Zolang de transfermolens draaien, blijft eigen jeugd een hol verhaal

Volgende dinsdag wil Club Brugge in Leipzig een vervolg breien aan zijn eclatante Champions League-opener tegen Paris Saint Germain. Volgende prille twintigers mogen opnieuw in de basis worden verwacht: Stanley Nsoki (22), Kamal Sowah (21), Noah Lang (21) en Charles De Ketelaere (20). Goudhaantjes, binnen afzienbare tijd brengen die vier Club héél veel geld op.

Van die vier is alleen King Charles een eigen product, de anderen zijn onderdeel van de gerichte aankooppolitiek van de landskampioen: (duur) jong talent ontdekken, inhalen en opleiden, om later voor nog veel meer geld te verkopen. Odilon Kossounou bracht Club 30 miljoen op. Een perfect businessmodel dus van de perfect gerunde onderneming Club Brugge. Elf inkomende transfers afgelopen zomer in perfecte balans, onmiddellijk rendement en clubkapitaal, het verdient alle respect. En uit de eigen jeugd meldt zich alvast ook Noah Mbamba, nauwelijks 16 jaar.

Zolang de transfermolens draaien, blijft eigen jeugd een hol verhaal

Waarbij Club maar al te graag roept: Mbamba en De Ketelaere, exponenten van onze investeringen in de jeugd! En dan roepen ze nog harder: in 2023 moet de helft van ons eerste elftal uit eigen jeugd komen! Keep on dreaming. Zolang elke zomer 11 spelers worden aangetrokken of zelfs maar gehuurd, is het alleen weggelegd voor uitzonderlijke talenten als CDK en Mbamba. Openda, Van den Keybus, De Cuyper, Badji… Ze mochten even komen snuffelen, maar moeten nu maar hopen dat Mechele niet de enige uitzondering is – succesvol teruggekeerd uit huur. Van der Brempt wacht wellicht hetzelfde lot.

Want zolang Club de mogelijkheden heeft om toptalenten als Sowah (9 miljoen euro), Nsoki (6 miljoen) en Lang (6 miljoen) aan te trekken, zal de eigen jeugd nooit de helft van de ploeg uitmaken. Even verderop lees je een dubbelgesprek met de moedig strijdende jeugdcoördinatoren van Zulte Waregem en KV Kortrijk. Zij noemen die ambitie van Club een marketingverhaal. Ook hun clubs spreken over investeren in de eigen jeugd, maar haalden tegelijk afgelopen zomer ook een tiental spelers in. Waaronder spelers ter waarde van bijna het hele jeugdbudget. Dat is voor clubs met een budget van 16 en 18 miljoen – waarvan hooguit 8 procent naar de jeugd gaat – een pijnlijke realiteit.

Alle respect voor het harde werk van Joric, Bert en co… Maar zolang de transfermolens draaien, blijft eigen jeugd (afgelopen zomers deden alle profclubs samen 600 jeugdtransfers) een hol verhaal.