus in bij de spelersgroep van Steven Vanmedegael. De voorbije week werd scherper dan ooit getraind voor de belangrijke thuiswedstrijd van vanavond zaterdag tegen Maaseik. Geboren Bruggeling Pieter Coolman (29) over zijn topsportloopbaan én de titelstrijd.

Hoe rolde je in het volleybal?

Pieter Coolman: “Ik begon te volleyballen via mijn vader Frank en moeder Ann Vandendriessche, die beiden volleybalminded waren. Ik was in mijn eerste sportjaren voetballer en koos pas op 12-jarige leeftijd voor volleybal bij het toenmalige Smashing Brugge. Na één seizoen trok ik naar Rembert Torhout waar ik de jeugdreeksen doorliep en tot in de kern van de ploeg in eerste nationale doorstootte. Daarna volgde een transfer naar Lendelede in Liga B en in 2010 verkaste ik naar Menen. Na twee seizoenen ging ik naar Roeselare, waar ik nu aan mijn zevende seizoen bezig ben.”

Wanneer groeide het besef dat je profspeler kon worden?

“Dat was in mijn eerste seizoen bij Menen. Tot dan trainde ik hoogstens drie keer per week. Die intensiteit werd bij Menen onder coach Kris Tanghe opgedreven en ik werd uitgenodigd voor de nationale ploeg. Ik maakte in mijn eerste seizoen veel progressie, onder meer door die opgedreven trainingsintensiteit. Het tweede seizoen bij Menen was Alain Dardenne er trainer en kende ik sportief een heel sterk jaar dat de interesse van meer clubs wekte.”

Ik kreeg meerdere keren aanbiedingen uit het buitenland, maar de ene keer koos ik sportief voor Roeselare, een andere keer om familiale redenen

Ooit gedroomd van een buitenlands avontuur? En zo ja, leeft die ambitie nog altijd?

“Na twee seizoenen Menen kreeg ik verschillende aanbiedingen. Onder meer vanuit het buitenland. Maar ik kreeg ook een uitnodiging om met Roeselare aan tafel te zitten. Het was toen de bedoeling dat Alain Dardenne bij Knack de opvolger zou worden van Dominique Baeyens en ik zou meegaan. Uiteindelijk koos Roeselare voor Emile Rousseaux, maar ik opteerde toch voor Knack Volley. Ik kreeg later aanbiedingen uit het buitenland, maar de ene keer koos ik sportief voor Roeselare, een andere keer om familiale redenen. Samen met mijn vrouw Lien Tack woon ik in Tielt. In april opent Lien een fitnesszaak in Pittem en dat zal mij wel in Roeselare houden.”

Een modaal voetballer bij een Belgische club verdient heel wat meer dan een topvolleyballer in België. Ben je daar jaloers op?

“Helemaal niet. Bij Roeselare worden wij goed verloond en het is nu eenmaal de realiteit dat voetbal een sport is waarin het meest betaald wordt. Daar zal de eerstvolgende jaren niet veel aan veranderen.”

Wij vormen een verzameling winnaars die het om te verliezen

Hoe bekijk je de ontwikkelingen in het topvolleybal met elk jaar clubs die het moeilijk krijgen, zoals Menen en Zoersel waar de toekomst onzeker is?

Ik vind dat vooral jammer voor collegaspelers die met deze moeilijkheden geconfronteerd worden. Daardoor ook worden de plaatsjes in het topvolleybal wel heel duur. Bij het sterk gestructureerde Knack Roeselare zitten wij op dat vlak toch in een luxepositie. Die problemen zullen wij niet kennen. Als speler kunnen wij er niet veel aan veranderen. Dat is materie voor de beleidsmensen van zowel de clubs als het verbond.”

Al plannen voor na het volleybal?

“Daar ben ik momenteel nog helemaal niet mee bezig. Ik heb na dit seizoen nog een contract voor één jaar en zal er dan 31 zijn. Er kunnen wat mij betreft best nog enkele seizoen als speler bij. Ik heb een diploma accountancy-boekhouding op zak. Het kan dus alle kanten uit. Misschien werk ik in onze eigen zaak of word ik zelfs trainer… Ik hou alvast heel wat pistes open, maar zowel fysiek als mentaal kunnen er zeker nog enkele seizoenen topvolleybal bij.”

Hoe ging de groep om met het tegenvallende resultaat van vorige zaterdag in Aalst?

“Het eerste uur na de wedstrijd is het stil in de kleedkamer, de ontgoocheling komt binnen. Maar zo’n nederlaag draag je als groep en er wordt niet naar elkaar gewezen. ‘s anderendaags besef je dat er nog niets verloren is. Wij kunnen niet ontkennen dat er voor de wedstrijd van zaterdag thuis tegen Maaseik druk is, maar die motiveert ons om nog scherper te trainen zoals wij deze week deden.”

Je won met Knack al vijf bekers en evenveel titels. Treedt er gewenning op die naar een zekere gelatenheid leidt na een nederlaag?

“Helemaal niet. Integendeel! Wij zijn een verzameling winnaars die het haten om te verliezen. Ook dit seizoen zullen we niet tevreden met de finale, wij willen die ook winnen.”

Zaterdag 23 maart om 20.30 uur: Knack Volley Roeselare – Greenyard Maaseik.