Ook op een absolute vakman staat een houdbaarheidsdatum

© belga
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Vooreerst: Francky Dury is een vakman. Een indrukwekkende vakman zelfs. Dat leerde ik vooral dankzij een reeks interviews met de toptrainers van de Jupiler Pro League, genaamd ‘Meesterbreinen’. Zulte Waregem was toen nog een play-off 1-ploeg en Dury dus ook een Meesterbrein. Dat had hij fijntjes laten vallen. Die reeks ging puur over hun methodiek, leiderschap, tactische skills, trainingen…

En het dient gezegd: Dury maakte toen zelfs meer indruk dan MPH, HVH… Een absolute vakman. Dat bewees hij ook jarenlang, als ‘formateur’, zoals hij zichzelf graag noemt, van tig toptalenten (Malanda, T. Hazard, Meïté…) en als architect van een provincieclub die vicekampioen werd en twee bekers pakte.

Respect dus. Een vakman en een gentleman die zich ook op de moeilijkste momenten, de laatste drie jaren dus, profileerde als een uitstekende peoplemanager – hij hield daar ook gesmaakte lezingen over – én als iemand die uitstekend zijn public relations verzorgt. Maar toch kwamen hoe langer hoe meer ‘kantjes’ boven. Naarmate zijn onaantastbaarheid aan de Gaverbeek groter werd en/of de resultaten slecht. We weten niet wat er allemaal precies van aan is, van ‘een schrikbewind op Essevee’ en ‘hij telt er nog maar weinig of geen vrienden’.

Maar die verhalen komen wel van meer dan één bron. Mogen we dan alvast bedenkingen hebben bij het feit dat zijn ex-T2 Eddy Van den Berge, 17 jaar zijn vaste compagnon, sinds zijn pijnlijk ontslag half maart nog steeds wacht op één berichtje of telefoontje van zijn ‘vriend’? En mag nu ook eens luidop worden gezegd dat dezelfde Dury, hoe innemend hij ook kan zijn, gaat roepen en dreigen als een journalist iets heeft geschreven wat hem niet aanstaat? Het laatste jaar kreeg meer dan één journalist dan telefonisch een ordinaire scheldpartij te horen.

Na bijna negen jaar is metaalmoeheid niet ondenkbeeldig

We hebben allemaal onze ‘kantjes’ en het staat zijn métier als coach niet in de weg. Er zijn (nog) geen aanwijzingen dat het scheef zit met zijn spelersgroep Maar er zijn wel barsten in het aureool. Een ‘Ik ben God’-syndroom is altijd gevaarlijk en na bijna negen jaar is een soort metaalmoeheid – Dury óógt ook vermoeid – tussen club en coach niet ondenkbeeldig. Zelfs op Alex Ferguson stond in Manchester een houdbaarheidsdatum.

We weten dat Tony Beeuwsaert al eens eeuwige trouw heeft beloofd aan Dury, maar we kennen het geduld niet van de voorzitter en geldschieter – hij weigert elk interview. Het siert de club dat ze altijd achter de succescoach is blijven staan, ondanks de interne strubbelingen. Maar zou Essevee geen nood hebben aan een nieuwe, frisse wind? Want Timmy en Davy, dat kan hooguit een briesje zijn. Of redt de vakman het opnieuw?

Reageren? frank.buyse@kw.be