Wat scheelt er met Siebe Schrijvers?

Siebe Schrijvers vecht met ex-ploegmaat Clinton Mata voor de bal. Veel speelvreugde heeft Schrijvers nog niet beleefd aan zijn transfer naar OHL.© BELGA
Siebe Schrijvers vecht met ex-ploegmaat Clinton Mata voor de bal. Veel speelvreugde heeft Schrijvers nog niet beleefd aan zijn transfer naar OHL.© BELGA
Redactie KW

Terwijl Club Brugge, zijn vorige club, op de titel afstevent en KRC Genk, zijn moederclub, zondag de bekerfinale speelt, zit Siebe Schrijvers (24) op de bank bij Oud-Heverlee Leuven. Waarom vindt het voormalige toptalent van het Belgische voetbal ondanks zijn onbetwistbare klasse zo moeilijk zijn plaats? Het antwoord van vader Rob Schrijvers en zaakwaarnemer Nico Vaesen.

Zijn beste seizoen kende Siebe Schrijvers tot nu toe wel degelijk bij Club Brugge: in 2018-19 onder Ivan Leko, in een 3-5-2 in steun van targetspits Wesley, scoorde hij twaalf keer. Maar daarna vertrok de coach die hem naar Jan Breydel had gehaald en werd hij opgevolgd door Philippe Clement, uitgerekend de coach onder wie Schrijvers bij zijn vorige club, KRC Genk, in een 4-3-3 steeds minder aan spelen was toegekomen. Zo verging het Schrijvers onder Clement ook in Brugge en daarom vertrok hij in januari naar OH Leuven. Maar ook daar zit hij op de bank.

“Ach, als Siebe op zijn kwaliteiten wordt uitgespeeld, is er geen discussie”, zegt spelersmakelaar Nico Vaesen. “Dan gaat hij nooit uit de ploeg en is hij een van de betere in België. Natuurlijk, zijn beste positie is tweede spits en dat betekent dat hij in 4-3-3 of in 3-4-3 zijn kansen eerder op de flanken moet gaan zoeken. Hij is geen typische winger, maar in een functie zoals onder Albert Stuivenberg bij Genk, met de vrijheid om naar binnen te komen, kan Siebe ook op de flank spelen.”

Opmerkelijk is wel dat Schrijvers in januari uitgerekend naar een ploeg vertrok die een systeem speelt waarin zijn beste positie niet bestaat. “Daar waren we ons bewust van”, aldus Vaesen. “Maar als je hem alleen naar een club kunt brengen die 3-5-2 of 4-4-2 speelt, worden de mogelijkheden beperkt. Je weet ook: in het hedendaagse voetbal mag je je niet vastpinnen op één positie. Siebe kan op verschillende plaatsen uit de voeten, maar heeft nu een beetje stabiliteit nodig. Als je lang weinig speelde, kan je dat niet camoufleren, zeker niet bij een coach die veel en hard traint.”

“Kijk, OHL wilde Siebe er absoluut bij. Zo’n financiële inspanning gaan ze niet doen als je niet toekomstgericht veel van hem verwacht. Zij willen op termijn naar de top 6 doorgroeien en het is de bedoeling dat Siebe daar een integraal deel van uitmaakt. We spraken alles vooraf uitgebreid door met Marc Brys en hij zag ze alle vier spelen: Henry, Mercier, Sowah én Siebe. Maar de grote uitdaging is: hoe doe je dat zonder de balans in het elftal te verliezen? Het is nog wat zoeken, voor iedereen, maar ik zie het wel goed komen. Ik kan mij niet inbeelden dat Siebe in de toekomst nog veel op de bank zal moeten zitten. Dat bestaat niet. In steun van Henry zou hij een heel sterke tandem met hem moeten vormen. Maar er is tijd nodig.”

Gouden vierkant

Vader Schrijvers blijft er rustig onder. “Ik moet eerlijk bekennen: ik had ook niet verwacht dat Siebe in Leuven zoveel op de bank zou terechtkomen”, zegt hij. “Maar anderzijds: alles werd op voorhand heel goed doorgesproken met meneer De Corte (TD) en met meneer Brys (T1) en er worden nu geen keuzes gemaakt waarin we ons niet kunnen vinden. In de toekomst moet het natuurlijk wel veranderen.”

De intentie was om met de transfer van Schrijvers van de gouden driehoek Henry-Mercier-Sowah een gouden vierkant te maken, vertelt hij. “Om dat te kunnen doen, was er in de verdedigende linies versterking nodig, maar de jongens die daarvoor in januari werden aangetrokken, speelden tot nu toe om de een of andere reden nog minder dan Siebe. Daardoor is het een moeilijk evenwicht om die extra aanvallende speler in de ploeg te brengen. En de keuze voor Mercier in steun van Henry vind ik door zijn statistieken ergens wel logisch.”

Hij erkent dat zijn zoon in het moderne voetbal een speciaal profiel is: technisch heel begaafd en slim, maar tenger. “Ik vind dat het voetbal de laatste vijf à tien jaar enorm veranderd is. Je komt haast alleen nog breedgeschouderde mannen tegen. Op techniek kun je minder doen. Het fysieke aspect is belangrijker geworden. Daar wordt ook dikwijls naartoe gewerkt en op geselecteerd. Siebe heeft dat niet zo. Hij is een frêle jongen, ondanks het feit dat hij daar hard aan werkt. Tegenwoordig zijn de kernen ook heel groot. De helft speelt niet. Terwijl een speler kansen moet blijven krijgen en vertrouwen moet voelen om open te kunnen bloeien en zijn beste niveau te halen.”

Het best functioneert Schrijvers in een rol als schaduwspits waarin hij de vrijheid geniet om de vrije ruimtes te zoeken. “Daar hangt inderdaad veel van af. Hij moet slim kunnen lopen. Als hij op zijn kwaliteiten wordt uitgespeeld, kan hij in elke ploeg zijn plaats hebben. Alleen in een rol waarin hij zich goed voelt, kan de beste Siebe tevoorschijn komen. In zijn eerste seizoen bij Club Brugge scoorde hij 12 keer en gaf hij 7 of 8 assists. Ik vind dat heel leuke cijfers voor een Belg van op dat moment 22 jaar. Dat wordt snel vergeten, maar dat kan toch niet weg zijn?”

“Siebe weet heel goed wat hij wil en werkt daaraan. In Leuven had hij een serieuze aanpassingstijd nodig door zijn gebrek aan matchritme, door het zware werkregime daar en door de verplaatsingen vanuit Knokke. Meestal maakte hij werkdagen van 6 tot 19.30 uur. Hij is graag in Leuven en voelt er zich almaar beter. Misschien is dit niet het traject dat iedereen op basis van zijn talent voor hem zag, maar vroeg of laat gaat het wel allemaal in zijn plooi vallen.”