Van doelman naar politicus: Gistels schepen Michel Vincke over zijn tijd tussen de palen

In maart 96 won deze ploeg van KE Gistel met 5-0 van White Star Oudenburg met staand vlnr: Michel Vincke, Gerdi Volckaert, Stefaan Andries, Filip De Baes, Bjorn Buffel, Jan Meirelevede – onder: Steve Schrauwen, John Caestecker, Karel Tanghe, Erwin Mylle en Jan Vandekerckhove.
Fons Roets
Fons Roets Medewerker KW

Ex-voetballer Michel Vincke is sinds 2006 politiek actief in Gistel. Hij leidt de Oostendse Poetsdienst en droomt ervan dat Rani, zijn dochter en lid van AC Gent, in 2024 ons land zal mogen vertegenwoordigen op de 4 x 100 meter tijdens de Olympische Spelen in Parijs.

Michel Vincke werd geboren op 9 juni 1968 in Oostende en groeide op in Mariakerke, als enig kind van Diane Hagers en Frank Vincke, ex-voetballer in eerste klasse. In 1992 behaalde hij het diploma van master economische wetenschappen aan de VUB. Na enkele interims als lesgever en zijn legerdienst, lag hij mee aan de basis van de klusjesdienst PWA, in 1994. Dat is geëvolueerd naar de Poetsdienst Oostende, sinds 2013 in de De Smet de Naeyerlaan, met 200 mensen in dienst. Michel werkt er al 26 jaar en is er nu directeur.

Dochter atlete

In 1999 ging Michel in Gistel samenwonen met Bea Van Buggenhout. In 2014 zijn ze getrouwd. Samen hebben ze vijf kinderen en twee kleinkinderen. Een derde is op komst. De jongste dochter Rani (21), studente master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, kan, als ze verder goed blijft presteren in de atletiek, Olympische atlete op de 4 x 100 meter worden in Parijs 2024.

Na zijn voetbalcarrière nam Michel, als lid van sp.a, in 2006 deel aan de verkiezingen in Gistel. In 2007 werd hij schepen van Financiën, Personeel, Tewerkstelling en Onderwijs. In de huidige legislatuur is Sociale Zaken in de plaats gekomen van Personeel. Ambitie om burgemeester te worden, heeft hij (nog) niet. Hij houdt vooral van zijn job als directeur van de Poetsdienst Oostende.

Van KVO naar Hermes

Michel groeide op in Mariakerke, op een beugschoot van het Albertpark en, net als vader Frank, wilde hij voetballen. “Van zodra het kon, sloot ik me aan bij AS Oostende”, vertelt Michel. “Het grote verschil was dat ik direct koos om doelman te worden. Van kleins af aan liep ik in keepersuitrusting, met grote handschoenen aan. Ik speelde mijn eerste officiële match als miniem op het tweede terrein aan het Media Center. Ik heb heel de jeugd in Oostende doorlopen. Ik stond vier jaar bij de juniores in doel en drie keer speelden we kampioen”, vertelt hij.

“Toen ik belofte werd, zat ik voor mijn studies ook al op kot in Brussel. De concurrentie was groot en door het feit dat ik alleen op vrijdag kon trainen, was dat moeilijk te combineren. Ik heb dan maar mijn transfer naar Hermes Oostende, eerste provinciale gevraagd. Ik speelde daar twee jaar, van ‘89 tot ‘91. Aan de universiteit kon ik me fit houden met zaalvoetbal. Ik werd geselecteerd voor de universitaire ploeg en ik kreeg zelfs aanbiedingen om in de nationale competitie, VZVB, te spelen met Bocholt, maar dat was niet te combineren.”

Na twee jaar Hermes kon Michel naar nationale bij Wevelgem, maar hij had al getekend voor KEG Gistel. “Trainer was Henri D’Hulster en ik vond het een hele eer met hem te kunnen voetballen. Het eerste jaar speelden we nog op het oude speelplein. Het tweede jaar verhuisden we naar de Kegge, het huidig stadion. In die vijf jaar KE Gistel heb ik maar twee wedstrijden gemist. Daar ben ik echt fier op. We stegen van derde naar tweede met de titel en haalden twee keer eindronde, met Stan Bollen. Ik had ook Martin Devloo en Luc Sanders, een pracht van een mens, als trainer. Ondertussen was ik ook jeugdtrainer geworden in Gistel, iets wat ik meer dan tien jaar bleef, van alle categorieën. Het was een schitterende tijd.”

Naar VGO en Koekelare

Na vijf jaar Gistel trok Michel voor twee jaar naar GS Middelkerke. Bij Gistel moest hij inleveren en dat vond hij niet terecht.

“Berre Deurwaerder kwam, Joris Dumarey werd keeper in Gistel en op vraag van Jan David ben ik naar Middelkerke gegaan”, vervolgt Michel. “De sfeer met Steve Depecker, Sven Seurynck, Dominique Maertens, Bart Stiers en Guido Dekuyper was top, maar het contact met het bestuur en voorzitter Robert Debeuckelaere was een drama. Als vijfde laatste zakten we uit eerste provinciale. Het tweede jaar was een fiasco met trainers Rudy Poorteman en Jean-Pierre Kyndt. Ik was nogal mondig en met Kerstdag vloog ik buiten. Het jaar erop werd Kyndt trainer in De Panne en ik ging met hem mee. Dat werden ook twee toffe jaren, met Geert Peel als trainer, Bartholomeus en Laurent Lahaeye als ploegmaten. We scoorden moeilijk, verloren telkens nipt en we zakten”, aldus Michel.

“Na De Panne vertrok ik voor twee jaar naar VG Oostende. Met trainer Joël Vandamme stegen we naar tweede. Het werd moeilijker en hij werd vervangen door Marc Catrysse. Het klikte niet tussen Marc en mij en ik heb het tweede seizoen niet uitgespeeld. Ik ben samen met Swietek naar SV Koekelare vertrokken. Dat was een warme club, een vriendenteam, en daar heb ik na vijf fantastische seizoenen, met trainers Johnny Delheye, Danny Couvreur, Dirk Ilegems én twee promoties, naar tweede en eerste, mijn carrière met glans afgesloten in 2007. Mijn mooiste herinnering is de 0-3-zege op het Albertpark tegen het grote VGO van Marc Catryssen en Jean-Claude Vanbiervliet.”

Bij de veteranen

Na Koekelare zette Michel een punt achter het veldvoetbal en hij stapte over naar de zaalcompetitie VZVB. “Het was de bedoeling om bij de ‘veteranen’ van ZVC Carrewijn uit te bollen, maar ik heb nog een seizoen in hogere afdeling, met winst in de beker van Vlaanderen, gespeeld. We hadden een ferme ploeg. Nadien heb ik tot mijn 50 jaar blijven spelen bij de ‘oudjes’, in provinciale van de VZVB. Dat was super gezellig, één keer in de week op maandagavond, een uurtje shotten en dan gezellig samenzijn!”

Sport blijft Michel interesseren, van voetbal, tot turnen, wielrennen en atletiek. “Ik hou ook van een partijtje darten. Zelf haal ik een behoorlijk niveau in mijn tuinhuis als ‘hobbydarter’. Ik heb al enkele tornooien gespeeld maar ik heb te weinig geduld en te veel stress. Uiteraard ben ik supporter nummer 1 voor onze Rani en haar Olympische droom. In vergelijking met de voetbalwereld, is de atletiek altijd positief. We waren met Rani in München, in een stadion van 60.000 man. Iedereen geeft applaus voor iedereen, voor elke atleet, voor elk land, voor elke prestatie! Er is geen miserie, alleen vreugde bij winst, ontgoocheling bij verlies! Het is nog sport, geen ‘commercie of mensenhandel’!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier