Marco Manso, ceo bij KSV Roeselare, openhartig: “KSV heeft goede fans, maar veel te weinig!”

Marco Manso heeft zijn draai bij KSV Roeselare al gevonden. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Toen de Braziliaan Marco Manso, ondertussen een half jaar ceo van KSV Roeselare, op Schiervelde neerstreek, moest hij even met de ogen knipperen. “Ik voelde me een brandweerman die niet wist waar eerst te blussen.” Maar ondertussen gaat het sportief beter – de ploeg verloor de jongste vijf wedstrijden niet – en Marco Manso wil vooral een positief verhaal brengen. “Dit is een mooie club, maar die verdient ook meer fans. We moeten meer volk naar het stadion lokken.” Zet je schrap voor het eerste en exclusieve interview met de 46-jarige Braziliaan die nu pendelt tussen Roeselare, zijn vaderland en Finland. “Een open gesprek: vuur je vragen maar af.”

Iedereen die het Roeselaarse voetbal wat volgt, kent ondertussen Marco Manso. Zijn naam althans. Als wij net voor oudejaar bij hem op audiëntie mogen, hebben we qua research met alle moeite van de wereld een en ander bijeen gerakeld. Waarom een Finse Wikipedia-pagina het meest soelaas brengt, duidt Marco Manso meteen. “Ik woon al 20 jaar in Finland, ik spreek de taal, mijn kinderen wonen er en dus ga ik er regelmatig terug. Maar nu huis ik dus in Roeselare. Als je wil werken met mensen en met hen progressie wil boeken, moet je met hen leven, met hen eten en drinken.”

Marco Manso is vriendelijk en flamboyant, zijn Braziliaanse bloed stolde niet tijdens zijn periode in het noorden. “Ik ben opgegroeid in het noordoosten van Brazilië. Ik speelde bij enkele clubs waarvan Ponte Preta en Bragantino de bekendste zijn.”

Hart aan Finland verloren

Maar na een jaartje in Saudi-Arabië en één seizoen in Malta streek hij in Finland neer. “Tijdens de winter en man, wat was het koud. Ik had een contract van zes maanden getekend en dacht: waar ben ik hier terecht gekomen? Maar ik speelde in een leuke club en toen werd het zomer. Er was veel licht, het werd warmer en ik was er definitief mijn hart verloren. Uiteindelijk zou ik tien jaar in Finland spelen, waarvan het overgrote deel bij MyPa.”

Het was ook bij die ploeg dat de middenvelder – “ik was een spelverdeler, ik scoorde ook wel eens, als de keeper ver genoeg uit zijn goal stond (lacht)” – meteen aan de slag ging toen hij stopte als speler. Eerst in het management, al snel als sportief directeur en ceo. “Toen de club met het eerste elftal wilde stoppen, mocht ik blijven, maar weigerde ik.” Marco Manso vestigde zich als ‘international business consultant’. “Weet je, het voetbal is als het leven: het draait allemaal rond je netwerk. En dat had ik al aardig uitgebouwd. We stonden al in contact met het Braziliaanse Fluminese en ik ging uiteindelijk voor hen aan de slag. Onder meer voor jeugdacademies die ze wereldwijd hadden geïnstalleerd.”

Toen Fluminese de stekker uit het internationale project trok, zette hij zijn werk als ‘international business consultant’ verder. “Ik maakte voor Finland ook deel uit van de European Club Association. Ook daar kon ik uiteraard mijn netwerk verder uitbouwen.” Maar hoe kwam hij dan in godsnaam in Roeselare terecht? “Simpel, een vriend van de familie van KSVR-eigenares Dai Xiu Li vroeg het me. Halfweg juli 2019 verbleef ik hier enkele dagen om een evaluatie van KSV Roeselare te maken. Ik sprak met mensen van de club en maakte een rapport. Toen dat afgerond was, had ik net twee uur voet aan grond gezet in Brazilië toen ik een mail kreeg met de vraag of ik ceo van KSV Roeselare wou worden.”

Koffietje met Brian Tevreden

De Braziliaan ging dus in op de vraag, maar waande zich eerst midden de Australische bosbranden. “Ik wist niet waar eerst geblust, uiteraard fronste ik de wenkbrauwen. Maar iedere club heeft moeite om het sportieve en het financiële in evenwicht te houden. Wat hier voor mijn komst gebeurd is, dat is niet aan mij om over te oordelen, maar het is duidelijk dat ze hun uitdagingen hadden. Ik ben hier om de club de juiste richting uit te stuwen. Dat Brian Tevreden (voormalig ceo van KSV Roeselare, red.) in de pers ook uithaalde naar mij en de club? Ik heb met niemand problemen, hij mag gerust hier bij mij op het bureau een koffie komen drinken.”

Maar de situatie was dus niet rooskleuring, ook niet sportief. “Er waren hier 14 spelers, waarvan vijf doelmannen. En dan was er die bankruptcy, dat faillissement. We wisten dat er voldoende geld op de rekening stond om de schulden af te lossen, maar op dat moment was het vooral zaak om de rechtbank én de buitenwereld daarvan te overtuigen. Daar kroop jammer genoeg veel tijd en energie in. Maar samen met de mensen die deze club écht in hart dragen, zijn we er uit geraakt.”

“Het eerste wat we deden, was een aantal ervaren Belgische spelers aantrekken. We stonden voor de competitiestart, we hadden nog maar net een nieuwe trainer en de wedstrijden volgen elkaar in een hels tempo op. Het duurde wat voor we een echt competitieve kern hadden. Onderschat de reeks ook niet. Ik ken nergens ter wereld een competitie met acht ploegen. Van die acht teams hebben er zeven een buitenlandse eigenaar, dat zijn mensen die hun investering willen zien renderen. Promotie is dus het doel. Ook voor ons? In eerste instantie niet, maar daarna: waarom niet? Onze vorige trainer heeft hier zijn werk gedaan, maar met de nieuwe coach Christophe Gamel hebben we zuiderse passie toegevoegd. Hij laat niemand gerust, hij haalt iedereen uit zijn comfortzone. Nu moeten we ons bij de eerste zes scharen. We verloren al vijf wedstrijden op rij niet. We zien en voelen dus de progressie.”

Heimwee naar Brazilië

Van de vijf Brazilianen zijn er ondertussen twee vertrokken. “Mijn landgenoten kwamen er op voorspraak van Mikaël Silvestre die ook voor de familie Dai werkt. De twee Brazilianen die vertrokken zijn, konden het niveau wellicht niet aan. En als je niet speelt, kreeg je heimwee. Mikaël Silvestre raadde ons ook Mvuemba aan en met hem hebben we recent een brok routine toegevoegd aan het team. Hij helpt mee de ploeg in evenwicht te houden. En let wel: hij is een speler met een aardig palmares, maar hier in de kleedkamer zit niemand die zes keer meer verdient dan de jongen naast hem. Er zijn diverse looncategorieën, maar hier zitten geen overbetaalde vedetten.”

Marco Manso bekommert zich niet enkel om het sportieve. “Commercieel hebben we al stappen gezet, maar we zouden ook graag meer volk in het stadion zien. Nu zit er 600 man, of soms 800. Zelfs wanneer we campagne voeren met goedkope tickets. Mensen zeggen mij: ‘I love the club’, maar willen vervolgens een gratis ticket. Zo werkt het natuurlijk niet. Wij hebben goede, hevige fans. Maar ze zijn met veel te weinig. Wij zijn ook mee een uithangbord van de stad. Van de greenkeeper tot de voorzitter: we streven allemaal hetzelfde doel na. En iedereen moet hier hard werken, anders raken we er niet. Met de steun van de fans hopen we ons nu zo snel mogelijk een comfortabele positie in het klassement te hijsen.”