Vossen en Gano, het spitsenduo van Zulte Waregem: “Koningskoppel? Vraag dat binnen een paar maanden eens”

Zinho Gano en Jelle Vossen, ploegmaats bij Zulte Waregem. “We voelen ons allebei heel goed in de rol die we spelen. Aan ons om dat te bevestigen en nog te verbeteren.” © Christophe De Muynck
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Alle twee zijn ze ex-spelers van Club Brugge en van Racing Genk, maar dit seizoen staan Jelle Vossen (32) en Zinho Gano (27) voor het eerst samen in een ploeg. Met respectievelijk vier en twee doelpunten na vijf wedstrijden zijn ze samen verantwoordelijk voor zes van de zeven doelpunten die Zulte Waregem tot nu toe maakte. Een dubbelgesprek over het leven in de voorhoede.

Tegen Charleroi pakte Zulte Waregem zondag zijn eerste punt in het Regenboogstadion (2-2), nadat het er zowel tegen Standard (1-2) als tegen Club Brugge (0-4) onderuit was gegaan. Buitenshuis verloor het dan weer nog niet, na een gelijkspel in Leuven (1-1) en een zege in Sint-Truiden (1-3). Misschien is dat bemoedigend met het oog op de verplaatsing naar Oostende van zondagavond. Maar dan zal Essevee wel beter moeten verdedigen, want net als vorig seizoen krijgt het te veel goals tegen. Daartegenover staat dat het spel niet slecht is, dat de ploeg de voorbije speeldag veerkracht toonde en dat de spitsen Jelle Vossen en Zinho Gano met respectievelijk vier en twee goals goed aan het seizoen zijn begonnen.

Vossen: “Die goals zijn goed voor het gevoel en het vertrouwen.”

Gano: “Zoals Jelle zegt: dat is heel positief voor ons.”

In de media viel het woord ‘koningskoppel’ al. Voelen jullie dat ook zo aan?

Vossen: “Wij blijven daar heel rustig onder. Aan ons om ons best te blijven doen. Dan zien we binnen een paar maanden wel of we effectief een koningskoppel zijn.”

Gano: “Op dit moment voelen we ons allebei heel goed in de rol die we spelen. Aan ons om dat te bevestigen en nog te verbeteren.”

Zijn jullie complementaire types?

Gano: “Dat denk ik wel. In enkele fases lieten we dat ook al zien. Jelle voelt heel goed aan waar de tweede bal rond een spits als ik kan komen.”

Vossen: “Zinho is een type dat een bal goed kan bijhouden en mijn favoriete spel is om daarrond te zwerven en op het juiste moment op de juiste plaats te komen. We hebben elk onze specifieke kwaliteiten en vinden allebei gemakkelijk de weg naar doel, maar er is zeker nog veel progressie mogelijk. Het elkaar aanvoelen, kan alleen maar verbeteren. Door veel met hem te trainen en te spelen, zal ik nog veel beter kunnen inschatten wat hij in bepaalde situaties het liefst doet, welke beweging hij gaat inzetten. We moeten elkaar nog veel beter leren kennen.”

Gano: “De kwaliteiten van Jelle liggen in de zestien meter. Iedereen weet: als je hem daar te veel ruimte geeft, dan scoort hij. Ik heb ook veel scorend vermogen, maar ik kan ook een bal bijhouden en dat is belangrijk voor het samenspel in het team. Dat is ook wat de coach van mij vraagt.”

Vossen: “Voor een ploeg is het heel belangrijk dat je een spits kunt inspelen en dat hij de bal kan bijhouden, zodat iedereen kan opschuiven en je bij balbezit in je spel kunt komen. Daar is Zinho nu heel belangrijk in. Ook met zijn lengte kan hij voor veel gevaar zorgen, maar we mogen niet de fout maken enkel maar lange ballen op hem te trappen, want dat is zijn spel niet. We moeten hem ook in de combinatie gebruiken, zodat we in de box kunnen komen en daar op voorzetten gevaarlijk kunnen zijn. Zinho heeft de kwaliteiten om een complete spits te zijn. Ik ben heel blij dat hij werd aangetrokken en zie het heel positief in voor ons en de rest van de ploeg.”

Waarom slaagde hij niet bij grotere clubs als Antwerp en Genk?

Vossen: “Dat kun je beter aan hem vragen, denk ik.” (lacht)

Gano: “Bij Genk kwam ik bij een ploeg terecht die al twee jaar samenspeelde. Samatta begon toen ook te scoren en Harbaoui streed voor de titel van topschutter. Dan is het moeilijk om in de basis te geraken. Hetzelfde bij Antwerp, waar Mbokani topschutter werd. Bölöni zei mij: Je bent heel sterk bezig, maar we hebben Dieu. En Dieu is Dieu, zeker dat seizoen was hij intouchable. In de krant zei Bölöni ook: In elk ander team zou Gano in de basis staan. Ik ben blij dat ik hier nu ben.”

Wat leerde je uit die ervaringen?

Gano: “Ik ben daar mentaal sterker van geworden.”

Je flipt niet meer wanneer het niet naar wens verloopt?

Gano: “Klopt. Ik denk dat ik nu beter kan relativeren.”

Vossen: “Bij een topclub is het door de druk en de concurrentie iets lastiger. Het kan van kleine dingen afhangen waarom een trainer voor iemand anders kiest.”

Met twee spitsen moet de tegenstander zich altijd aanpassen – Zinho Gano

Staan jullie liever met twee dan alleen in de spits?

Vossen: “Ja, omdat je dan ruimte voor elkaar kunt creëren. Als je alleen moet opboksen tegen twee of drie verdedigers is dat moeilijker en heel anders spelen. Met twee kun je constant bewegen en ben je moeilijker te verdedigen.”

Gano: “Met twee spitsen kun je meer gevaar creëren en moet de tegenstander zich altijd een beetje aanpassen.”

Vossen: “Met één spits moet je veel meer in het duel spelen. Dan weet je als tegenstander: kan ik het duel winnen, dan is het gevaar geweken.”

Welk type spits verkies je naast je?

Vossen: “Ik kende zowel goeie periodes met een targetspits naast mij als met een snelle spits als Diaby. Het is een kwestie van elkaar aan te voelen en complementair te zijn. Bij Zinho heb ik absoluut een positief gevoel. Hij ziet goed de ruimtes en weet waar hij moet lopen, hij is een slimme voetballer en dat heb ik graag.”

Welk tweespitsensysteem verkiezen jullie: 4-4-2 of 3-5-2?

Vossen: “Voor ons is het belangrijkste dat er gevaar vanop de flanken komt, dat er spelers zijn die over hun man kunnen gaan en een voorzet kunnen trappen zodat wij gevaarlijk kunnen zijn in de zestien. Ook in verdedigend opzicht maakt het systeem op zich niet zo veel uit. Er zijn veel opties om druk te zetten; en hoe we het doen, hangt van wedstrijd tot wedstrijd af.”

Gano: “Communicatie is daarbij heel belangrijk. Door te praten kun je tijdens de wedstrijd veel oplossen en Jelle coacht mij daar heel veel in. En zoals hij zegt: in de aanval moeten we bevoorraad worden. In de zestien meter zijn we heel gevaarlijk op crosses.”

Het hardst mis ik Olivier Deschacht aan de kaarttafel – Jelle Vossen

Jij bent met je 1m98 in het voordeel, maar is Jelle niet de technisch beste kopper?

Vossen(tegen de persverantwoordelijke): “Geef hem eens iets te drinken van mij.” (lacht)

Gano: “Ik heb toch ook al veel goals gemaakt met de kop en ik denk niet dat het alleen door mijn gestalte komt.” (grijnst)

Zoeken jullie elkaar ook buiten het veld op om een nog betere gevoelsband te creëren?

Vossen: “Niet speciaal.”

Gano: “Wij zijn twee sociale jongens. Iedereen maakt het in zijn carrière wel eens mee dat je voelt dat het wat minder klikt, maar hier is dat totaal niet het geval.”

Vossen: “Het belangrijkste is dat iedereen een goeie mentaliteit toont en dat er geen wrevel is in de ploeg. Ik vind dat we hier momenteel een heel goeie groep hebben. Iedereen kan het heel goed met elkaar vinden. Tot nu toe zijn er weinig of geen incidenten geweest. Zowel hier als in andere clubs heb ik het al wel eens anders geweten. Ik maakte zelfs al vaak mee dat er sommige spelers elkaar niet konden luchten. Dan is het kwestie van het teambelang voorop te stellen en aan de aftrap te komen met hetzelfde doel: alles doen om de wedstrijd te winnen. Maar dit is een heel positieve groep die heel goed aan elkaar hangt. Dat kan dit seizoen heel belangrijk worden.”

Gano: “Dat zit inderdaad goed. We willen allemaal voor elkaar lopen.”

Hoe is het tegenwoordig om spits te zijn in de Jupiler Pro League?

Gano: “Als spits speel je eigenlijk altijd in het duel met verdedigers, maar ik denk dat het met de VAR en de camerabeelden minder vuil is geworden.”

Vossen: “Qua intensiteit is het vergelijkbaar met vroeger. Het grootste verschil is dat er nu heel veel ploegen met drie centrale verdedigers spelen in plaats van met twee. Met twee spitsen sta je tegen twee centrale verdedigers vaak man tegen man en daar kan je net iets meer van profiteren. Tegen drie centrale verdedigers ben je altijd in de minderheid, wat het af en toe wel wat moeilijker maakt. Sta je man tegen man, dan kan elke bal levensgevaarlijk zijn. Zeker met iemand als Zinho, die een lange bal kan deviëren. Sowieso ben je als spits afhankelijk van de rest van de ploeg. Zie de goals van Frey op Standard: op zich zijn dat geen wereldgoals, maar de ploeg speelt het goed uit en hij staat op de juiste plaats.”

Worden er veel overtredingen op spitsen niet gefloten?

Gano: “Dat denk ik wel. Sommige refs denken zelfs dat omdat je groot en sterk bent niet elke fout gefloten moet worden.”

Vossen: “Voor mij valt het qua stampen nog mee. Ik heb niet het lichaam van Zinho om een verdediger die op mij plakt van mij af te duwen en probeer altijd zoveel mogelijk uit het duel te spelen en de juiste ruimtes te zoeken.”

Tot slot, Jelle: volgens Olivier Deschacht bracht jij hem tot inzicht dat het tijd was om een punt te zetten achter zijn carrière. Hij zei in de podcast MidMid: “Als zelfs Vossen je uitkapt op training, weet je hoe laat het is.” Waar mis je hem het meest: op het veld of in de kleedkamer?

Vossen: “Het hardst mis ik hem aan de kaarttafel! Hij was mijn partner bij het kaarten en ik moet zeggen dat ik er daar vorig seizoen veel beter voorstond dan nu. Had ik dat geweten, dan had ik hem niét gedribbeld.” (lacht)

Het klikt tussen beide spitsen: na vijf matchen lieten ze al zes goals optekenen.
Het klikt tussen beide spitsen: na vijf matchen lieten ze al zes goals optekenen. © Belga