Nieuwkomer bij KSV Roeselare Maxime Gunst keert na zeven seizoenen Nederland terug naar België

West-Vlaming Maxime Gunst is een van de vele nieuwkomers bij KSV Roeselare. © KSVR
Redactie KW

Het was voor het eerst sinds lang nog eens windstil op Schiervelde. De nieuwe kalender in de hoogste amateurreeks zat daar voor veel tussen. Het ideale moment dus om één van de liefst 17(!) nieuwkomers aan de tand te voelen. Maxime Gunst bijt de spits af.

“Ik ben geboren en getogen in Waregem”, doet Maxime Gunst, net 28 geworden, zijn verhaal. “Het moet rond mijn vijfde geweest zijn dat ik de voetbalmicrobe te pakken kreeg. Ik speelde tot mijn tiende bij White Star Desselgem, het clubje uit de buurt waar ik opgroeide. Daarna speelde ik zeven jaar bij het toen nog maar net gefusioneerde Zulte Waregem en vijf jaar bij Club Brugge, waar ik op mijn achttiende mijn eerste profcontract kreeg.”

“Ik stak op Jan Breydel een paar keer de neus aan het venster van de eerste ploeg. Dat gebeurde zowel onder Christoph Daum als onder Georges Leekens, maar door de grote concurrentie op de linksachter – kleppers als een Stenman, Buysse en Figueras maakten er toen het mooie weer – ben ik uiteindelijk in augustus van mijn eerste contractjaar op uitleenbasis naar Eendracht Aalst vertrokken. Een transfer waar één van de mensen van wie ik destijds aan de Gentse Topsportschool les kreeg toenmalig Aalst-trainer Bart Van Renterghem een groot aandeel in had.”

Gaan smeken

Wat volgde, was een stap in het onbekende, bij een club waar de fans het misschien wel meer dan waar ook weten te appreciëren wanneer een speler voor zijn maats door het vuur gaat. “Een ervaring waar ik als speler, die nog maar net op de deur kwam kloppen, enorm veel van heb opgestoken. Ik heb in dat ene jaar bij Aalst – waar ik meestal titularis was – veel geleerd. Onder druk moeten presteren en je tegen gelijk welke ploeg elke keer opnieuw weer in de gratie van een kritische supportersschare moeten knokken: dat zijn zaken die je bij de beloften niet leert.”

“In de zomer die volgde, keerde ik terug naar Club Brugge, dat in januari Laurens De Bock naar het Jan Breydelstadion had gehaald. Ik wou na mijn goede seizoen in Aalst vermijden dat ik bij blauw-zwart terug bij de beloften zou belanden, maar omdat ik er nog twee jaar onder contract lag, wilden ze mij in Brugge niet zomaar laten gaan. Er was nochtans wel wat interesse uit eerste klasse, maar dat bleek door de moeizame onderhandelingen met Club al snel een eindig verhaal. Ik ben kort daarna met mijn zaakwaarnemer bijna letterlijk gaan smeken om mij vrij te geven. Gelukkig is het in diezelfde transferperiode toch nog goed gekomen toen mijn makelaar en het Brugse bestuur samen met het Nederlandse FC Eindhoven rond de tafel zijn gaan zitten. Wat er dan uiteindelijk voor gezorgd heeft dat ik in 2013 naar onze noorderburen ben vertrokken.”

Dat ene seizoen in Eindhoven, een gerespecteerde tweedeklasser die zo’n vijf tot zes jaar geleden plots grossierde in de Belgen, denk maar aan de passages van een Jari Vandeputte (ex-KSVR) en een Fries Deschilder (ex-Club Brugge en nu bij Winkel). “Ik zou het als Belg graag anders zeggen, maar op veel vlakken, en al zeker als het gaat over zaken zoals accommodatie of over de manier waarop er bij onze noorderburen met de jeugd wordt gewerkt, staan ze in Nederland echt wel een stuk verder dan in België. Mijn keuze om naar Nederland te trekken, was een goede beslissing, absoluut. Daarom ook dat het jammer is dat mijn verblijf bij Roda – mijn laatste club – er door de coronaperikelen veel vroeger dan verwacht is moeten eindigen.”

“In Nederland staan ze op veel vlakken een stuk verder dan in België”

“Het idee om naar België terug te keren speelde al een tijdje. Om verschillende redenen. Enerzijds omdat ik het leven hier wel miste, anderzijds ook omdat ik er na zeven seizoenen wel wat op uitgekeken was geraakt om telkens weer op een kunstgrasveld te moeten spelen. Draai of keer het hoe je wil, maar voetballen op zo’n synthetische mat, dat is en blijft toch anders.”

Mooie club

En dus staat de kwieke Gunst, die zich als linksachter graag ook op het offensieve plan laat gelden, op Schiervelde straks voor een nieuwe uitdaging. “Het is natuurlijk jammer dat deze mooie club – en dat meen ik echt – door de intussen gekende licentieperikelen nu noodgedwongen een stapje terug heeft moeten zetten. Maar de wil om er hier iets moois van te maken, is er daarom niet minder om. Integendeel: ik heb begrepen dat ze het met dit Roeselare straks zoveel mogelijk weer over een West-Vlaamse, of op z’n minst toch over een Belgische boeg, willen gooien en dat is een filosofie waar ik mij zeker kan in vinden.”

“Ik ken de reeks niet, maar als ik afga op de vele gekende gezichten die er hier al zijn bijgekomen, dan denk ik dat heel veel van onze reeksgenoten ons straks maar al te graag in de favorietenrol zullen duwen. Dat zorgt voor extra druk, ja, maar dat deert mij niet. Want daar doe je het als voetballer voor een stuk ook voor”, besluit een strijdvaardige Maxime Gunst. (SB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier