Hugo Broos: “Zulte Waregem kan via play-off 2 nog Europees voetbal afdwingen”

Hugo Broos laat zijn licht schijnen over zijn twee ex-clubs Zulte Waregem en Anderlecht, die dit weekend tegenover elkaar staan. (Foto Belga) © BELGAIMAGE
Redactie KW

Sinds vorig jaar is hij God in Kameroen, maar voorlopig zit hij weer werkloos thuis. Zaterdag zal hij aandachtig de partij volgen tussen Zulte Waregem en Anderlecht, twee clubs waar hij als trainer actief was.

In de zomer van 2002 werd u coach van Anderlecht, als opvolger van Aimé Anthuenis. Hoe kijkt u terug op die periode?

“Ik had dat jaar met Moeskroen de bekerfinale verloren van Club Brugge en met Excelsior mooie successen beleefd. Voorzitter Jean-Pierre Detremmerie had me bij mijn aanstelling in 1997 op sportief vlak carte blanche gegeven, waardoor we tot een subtopper uitgroeiden. Dat was ook de buitenwereld niet ontgaan: ik was topkandidaat om na afloop van het WK in Japan en Zuid-Korea Robert Waseige als bondscoach op te volgen. Ik sloeg dat aanbod af, onder meer uit loyaliteit naar Detremmerie toe. Toen Michel Verschueren me polste om coach van Anderlecht te worden, kon ik dat aanbod onmogelijk afslaan, tot grote woede van Detremmerie. Bij RSCA kreeg ik echter een verzadigde, zelfs ‘volgevreten’ spelersgroep onder mijn hoede: na verschillende kampioenstitels en een succesvolle Champions League-campagne was de sportieve honger wat weggeëbd.”

Welke gevolgen had dat op sportief vlak?

“Ondanks een moeilijk eerste seizoen eindigden we alsnog tweede. Het jaar daarop stonden we op een bepaald moment een straat voor op de rest. Alleen al omdat we mentaal aan het uitbollen waren, kwam Club nog terug tot op acht punten.

“Bij Anderlecht moest ik via een journalist vernemen dat ik ontslagen zou worden”

Ik tekende na die landstitel tot ieders tevredenheid voor twee jaar bij, maar toen in het derde seizoen kleppers als Zetterberg en Jestrovic ontevreden rondliepen, deed het bestuur op geen enkel moment enige moeite om me uit de wind te zetten. Integendeel: na vier moeilijke maanden moest ik telefonisch via een journalist vernemen dat ik ontslagen zou worden. Sindsdien heb ik nooit vrijwillig nog een voet op Anderlecht gezet, hoewel ik er twaalf seizoenen heb gespeeld en er drie jaar trainer was.”

Met welk gevoel kijkt u naar wat er momenteel allemaal bij paars-wit gebeurt?

“Met veel ongeloof vooral. De manier waarop de club voor Nieuwjaar halsoverkop verkocht moest worden, doet afbreuk aan de ‘grandeur’ die lange tijd zo typisch was voor Anderlecht. Als ik zie wie er nu allemaal titularis is, zie je dat ze de lat door de jaren heen een stuk lager hebben moeten leggen. Misschien komt daar verandering in met Marc Coucke aan het roer, maar dit seizoen geloof ik nooit dat RSCA Club Brugge nog een strobreed in de weg kan leggen voor de titel.”

Op 27 oktober 2010 werd u coach van Zulte Waregem, maar lang heeft die samenwerking niet geduurd?

“Ik kwam bij Essevee nadat ze Bart De Roover hadden ontslagen. De voornaamste bekommernis van Willy Naessens en Vincent Mannaert, het toenmalige leidende duo, was om de club in eerste klasse te houden. Ik zette eerst orde op zaken in de kleedkamer. Nadat de ‘operatie redding’ was geslaagd, tekende ik samen met hulpcoaches Eddy Vandenberghe en Gianny De Vos de krijtlijnen voor het volgende seizoen uit. Mijn verbazing was groot toen Patrick Decuyper, de nieuwbakken sportief manager, me tijdens een bespreking dringend wegriep en de samenwerking beëindigde. Blijkbaar hadden een aantal spelers, die zich opzij gezet voelden, hun beklag gemaakt over mij. Die beslissing kwam als een donderslag bij heldere hemel.”

Welke link heeft u nog met Essevee?

Ik kom nog altijd heel goed overeen met Eddy Vandenberghe en Gianny De Vos, we gaan zeker één keer per jaar iets eten met onze echtgenotes. Die band heb ik ook met andere gewezen assistenten, zoals Franky Vercauteren en Jacky Munaron. De prestaties van de club volg ik nog van nabij, maar dat doe ik eigenlijk met al mijn vorige teams.”

Hoe evalueert u het seizoen van Essevee?

“Toen ze denderend aan het seizoen begonnen, achtte ik hen zeker in staat om zich voor play-off 1 te kwalificeren. Door die lange, slechte reeks tussen oktober en december hebben ze de ambities noodgedwongen moeten bijstellen, maar ze beschikken over de capaciteiten om via play-off 2 nog mee te dingen naar het laatste Europese ticket. Dat zal ook gelden voor andere ploegen die op het nippertje de boot van de top zes missen. De club heeft een verstandige keuze gemaakt door tijdens de winterstop een aantal routiniers, die iedereen weer op sleeptouw konden nemen, aan te trekken. Er is niets mis met jonge, talentvolle spelers kansen te geven, maar zij missen nog de rijpheid om én in de competitie én in de Europa League telkens opnieuw voor goede resultaten te kunnen zorgen. In elk geval deed het me veel plezier toen Essevee zich met een sterke periode na Nieuwjaar vrij snel in veiligheid kon spelen. Het illustreert nog maar eens het vakmanschap van Francky Dury in een club die hem duidelijk op het lijf geschreven is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier