Preses Filip Van Gheluwe trad 22 jaar geleden toe tot bestuur Dosko Sint-Kruis (3B)

Filip Van Gheluwe: “Leiding geven ligt me, als dat in vriendschap kan.” (foto JPV)
Filip Van Gheluwe: “Leiding geven ligt me, als dat in vriendschap kan.” (foto JPV)
Redactie KW

De bal rolt niet meer in het provinciale voetbal. Trainers, spelers, supporters en bestuursleden snakken naar het nieuwe kampioenschap, dat hopelijk een normaal verloop zal kennen. In afwachting plaatsen we monumenten in de kijker: noeste werkers die tientallen jaren alles over hadden voor hun voetbalclub en er nog steeds dag en nacht mee bezig zijn.

Filip Van Gheluwe (57) is nu twaalf jaar voorzitter op de Gulden Kamer. Hij wordt geliefd in eigen middens maar ook door alle concurrenten. Iedereen bejegent de zelfstandige brouwer met een vriendelijk woord. Als er drastische beslissingen moeten genomen worden, dan aarzelt hij evenmin.

Filip, hoe ontstond jouw loopbaan bij Dosko?

“Ik kwam domweg in contact met Dosko op het einde van de vorige eeuw. In het Schuttershof zat ik een pintje te pakken in het gezelschap van beheerraadslid Jan Degrieck. Van het een kwam het ander, tot hij me verzocht tot het bestuur toe te treden. Na even aarzelen, aanvaardde ik. Op dat moment kampten we met een schuldenlast van 1,7 miljoen Belgische frank. De oude bestuursploeg moest plaats ruimen en we startten de operatie redding met een totaal nieuw team. Vandaag beklemtoon ik met fierheid dat we volledig schuldenvrij zijn.”

Wat waren de mooiste momenten doorheen de jaren?

“Twee glorieuze zondagen steken er bovenuit. Toen we ons tot kampioen kroonden in vierde provinciale, op het terrein van Daring Brugge, ging ik uit de bol. In die tijd voetbalde de legendarische spits Stan Braem nog bij ons en scoorde hij aan de lopende band. Het feest werd verdergezet in onze supergezellige kantine. In de hogere reeks promoveerden we opnieuw via de nacompetitie in De Haan. Weer vierden we erop los. Eén zaak vind ik spijtig, we beleefden die heuglijke momenten telkens op verplaatsing, nooit op eigen veld. Maar misschien komt dat nog.”

We moeten het ook hebben over de treurige zaken…

“Die moet je niet ver zoeken. Telkens we de competitie moesten staken wegens corona, zat ik in zak en as. Beroepshalve lig ik al een jaar stil. De horeca wordt bestempeld als boosdoener maar alle zaken die ik bezocht voor mijn broodwinning waren kraaknet, tafels op afstand en afscheidingen tussen de eetplaatsen. Bewijs mij maar eens dat zij de boosdoener zijn! Onlangs ging mijn vrouw op doktersbezoek. Daar zaten acht patiënten opeengehokt in de wachtkamer. Toen de cafés even open mochten halfweg vorig jaar werd ik nooit geconfronteerd met een besmette uitbater. Logisch toch, dat ik me vragen stel? Dat coronabeestje evolueert in golven.”

Streven naar progressie, is jouw passie. Hoever wil je daarin gaan?

“Tweede provinciale bleek te hoog gegrepen, maar je weet maar nooit. Laat ons maar een gevestigde waarde blijven in de lagere reeks en onze bloeiende jeugd verder alle doorstroommogelijkheden verlenen. Ik hunker naar de tijd waar we, in alle vriendschap, derby’s betwistten tegen Male, Daring Brugge, Lissewege en noem maar op. Zullen we ooit nog dergelijke feestmomenten beleven? Niemand verliet onze ploeg, enkel de vlot scorende Jonathan Mascaux van Daring Brugge kwam erbij. Wat vlot loopt, wijzigen we niet. Anderzijds, denk je nu echt dat we de nieuwe competitie op het voorziene tijdstip zullen kunnen starten? Ik twijfel daar sterk aan. Hoe dan ook, als het kan, zullen we attractief voetbal blijven bieden, onze supporters verwennen en verbroederen in onze kantine. Wanneer? Weet jij het? Ik niet!”

Denk je al aan opvolging, Filip?

“Als ik daarover begin in één of andere vergadering, krijg ik steevast het antwoord dat ik goed bezig ben. In alle eerlijkheid, ik doe het zeer graag en tel nog maar 57 lentes. Ik kan gerust nog een tijdje mee, zolang ik me amuseer. Toen ik mijn tienjarig jubileum als preses vierde, net voor corona toesloeg, meldde ik open te staan voor verjonging. Die witte merel bood zich niet aan. Dus zal ik nog maar ettelijke jaren mijn sublieme vereniging dienen, als mijn gezondheid het toelaat. Leiding geven ligt me, tenminste als dat in alle vriendschap kan.”

(JPV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier