RSCA-basisspeler Sieben Dewaele: “Ik werd 20 en dacht: het is tijd voor mannenvoetbal”

Sieben Dewaele komt nog graag naar huis in Vichte. © Xander Cottens
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Interlandbreak. Voor Sieben Dewaele (21), met Anderlecht op Zulte Waregem nog licht geblesseerd op de bank gebleven, betekent dat een week nationale beloften. Zondag wacht de belangrijke EK-kwalificatiematch in Duitsland. De West-Vlaming is als een komeet omhoog geschoten. Tussen Waregem en Kortrijk: Sieben Dewaele over zijn enige thuis Vichte, waarom hij nog geen lief heeft en waar Kompany zit. “Sinds de komst Vercauteren is eigenlijk niet zoveel veranderd.”

Niet twijfelen. Sieben Dewaele (21) is dan wel plots basisspeler van RSC Anderlecht geworden, hij is écht nog steeds dezelfde aimabele zoon van kapper Jurgen in Vichte. Blijkbaar bijzonder netjes opgevoed. Vanaf de basisschool De Beukennoot in Vichte al, hij kwam er vorige week in het teken van de Warmste Week met plezier even terug. Waarna hij zich in het middelbaar een al even keurige student toonde, de eerste van de klas in het laatste jaar Wiskunde-Wetenschappen. En vandaag? Topvoetballer, maar wel nog steeds dezelfde rustige gast die nog graag thuis slaapt en zot is van FC De Kampioenen. En die zelfs vlak voor het stadion van RSCA alleen wordt herkend door de waardin van supporterscafé Green Park: een nieuwe paars-witte chou! Een rij schoolkinderen aan de grote ingangspoort ziet geen stervoetballer, hij ziet er eerder uit als een doodgewone jongen uit het laatste jaar. “Het gebeurt wel eens dat ik herkend word,” knikt hij bijna verlegen. “En dan vind ik het best leuk. Maar eigenlijk is er voor mij niet veel veranderd. Ik voetbal nu alleen op een hoger niveau. In de kleedkamer van Anderlecht of bij mijn vrienden in Vichte, ik ben eigenlijk overal even rustig.”

Saido Berahino van Zulte Waregem zei laatst in deze krant: het is niet de roem en het geld die jonge voetballers doen doorslaan, het is hun omgeving die zich plots anders gaat gedragen.

“Heb ik geen last van. Ik ga niet zoveel uit, ik heb ook niet zoveel entourage nodig. Je echte vrienden kan je op één hand tellen, denk ik. En ik heb nog steeds dezelfde van vroeger.”

Ook geel pakken hoort er bij, al hoef je het er daarvoor niet altijd mee eens te zijn.
Ook geel pakken hoort er bij, al hoef je het er daarvoor niet altijd mee eens te zijn.© BELGA

Die jou nu toch wel om viptickets vragen van Anderlecht?

(lacht) “Zelfs dat niet. Of toch, één keer vroeg iemand mij een ticket. Een échte vriend, heb ik natuurlijk voor gezorgd.”

Destijds heb ik bij Club getest met een Anderlechttruitje onder mijn shirt

Je stond al drie keer uitgebreid in Krant van West-Vlaanderen. Als jeugdtransfer van Club Brugge naar Anderlecht, als ‘Opnieuw West-Vlaming in A-kern van Anderlecht” en als zoon van een trotse kapper in Vichte. We dachten deze zomer dat ‘Dewaele kiest voor Kortrijk’ de vierde keer ging zijn. En nu wordt het een interview met de nieuwe West-Vlaming van RSC Anderlecht, al 86 % van de wedstrijden basisspeler. Het ging plots snel.

“Fantastisch, hé. Nooit durven dromen. Al besef ik dat ik mij nog steeds elke week op training moet bewijzen. Elke dag begin ik met: dit en dat moet beter.”

En dan nog als flankverdediger, terwijl je altijd een centrale middenvelder was.

“Ja… Ik zou liever op mijn natuurlijke positie spelen, voel er mij comfortabeler, heb daar tenslotte mijn hele opleiding gespeeld. Maar ik ben al ontzettend blij met de kans die ik heb gekregen als flankverdediger. En als zogenaamde inverted back kan ik ook mee voetballen.”

En intussen is Marcelo jouw idool en niet langer Iniesta of Xavi?

(lacht) “Neen!”

Niet iedereen is al overtuigd. Analist Marc Degryse zei zelfs: in geen enkele PO1-ploeg is Dewaele op die positie basisspeler.

“Ik lees zo weinig mogelijk, of het nu positief of negatief is. Dat helpt je niets vooruit. Of je gaat je slechter voelen. Belangrijker voor mij is de appreciatie van de coach.”

Sieben Dewaele hier in een ferm duel om de bal met Dieurmerci Mbokani verwikkeld.
Sieben Dewaele hier in een ferm duel om de bal met Dieurmerci Mbokani verwikkeld.© BELGA

Ook STVV en Beerschot wilden je deze zomer voor die positie. Klopt het dat je persé weg wilde omdat je toch geen speelkansen kreeg?

“Ik ben toch blij zoals het is gelopen. Toen de voorbereiding onder Vincent Kompany begon zei die ‘ik wil elke speler eerst zien.’ Waarop hij mij op stage aansprak en hij me zei dat ik mijn kans zou krijgen. Toen was het snel duidelijk voor mij. Liever bij Anderlecht dan…”

… op het middenveld bij Kortrijk? En Anderlecht staat nu toch al boven KVK.

(lacht) “Anderlecht was van kindsaf mijn favoriete club. Mijn papa en mijn broer waren ook altijd paars-wit. Posters op mijn kamer. En destijds heb ik bij Club getest met een Anderlechttruitje onder mijn shirt…”

Je tekent meteen voor de carrière van Olivier Deschacht, twintig jaar linksachter bij paars-wit?

“Dan toch liever mijn eigen weg, een keer het buitenland, misschien. Al zal Anderlecht voor mij altijd de mooiste club van het land blijven.”

Alles is veranderd de laatste twee jaar, het is dezelfde club niet meer. Het is op het veld afgelopen maanden heel pijnlijk geweest.

“Dat hoort bij het voetbal. (spontaan) Het blijft de club van mijn hart, echt waar. En we zijn nu toch bezig aan een betere periode? De supporters zijn ons ook altijd blijven steunen.”

PO1 is niet langer onhaalbaar?

“Eerlijk, we zijn daar niet mee bezig. Het geloof is er nog wel, zeer zeker. De winst op Zulte Waregem was in elk geval al heel belangrijk. We bekijken het wedstrijd per wedstrijd, het belangrijkste is nu zoveel mogelijk punten te pakken.”

In het begin van het seizoen mocht je zoiets niet hardop zeggen, hoor. Het ‘proces’ was belangrijker. Wat is nu nog de rol van Kompany?

“Hij is momenteel vooral bezig met zijn revalidatie. Het is uitkijken naar zijn terugkeer op het veld, met zijn ervaring krijgen we sneller controle, tegen Cercle en Zulte Waregem verloren we die. Zo’n jonge ploeg kan alle leiderschap gebruiken. Maar in de week is hij ook nog steeds heel aanwezig. Advies op training en zo. Er is eigenlijk niet zoveel veranderd sedert de komst van Vercauteren. Kompany fungeert eigenlijk als soort assistent-coach, die twee praten ook heel veel. Wellicht ook over de opstelling, maar Frank beslist.”

Sieben Dewaele en speler-manager Vincent Kompany in overleg.
Sieben Dewaele en speler-manager Vincent Kompany in overleg.© BELGA

Straks keren de geblesseerden Kompany en Sandler terug en kan Rode Duivel Elias Cobbaut weer linksachter worden. En er wordt gefluisterd dat Anderlecht in januari Jordan Lukaku wil inhalen. Terwijl Lokonga en Kayembe zich op het middenveld hebben genesteld. Je plaats behouden wordt niet simpel.

“Kan allemaal gebeuren. Dat houdt mij echt niet bezig. Het belangrijkste is je hoofd niet te laten hangen.”

Zoals je je vader al vorig jaar zei: ‘als ik mijn kans krijg, grijp ik ze en laat ik niet meer los!’? Er schuilt een pitbull in die lieve jongen?

“Blijkbaar wel. Het kan heel snel gaan in het voetbal, als je je kans niet pakt, komt die misschien nooit meer. Die gedrevenheid zat er ook al in op school: altijd de beste willen zijn.”

Eerst een jaar Essevee, dan vijf jaar Club Brugge, op je 13de naar Anderlecht en op je 21ste basisspeler bij de club van je hart. Op schema?

(voorzichtig) “Of misschien al een beetje voor op schema. Vorig jaar zei ik: ik ben 20, het wordt tijd dat ik mannenvoetbal speel. En toen kwam Vincent.”

En daarna Vercauteren. En die zei jou meteen: je blijft staan?

“Er is geen apart gesprek geweest met de nieuwe coach, neen. Nu moet ik elke match bevestigen. Ik ben ook wel iemand die heel streng is voor zichzelf. Heb ik van thuis uit (lacht). Mijn papa was ook altijd streng. Hij was niet het type dat langs de kant stond te schreeuwen. Maar eenmaal in de auto klonk niet meteen ‘goeie match gespeeld’, maar eerder ‘dít had anders gemoeten’. En ik weet dat hij veel van voetbal kent, hij was enige tijd ook mijn coach bij de zaalvoetbalploeg waarin ik ook speelde. Hij mist nog steeds geen enkele wedstrijd, samen met mijn mama, mijn broer en zijn vriendin. Ik vind dat wel belangrijk, ben nogal een familieman.”

Terwijl je al piepjong weg moest uit het nest. Je was bij Anderlecht vanaf je 13de eerst bij een gastgezin, later in de zogenaamde Villa, het internaat van de club.

“Dat was niet altijd even gemakkelijk. Maar nu woon ik alleen op een flatje in Anderlecht. Ik kom slechts heel sporadisch, een keer met ploegmaats, in Brussel, mijn thuis is echt nog steeds Vichte. Als ik zeg: ik ga naar huis, dan heb ik het over Vichte. Wanneer we even vrij hebben rijd ik naar hier. Zeker één keer per week. En als we ‘s anderendaags pas ‘s namiddags trainen, blijf ik ook slapen.”

En nog geen lief? De meisjes staan toch in de rij voor een jonge ster van Anderlecht? Volgens de mama van Charles De Ketelaere van Club Brugge regende het al na één match in de basis van aanzoeken.

“(lacht) Het mag, maar ik ben niet op zoek. Ik focus mij momenteel helemaal op het voetbal.”

En intussen ben je ook belofteninternational. Als je nog naar het EK wil, kan best wat worden gehaald zondag bij koploper Duitsland.

“Door het domme puntenverlies bij Wales (1-0) en tegen Bosnië-Herzegowina (0-0) moeten we eigenlijk winnen, willen we nog eerste in onze groep eindigen. Ik vind het best leuk, die nationale ploeg, met spelers met wie ik vroeger nog in de nationale jeugdploegen heb gespeeld. Of bij de jeugdelftallen van Anderlecht en Club Brugge. Mile Svilar, Wout Faes… Met Thibault De Smet heb ik nog een paar jaar in Club Brugge gespeeld.”

Je begon je carrière bij Zulte Waregem, speelde vijf jaar voor Club Brugge en tekende bijna voor KV Kortrijk. Welke West-Vlaamse club zie je nu het liefst?

“Ho… Mijn meeste vrienden in Vichte zijn supporter van Zulte Waregem. Essevee dus maar. In elk geval Club Brugge niet. Is van thuis uit, vooral mijn papa is nogal fanatiek. Toen ik nog bij Club speelde, kon hij wel supporteren voor mij, maar als het Club-Anderlecht was, was papa toch weer paars-wit, hoor.”

En wordt Club Brugge kampioen?

“Mmmm…”

Je krijgt het niet gezegd, hé?

“Ze hebben een heel sterke ploeg.”