Wesley kijkt uit naar zijn comeback bij Club Brugge: “Ik heb twintig dagen lang elke dag geweend”

Wesley werkt hard aan zijn comeback. © Kris Van Exel
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Eind augustus keerde Wesley Moraes (24) op huurbasis naar Club terug om er de laatste stap van zijn comeback te zetten, maar die verloopt trager dan verwacht. Bijna twee en een half jaar geleden ving Club van Aston Villa voor hem de recordtransfersom van 25 miljoen euro. Na zijn doorbraak in de Premier League volgde zijn debuut bij het Brazilië van Neymar & co, maar kort daarna, op 1 januari 2020, liep Wesley Moraes (24) een zware knieblessure op. In De Zondag vertelt hij zijn verhaal van bijna twee jaar lijden: “Was ik 30, 31 jaar geweest, dan was ik gestopt, denk ik.”

Het was een heuglijke intrede op het einde van de voorbije zomermercato: Wesley (24) keerde naar huis terug om er na zijn gecompliceerde knieblessure van nieuwjaarsdag 2020 eindelijk weer de spits te worden die Club in juni 2019 voor een fortuin aan Aston Villa verkocht. Bij The Villans was hij na een lange revalidatie niet verder geraakt dan korte invalbeurten tegen West Bromwich, Manchester United, Crystal Palace en Newcastle.

“Ik wil weer wedstrijden starten om naar mijn beste niveau te kunnen groeien”, sprak hij toen. Maar intussen startte de Braziliaan nog maar één keer, tegen Charleroi twee maanden geleden, en viel hij tegen Leipzig, STVV en in Deinze kort in. Woensdag dook hij tegen Leipzig opnieuw op, een invalbeurt van 8 minuten. Maar: “Mijn knie is goed nu, ik blijf hard werken om honderd procent te zijn wanneer ik een kans krijg.”

Heeft deze blessure jou veranderd?

“Als je na zo’n blessure kan terugkeren, denk je: nu kan niemand mij nog stoppen. Lang dacht ik dat mijn carrière voorbij was. Dat was een hele slechte blessure, op een moment dat het met mij beter dan ooit ging. Nadat het gebeurd was, heb ik twintig dagen lang elke dag geweend. Niet van de pijn, maar omdat ik dacht: komt het ooit nog goed met die knie? Ik dacht dat ik nooit meer zou kunnen terugkeren. Als je de videobeelden bekijkt… Mijn rechterknie gaat helemaal… inside, you know… Alle ligamenten waren compleet aan flarden. Mijn vrouw weende toen ook, omdat ze mij zo zag…”

Het gebeurde op 1 januari. Wat deed je op oudejaarsavond?

“We waren toen met de ploeg op afzondering in een hotel in Burnley. ’s Nachts kon ik niet slapen van het voortdurende vuurwerk dat werd afgeschoten. Niet te doen. Ik begrijp niet waarom ze in Engeland voetballen op nieuwjaarsdag.”

Wanneer kreeg je het gevoel dat het goed kon komen met die blessure?

“Toen na acht maanden de pijn weg was.”

Björn Engels, vorig seizoen je ploegmaat bij Aston Villa, zei in april in De Zondag: “Dit is het ergste knieletsel dat ik ooit zag, die jongen zag tijdens zijn revalidatie enorm af, maar met zijn ijzersterke mentaliteit komt hij zeker terug.”

“De revalidatie was in het begin heel pijnlijk, maar ik had geen keuze: met zo’n blessure moet je elke dag, stapje voor stapje, doen wat er gedaan moet worden, en rustig en geduldig blijven, zoniet is het voorbij.”

Kreeg je hulp van een mental coach?

“Neen, mijn vrouw was de mental coach.”

Wat deed ze?

“Er voor mij zijn en met mij spreken. Want als je met zo’n blessure tijdens zo’n lange revalidatie van de club thuiskomt, begin je van alles te denken… Ze zei toen tegen mij: Je bent goed bezig, je moet niet boos zijn, doe zo voort en dan zal je op een dag wel weer beginnen voetballen. Dan zei ik tegen haar: Ik weet het, maar… Soms was het heel moeilijk en dan probeerde zij mij te helpen. In die periode was zij de perfecte mental coach.”

Dévy Rigaux, ex-teammanager en je vertrouwenspersoon bij Club, zegt: “Deze ervaring bracht Wesley enkele grote nieuwe inzichten.” Wat bedoelt hij?

“Het inzicht dat het door een goede mentaliteit te tonen en geduldig te zijn zelfs mogelijk is om sterker dan voorheen terug te komen. Want voor sommige spelers betekent zo’n blessure het einde van hun carrière. Ik koos de goede weg en trainde hard. Soms trainde ik drie keer per dag. Ik was moe maar deed voort.”

Wat betekende je doorbraak in de Premier League voor jou?

“Het bracht gevoelens uit mijn verleden terug. Uit de tijd dat ik niets had, dat ik als kind mijn pa verloor en mijn moeder elke dag moest gaan werken om ons iets te eten te kunnen geven. Toen ik in de Premier League op het veld stond, dacht ik: alles is mogelijk.”

Wat is het verschil met de Jupiler Pro League?

“In de Premier League zijn er meer fysieke contacten, ligt de intensiteit veel hoger en moet je als spits meer verdedigen. Na een wedstrijd of drie was ik aangepast.”

Hoe voelde je je bij je debuut voor de nationale ploeg van Brazilië?

“Dat is de grootste droom die in vervulling gaat. Mijn shirt hangt nu ingekaderd bij mijn moeder thuis. Het was geweldig om erbij te zijn, ook omdat bij de nationale ploeg alle spelers je proberen te helpen. Als je daar nieuw bent, is iedereen blij voor jou. Als je van club verandert, is dat niet zo: sommigen geven helemaal niets om jou. De coach had mijn laatste wedstrijd gezien, tegen Wolverhampton, en zei bij mijn aankomst: Je was goed. Doe zo voort en alles komt vanzelf.”

Hielp dat perspectief jou tijdens je zware revalidatie?

“Ja. Was ik 30, 31 jaar geweest, dan was ik gestopt, denk ik.”

Jack Grealish, een van je ploegmaats bij Aston Villa, speelt nu bij Manchester City. Heb je hem gesproken naar aanleiding van de Champions Leaguewedstrijd met Club daar onlangs?

“Ja. Hij vroeg hoe het met mij ging. Ik zei: Ik hoop op een dag met jou herenigd te zijn bij Manchester City. Hij zei: Ik hoop het ook, want ik speel graag met jou samen. (lacht)

In december word je voor de derde keer vader. Helpt dat je om optimistisch te zijn?

“Natuurlijk. Elke ochtend wanneer ik naar de training ga, denk ik eraan. Ik wil een goed voorbeeld voor hem zijn, zodat hij ziet: mijn vader doet er alles voor. Het is een beetje anders dit keer: ik hou enorm van mijn twee andere kinderen, maar ben niet samen met de mama’s. Terwijl ik met Isadora al 3,5 jaar samen ben en we in de voorbije zomer huwden.” (toont zijn trouwring)

Het is een jongen?

“Ja. We zullen hem Wesley Junior noemen.”

Is er op je lichaam nog voldoende plaats vrij voor zijn naam?

“Ja, op mijn rug.” (lacht)

Drie kinderen van drie verschillende vrouwen is bij ons nogal ongebruikelijk…

“… Maar bij ons in Brazilië ook hoor, mijn broer zegt zelfs dat ik gek ben. (lacht) Als je vader wordt op je veertiende à vijftiende is dat natuurlijk niet gepland, maar… ik ben blij dat ze er zijn. Ik voel liefde als ik hen zie. Het is moeilijk, want ze wonen elk bij hun moeder in Brazilië. Maar intussen is Yan tien jaar en Maria Eduarda acht en ik denk dat ze begrijpen waarom ik zo ver van hen ben.”

Voetbalt Yan?

“Ja, in Juiz de Fora, mijn stad, waar ik begonnen ben met voetballen.”

Welke raad geef je hem?

“Dat het moeilijk is om profvoetballer te worden, maar dat het mogelijk is als je hard werkt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier