Pelé Mboyo twijfelde geen seconde om naar KV Kortrijk terug te keren

Mboyo, gekiekt in de loges van KV Kortrijk: "Bij KVK weten ze heel goed wat ze aan mij hebben." (Foto TVW)
Redactie KW

De Belgische aanvaller met Congolese roots is terug van weggeweest. Terug bij de enige Belgische club waarvoor hij wou tekenen. “En wie weet – als ik hier goed blijf presteren – is het buitenland niet helemaal verleden tijd.”

Op onze vraag schept Mboyo ook meteen duidelijkheid over de namen waarmee hij zich tijdens zijn Belgische voetbaljaren al liet overladen. Gewoon Mboyo, Ilombe Mboyo, Petit Pelé: wat is het nu eigenlijk? “Pelé Mboyo is mijn echte naam. ‘t Is te zeggen: op mijn identiteitskaart is er geen sprake van een voornaam. Ik geloof dat dat geldt voor alle Congolezen met Belgische pas die voor 1990 geboren werden. Toenmalig president Mobutu viel op dat vlak streng voor de vroegere kolonisator. En voor de duidelijkheid: ook Ilombe is geen voornaam, maar een familienaam. Wie het over Ilombe Mboyo heeft, noemt me dus eigenlijk bij mijn dubbele achternaam.”

Goed om weten nu je sinds enkele maanden weer onder ons bent op de Belgische velden. Je transfer vanuit Sion verliep bijna geruisloos. Zaten clubs uit de Jupiler Pro League en buitenlandse teams dan niet meer op je te wachten?

“Toch wel. Er was interesse uit Israël en Turkije en van andere Belgische clubs, maar ik had geen zin om te onderhandelen op plaatsen waar altijd wel iemand twijfels heeft of zich een bepaald beeld gevormd heeft van mij. Toen Kortrijk op de proppen kwam, was de keuze snel gemaakt. Mathias (Leterme, algemeen manager, red.) en Rik (Foulon, sportief manager, red.) weten heel goed wat ze aan me hebben. En na drie jaar Sion besefte ik dat de Belgische topclubs niet op me zaten te wachten. Daar moet je realistisch in zijn.”

Is KV Kortrijk de club van je hart?

“Ik ben hier alleszins graag. Het is een op en top profclub, maar met een familiaal karakter. Altijd staat er iemand klaar om je te helpen. KV Kortrijk heeft ook een sympathieke supporterskern, die zich ook na een reeks nederlagen achter de ploeg blijft scharen. Steek maar eens je licht op bij spelers die hier ooit de revue passeerden: je zult niet snel een kwaad woord over deze club horen. Toen ik voor AA Gent en Racing Genk speelde, kwam ik hier altijd graag terug.”

Je tekende hier voor het eerst in aanloop naar het seizoen 2010-2011. Wat is je bijgebleven van die eerste periode?

“De klik die ik had met Hein Vanhaezebrouck, aan wie ik veel te danken heb. Op zijn voorspraak haalde Kortrijk me weg bij Charleroi en Hein gaf me van meet af aan het nodige vertrouwen. Toen ik bij Gent speelde, raadde ik hem daar ook aan. Uiteindelijk is hij ook gekomen, maar op dat moment was ik al vertrokken naar Genk.”

Bij Anderlecht heeft hij het momenteel knap lastig. Had je dat verwacht?

“Welke trainer heeft in zijn carrière eens geen mindere periode? Zinédine Zidane misschien. (lacht) De situatie is nogal compliqué bij Anderlecht met dat nieuwe bestuur, dat heel veel verandering predikt. Maar daarvoor moet je nog niet aan Heins kwaliteiten twijfelen. In tegenstelling tot onze vroegere coach Glen De Boeck bijvoorbeeld hanteert hij een vast systeem, waar hij liever niet van afwijkt. Maar het kost tijd vooraleer iedereen het onder de knie heeft. Vandaar dat hij graag werkt met spelers die hij goed kent. Denk maar aan Sven Kums.”

De voorbije seizoenen speelde je in Zwitserland bij een club met veel financiële middelen en woonde je in de bergen. Waren dat niet de omstandigheden om oud te worden als voetballer?

“Ik was in Sion niet op vakantie, hé. Onze voorzitter (Christian Constantin, red.) leidde zijn club heel anders dan ik gewoon was. Hij is een speciale mens die er constant bovenop zit. Hij kwam om de haverklap de kleedkamer binnen, ik zie het monsieur Allijns hier niet snel doen.”

Je liep dit seizoen al twee knieblessures op. Overbelasting na jaren waarin je niet al te veel speelde?

“Tegen Eupen verdraaide ik mijn knie en in aanloop naar de partij tegen Cercle maakte ik een slechte beweging op training. Blessures die hoegenaamd niks met overbelasting te maken hebben.”

Ik vraag het maar omdat je speelstijl best slopend kan zijn voor een lichaam.

“Ik heb tot dusver één zware blessure gehad in mijn carrière, bij Racing Genk: een stressfractuur waarop een ontsteking volgde. Desondanks versierde ik een transfer naar Sion, maar de blessure bleef me ook daar parten spelen en uiteindelijk heeft ze me een seizoen gekost.”

Die vier miljoen die AA Gent voor je kreeg bij je transfer naar Racing Genk, komend weekend jullie tegenstander, zal in België altijd aan je blijven kleven. Stoort je dat?

“Neen, die som doet me niks. Ik kan alleen maar mijn best doen.”

Wat zijn je ambities bij dit KV Kortrijk?

“Zo veel mogelijk beslissend zijn. Patrick Turcq zei me ooit: ‘Als je hier presteert, komt er altijd interesse van andere clubs. Wie weet is het buitenland dus nog niet helemaal verleden tijd.”

Ik las dat je ook een carrière aan het opbouwen bent naast het voetbal.

“Samen met mijn vrienden Hervé Kagé, Anthony Vanden Borre en Geoffrey Mujangi Bia heb ik een vzw opgericht om Brusselse jongeren te helpen; hun scholen opzoeken, voetbaltornooitjes organiseren… Met Anthony zou ik in de toekomst ook een kleine provinciale club uit het Brusselse hogerop willen helpen, maar we zijn nog de mogelijkheden aan het aftasten.”