Kunnen de kleintjes onze’kleine’ clubs groot maken?

Redactie KW

Voor de meeste eersteklassers is het seizoen 1 na de coronacrisis gestart. Nu al zeker: vooral de kleinere clubs zullen zuiniger dan ooit moeten transfereren. Wat meer kansen voor de eigen jeugd zou betekenen. En dus doken we na de ‘kampioenen van morgen’ van Club Brugge in een tweedelige reeks in de jeugdwerking van onze vier ‘kleinere’ clubs. Vorige week Zulte Waregem en KV Kortrijk, vandaag KV Oostende en Cercle Brugge.

“Cola of Pepsi in de kantine is niet belangrijk… Data-analyses!”

De nieuwe investeerders van PMG zijn volop bezig met het invullen van het organigram van KVO en het nieuwe beleid aan te scherpen. ‘Jeugd, jeugd, jeugd’, werd al meermaals verkondigd. Daarbij kijkt de club binnen de eigen rangen, maar ook naar talentvolle jongeren die bij grote clubs niet aan de bak komen. “Paul Conway was verbaasd dat onze A-kern slehts vier jongeren onder contract heeft”, vertelt Rik Coucke, algemeen directeur van de jeugdacademie.

Eind maart, toen KVO leek te verzuipen, lanceerde Rik Coucke, algemeen directeur van Se’Academy, een oproep naar de ouders. ‘Stuur je kind niet halsoverkop naar een andere voetbalclub en heb vertrouwen in een goede afloop’, luidde het. En zie, KVO en Rik Coucke kregen gelijk. “Uiteindelijk hebben 55 kinderen verspreid over alle categorieën ons verlaten”, vertelt Coucke nu. “Daar zitten ook jongeren bij die vertrokken omwille van persoonlijke redenen, zoals de moeilijke combinatie met school. Zo’n vijftien spelers hadden ons inziens een zeker potentieel. Verrassend: het minste verloop zien we bij de iets oudere jeugdreeksen, zoals de U16 en U18. Zij speelden kampioen en door de klik tussen de spelers onderling verkozen ze te blijven.”

Kunnen de kleintjes onze'kleine' clubs groot maken?

KV Oostende is nog één van de weinige team die inzet op de elite-, provinciale én gewestelijke reeksen. “We zullen het gewestelijke voetbal nu wel dirigeren naar Vamos Zandvoorde in de Oostendse deelgemeente”, licht Coucke toe. “Onze sociale rol is veruit onze belangrijkste taak. Net daarom behouden we onze deelname aan het provinciaal voetbal. We zijn als club niet groot genoeg om enkel en alleen elitevoetbal aan te bieden. Dat kan misschien ooit gebeuren maar het zal zeker niet morgen of overmorgen zijn. Voetbal is een heel toegankelijke sport. En elke jeugdspeler, zijn ouders en zelfs grootouders zijn potentiële supporters om een match van KVO bij te wonen. Ook de inkomsten uit de kantine zijn voor onze werking van belang. Finaal zijn we zelfbedruipend op een budget van 1,2 miljoen euro.”

Bij de Se’Academy zijn ze benieuwd naar de concrete jeugdvisie die investeerders PMG, Paul Conway en nieuwe algemeen directeur Gauthier Ganaye zullen ontvouwen. Gesprekken zijn er al geweest, specifieke beslissingen nog niet. “Hun strategie is simpel: x-aantal jongeren klaarstomen voor de eerste ploeg, hen minuten laten maken en een meerwaarde creëren. Daarvoor willen ze investeren in de eigen jeugdwerking. Paul Conway was bijvoorbeeld verbaasd dat onze A-kern slechts vier jongeren onder contract heeft: Jelle Bataille, Robbie D’Haese, Anton Tanghe en Jordy Schelfhout. Voor de komst van Frank Dierckens was er te weinig aandacht voor jeugdspelers bij de hoofdmacht, terwijl het sportief en extrasportief de laatste twee moeilijke jaren waren. Als je jongeren wil aantrekken, moet je hen ook iets kunnen aanbieden. De beloften krijgen nu wel een premie en we betalen ook het internaat van sommige jeugdspelers. De komst van Tanghe was bijvoorbeeld een uitzondering. Die jongen wou écht met volle overtuiging naar ons komen.”

“Paul Conway vertelde dat ze met PMG bij Barnsley in Engeland en Nice in Frankrijk telkens veertig jongeren onder contract hebben. In Barnsley bijvoorbeeld kochten ze huizen op om vervolgens jeugdspelers onderdak te bieden en er een begeleider te laten inwonen. Vergelijk het met de ‘basket home’ van BC Oostende. Bovendien kunnen ze in het buitenland een soort stagiaircontract aanbieden. Bij ons gaat het meteen om parttime of voltijdse contracten van 10.000 of 20.000 euro bruto. Maar stel dat zij ons 100.000 euro toevertrouwen, dan kunnen we op zoek gaan naar tien beloftevolle jongeren.”

Kunnen de kleintjes onze'kleine' clubs groot maken?

De club lonkt naar spelers die bij grote clubs als Club Brugge of AA Gent niet aan spelen komen, maar wil intern ook haar werking bijschaven. “Ik wil er wel op wijzen dat de kloof tussen de jeugd en de A-kern kleiner is geworden. Jelle Bataille is daar een prima exponent van, maar vergeet ook Robbie D’Haese niet, die helaas door blessures werd afgeremd. Naar ons gevoel zou de trainer van de U18 ook T2 moeten zijn bij de U21. En de hoofdcoach van de U21 zou ook een grotere rol moeten spelen bij de eerste ploeg. De band tussen de spelersgroepen en trainers wordt sterker en wij zien het potentieel van jongeren sneller in.”

“Wij moeten ons ook meer richten op de regio Westhoek,” vindt Coucke. “Daar zijn de kansen voor jongeren te beperkt, zeker met de situatie van KSV Roeselare. De nieuwe leiding zal haar visie, haar manier van voetballen aan ons meegeven. Ze zijn niet geïnteresseerd of wij in de kantine Pepsi of Coca-Cola aanbieden, maar willen video- en data-analyses introduceren.”

Tot slot: het project EduFoot wordt in elk geval versterkt. Dat is een unieke samenwerking tussen de Se’Academy en de scholengroep Stroom. Spelers/leerlingen krijgen daarbij extra uren sport – lees: voetbal – op school. “Elke speler is vanaf 15 jaar verplicht om de opleiding EduFoot te volgen. Die extra sport op school wordt zelfs door onze trainers gegeven”, besluit Coucke.

Kunnen de kleintjes onze'kleine' clubs groot maken?

“Thibo Somers is kers op de taart”

De jeugdacademie van Cercle Brugge behoort na een jaar onderbreking opnieuw bij Elite 1. Ook voor de toekomst blijft dit een streefdoel. Prioriteit: een kortere lijn tussen de jeugd en de eerste ploeg. Tools: gerichte scouting, opgeleide coaches, een datacoach, een personal coach… Doel: een professionele jeugdwerking.

Voorzitter Piet D’Hooghe van de vzw die de jeugd behartigt, wijst in eerste instantie op een te grote kloof tussen de beloften en de eerste ploeg. “Met beloftencoach Jimmy De Wulf die nu zijn Pro License behaalt, zou dat kunnen worden verholpen. Mijn bedoeling is om ook de U18 meer te professionaliseren.”

Bij alle andere leeftijdscategorieën is er wel een evolutie merkbaar. Groen-zwart behoort opnieuw tot de beste twaalf jeugdopleidingen van het land. “We putten hier moed uit om onze academie te blijven verbeteren teneinde een vaste waarde te zijn in Elite 1”, glundert David Carpels, hoofd opleiding. Cercle en Westerlo nemen de plaats in van Eupen en Lokeren. “We namen intussen al spelers over van Lokeren. Hun aanbod is kwalitatief hoog, hun club is gestopt en zij komen uit Elite 1.”

“Nieuwe spelers moeten wel minstens twintig procent meerwaarde bieden tegenover onze eigen jeugd. We zetten in onze scouting in op het meten van prestaties. Alles wordt in kaart gebracht, met als doelstelling de betere jeugdspelers tussen 8 en 10 jaar uit de regio bij ons te doen voetballen, binnen de jeugdslogan: ‘van passie tot perfectie.'”

Kunnen de kleintjes onze'kleine' clubs groot maken?

“Met betrekking tot de scouting dienen wij ook rekening te houden met de nakende wijziging van de bondsreglementen”, gaat D’Hooghe verder. “Zo zullen opleidingsvergoedingen een grotere rol spelen. De bedoeling van de Pro League was eigenlijk dat alle opleidingen gewaardeerd en vergoed zouden worden om zo het vertrek van jonge spelers tegen te houden. Ons land telt het meeste jonge voetballers die van club veranderen. In Nederland is dat bijvoorbeeld heel wat minder.”

Binnen de jeugdacademie van Cercle blijft de doorstroming van eigen opgeleide jeugdspelers naar de A-kern prioritair. “Bij het uitreiken van de licentie voor Elite 1 hebben wij hier een goede score behaald”, weet D’Hooghe. “Er waren naast de gekende namen die Bernd Storck in zijn groep nam, ook andere jongens die het goed deden. Ik denk bijvoorbeeld aan Thomas De Bie, Robbe Decostere, Charles Vanhoutte, allen uitgeleend aan AFC Tubize, en Guillaume De Schryver en Gilles Dewaele, uitgeleend aan Westerlo. Gilles gaat nu naar KV Kortrijk maar ik had hem liever bij ons zien spelen”, aldus Carpels. “Mensen uit de eigen jeugd en streek zorgen immers voor een binding met de supporters, voor een lokale verankering. Wat we de voorbije maanden met Thibo Somers (uitgeroepen tot Speler van het Jaar, red.) meemaakten, was voor ons de kers op de taart.”

De jeugdtrainers van Cercle beschikken allemaal over een door de Vlaamse trainersschool erkend voetbaldiploma. Ook bij de onderbouw zijn praktisch alle jeugdtrainers in het bezit van een pedagogisch diploma. “Voor komend seizoen hebben we tevens twee nieuwe coördinatoren, Mitch Delcour en Tim Plovie. Bij de U13 hebben we met Kevin Depoorter en de U11 met Giovanni Pommelaere een nieuwe trainer. Gewezen scheidsrechter Jurgen Brinckman fungeert als teamtrainer van de U9.”

De aangepaste trainingen starten vanaf 13 juli. Er hadden in kleine groepjes al vijf dagen lang diverse fysieke testen plaats. “Daarnaast willen we ook een soort van screening doen. Onze vaste jeugdkiné, Andreas Ryckebusch, is dagelijks bezig met blessurepreventie.”

Kunnen de kleintjes onze'kleine' clubs groot maken?

Er komt ook een datacoach. “Iemand die vooral bij onze toppers of high potentials alle bewegingen cijfermatig vastlegt.”

Voor de oudste leeftijdscategorieën komt er met Bram De Rop ook een personal coach bij. “Met betrekking tot videoanalyses willen we ook meer inzetten op een individuele benadering van de spelers, aan de hand van een online tool waarmee zowel de trainers als de datacoach aan de slag kunnen. Een opleidingsplan waarmee we aan de hand van spelprincipes willen zien wat de speler goed of minder goed heeft gedaan.”

Cercle willen vooral een band creëren met de jeugdtalenten, hen een vooruitzicht bieden. Ze noemen dat een POP, een Persoonlijk Opleidings Plan. “De verantwoordelijkheid ligt bij de speler maar die heeft ook iemand nodig die hem begeleidt”, weet Carpels.

En jawel, de jeugd van Cercle blijft waar ze is. “We gaan niet weg van Olympia”, benadrukt D’Hooghe. “We zouden dat pas overwegen als we op een andere locatie een serieuze meerwaarde hebben en als ons honderd procent zekerheid wordt verstrekt. Los daarvan gaan wij dit seizoen nog verder in onze accommodatie investeren. Sowieso blijft het mijn droom om een jeugdacademie te hebben op een volledig professionele leest.”