Michiel Jonckheere ruilde KVO voor KVK: “Ik heb die West-Vlaamse mentaliteit nodig”

Michiel Jonckheere is verlost van zijn hielblessure. "Ik ben een jaar verloren." (foto Bart) © VDB
Redactie KW

Michiel Jonckheere is gestart aan een nieuw avontuur bij KV Kortrijk. De 30-jarige polyvalente middenvelder vertoefde negen seizoenen bij KV Oostende. Door de overnameperikelen kwam er geen nieuw contractvoorstel bij de Kustboys.

Opvallend: doorheen heel zijn carrière speelde Jonckheere alleen nog maar voor West-Vlaamse clubs. “Ik moet me goed voelen. Ik heb die West-Vlaamse mentaliteit nodig. Aan de andere kant van België gaan voetballen, is niks voor mij.”

Michiel, waarom heb je voor KV Kortrijk gekozen?

“Een samenloop van omstandigheden. Mijn contract liep af in Oostende. KVO kon geen nieuw voorstel doen in de loop van het jaar doordat de overname nog niet afgerond was. Kortrijk had in november al interesse getoond. Ze wilden me graag hebben. Ik was gecharmeerd. Sowieso vind ik Kortrijk een sympathieke club. Na de eerste gesprekken met algemeen manager Matthias Leterme en sportief manager Rik Foulon voelde ik mij op mijn gemak. Het is leuk dat je na tien jaar bij een club nog gewild bent. Rond januari was de deal beklonken.”

Je kreeg een contract voor twee jaar. Ben je daar tevreden mee?

“Uiteraard tekent elke voetballer liever een overeenkomst voor drie of vier seizoenen. Maar ik begrijp het wel. Ik ben tenslotte al 30 jaar. Als ik het echt goed doe, zit er misschien een verlenging in.”

Jouw carrière startte bij De Panne. Daarna maakte je de overstap naar de jeugdopleiding van Club Brugge. Vertel eens.

“Mijn vader was bij De Panne trainer van de beloften. Als klein mannetje ging ik mee gaan trainen, twee tot drie keer per week. Toen ik 7 jaar was, speelde ik bij de duiveltjes en kwam Club Brugge me weghalen. Tot de beloften bleef ik bij Club. Ik trainde een paar keer mee met de eerste ploeg. Rond mijn 18 jaar ben ik dan verhuisd naar Zulte Waregem. Daar zat ik een aantal keer op de bank, maar ik speelde geen seconde. In 2011 kwam Oostende aankloppen en ik vertrok naar tweede klasse.”

In 2013 maakte je met Oostende de promotie naar eerste klasse. Was dat het mooiste moment in jouw carrière?

“We kroonden ons geheel onverwacht tot kampioen. In de prognoses voor dat seizoen stonden we niet in de top vijf. Toch speelden we met tien punten voorsprong los kampioen. Het was een heel speciaal jaar. We hadden een hele hechte groep, met dertien tot 14 volwaardige spelers. Heel beperkt dus. De omstandigheden en de infrastructuur waarin we werkten, waren niet top. Maar dat maakte het juist zo charmant en gezellig. Uiteraard hadden we met Fred Vanderbiest een coach die als geen ander de samenhorigheid kon uitspelen. We speelden niet het mooiste voetbal. Je kon moeilijk scoren tegen ons en wij maakten makkelijk goals op hoekschop. Vooraan hadden we ook ene Laurent Depoitre lopen, dat was niet onbelangrijk.”

Je maakte de opgang mee van KV Oostende, maar er waren ook mindere jaren?

“Toen ik aankwam bij KVO waren de middelen heel beperkt. We moesten ons kleden in een soort van barakken en ontbijten met een bordje op de schoot. Toen we promoveerden, was het heel snel duidelijk dat er een financiële injectie moest komen. We hadden niet aangekocht voor eerste klasse en startten met 3 op 24. Dan kwam Marc Coucke en hij was heel ambitieus. In een maand tijd kwamen Berrier, Lukaku en Canesin erbij. We eindigden negende en wonnen play-off 2. Coucke leeft voor zo’n momenten en bleef investeren. Yves Vanderhaeghe kwam als coach en we haalden twee keer play-off 1. Dat was uniek voor KV Oostende. Tot Coucke wegging. Onder hem werd er een beetje boven de stand geleefd. De contracten die toen waren gegeven, waren te zwaar.”

Je kende er persoonlijk moeilijke momenten door een blessure aan je hiel? De miserie startte al in 2017. Uiteindelijk was je pas volledig fit in mei 2019.

“Dat was een jammerlijk verhaal, vooral omdat het zover niet hoefde te komen. Zowel ik als de medische staf hebben een fout gemaakt. Ik heb er te lang mee gespeeld, tot het veel te laat was. De eerste operatie was niet goed gelukt. In Antwerpen ging ik bij dokter Declercq nog eens onder het mes. Nu heb ik er geen last meer van. Ik heb een dik jaar verloren.”

Nu kun je opnieuw samenwerken met coach Yves Vanderhaeghe. Hij is een enorme fan van jou.

“In eerste klasse kende ik mijn twee beste jaren onder hem. We beleefden samen mooie momenten. Ik ken quasi heel de staf. Het zijn allemaal nuchtere mensen, ook ik sta zo in het leven. Ik sta voor de West-Vlaamse mentaliteit. Ik ben niet de sterkste en niet de snelste. Ik moet ergens compenseren. Ik wil er altijd alles aan doen om te winnen. Op training geef ik alles en ik verzorg me.”

Heb je je makkelijk geïntegreerd in de groep?

“Ja. Het is een goeie groep. Er zijn hier geen spelers met streken. Het zijn rustige gasten, het maakt niet uit welke nationaliteit ze hebben. Ik kende Kristof D’Haene al. Ik speelde nog met hem samen bij de jeugd van Club Brugge. Met Hannes Van Der Bruggen had ik al af en toe gesproken.”

Ik las dat je graag de Beker van België zou winnen. Je was er al eens dicht bij met KV Oostende.

“We verloren met penalty’s van Zulte Waregem. Dat blijft steken. Mocht ik de beker op mijn palmares kunnen schrijven, zal ik tevreden zijn met mijn carrière.”

Tot slot, waar ga je wonen? Het is toch eventjes rijden van de kust naar Kortrijk?

“Ik blijf wonen in Adinkerke, op 500 meter van Plopsaland. Een klein uurtje met de auto. Ik reed ook al een jaar naar Waregem, dat was verder. Aan de andere kant van België voetballen in pakweg Eupen is niets voor mij. Dan voel ik me niet goed in mijn vel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier