Uniek dubbelgesprek met Cercle-rechtsachters Frederik Boi en Robbe Decostere: “Die eerste derby was mijn redding”

Rechtsachters Frederik Boi en Robbe Decostere blikken samen vooruit op de derby. “In een derby vind je sneller je tweede adem”, weet Robbe Decostere. (foto ACR)
Redactie KW

Hoe word ik als rechtsachter, afkomstig uit de eigen jeugd een derbyheld? Bruggeling Frederik Boi (40) blikt terug in het verleden en geeft Robbe Decostere het nodige vertrouwen. “Je gaat er elke keer voluit voor. Ik heb dat graag. Je toont geen angst en straalt heel veel vertrouwen uit. Veel lef en durf”, vertelt Frederik Boi, die 15 jaar geleden het enige doelpunt maakte in de Brugse derby.

Robbe Decostere (23) uit Kortemark, die voornamelijk online bezig is aan zijn laatste jaar handelswetenschappen in Gent en in Roeselare een appartement kocht, debuteerde vorig seizoen in september op het hoogste niveau in de Brugse derby met Club als thuisploeg. Voor even was er geen rivaliteit tussen blauw- en groen-zwart. “Er was opnieuw publiek toegelaten. Een kippenvelmoment was het en tevens zeer emotioneel”, opent Robbe. “Miguel Van Damme had geen al te goed nieuws gekregen en mocht geflankeerd door zijn vrouw de aftrap geven. Een pakkend moment. Ook al omdat iedereen daar achter stond, dat Club én Cercle dit initiatief steunden om Miguel als een goede vriend van mij een hart onder de riem te steken.”

Je was vijf jaar jeugdspeler bij Club Brugge. Door te weinig speelminuten verhuisde je naar Cercle. Een rechtsachter pur sang was je echter niet.

Robbe Decostere: “Ik speelde altijd in het middenveld. Eerst aanvallend, dan verdedigend. Doorheen de jaren schoof ik nog meer naar achter, als een centrale verdediger bij de beloften om uiteindelijk binnen de eerste ploeg en omdat ik niet groot genoeg was rechtsachter te worden. Mijn eerste wedstrijden op die positie kwamen er bij mijn uitleenbeurt aan Tubeke.”

Vandelannoite zei: de verliezer betaalt de ganse avond in De Vuurmolen. Hij hield zich aan zijn woord

Frederik, ik herken dit verhaal ook bij jou. Het was Glen De Boeck die je als rechtsachter uitspeelde, niet?

Frederik Boi: “Bij de jeugd begon ik als rechtsbuiten, dan als verdedigende middenvelder en bij de scholieren werd ik centraal achterin uitgespeeld. Een positie die mij enorm goed lag om uiteindelijk weer een rij vooruit te schuiven. Bij de eerste ploeg moest ik van Jerko Tipuric als rechtsbuiten mijn snelheid benutten. Een basisspeler was ik toen niet. Uiteindelijk werd ik onder De Boeck rechtsachter. Mijn vorige posities speelden hierbij een voordeel. Je kan niet centraal staan als je geen voetbalinzicht hebt. Mijn positiespel was goed en met voetbalverstand kan je als rechtsachter echt wel je plan trekken. Vanaf dan heb ik elke match gespeeld.”

Er is ook het geluk dat je als voetballer moet hebben?

Boi: “We speelden tegen Dender. In het begin lagen we ferm onder. Jimmy De Wulf werd toen geslachtofferd. Anthony Portier nam zijn positie in. Ik werd rechtsachter en we wonnen met 3-0. Voor hetzelfde geld verliezen we en is het de week nadien een ander verhaal. Maar de flow kwam erin. Never change a winning team.”

Stond je achter die beslissing om rechtsachter te worden?

Boi: “Ik moest ook kijken naar de anderen die mij uit de ploeg hielden. Honour Gombami stond rechtsbuiten, op de tien had je Stijn De Smet. Waar moest ik anders spelen, met Sergiy Serebrennikov en Besnik Hasi als middenvelders? Ik was tevreden dat ik in de basis stond. Dat seizoen werden we fenomenaal vierde en ik heb daarin een rol gespeeld.”

Decostere: “In het hedendaagse voetbal is rechtsachter mijn beste plaats. Ik heb het loopvermogen om de flank te doen, ook als we met vijf achterin spelen. Die andere posities die ik speelde, geven mij wel inzicht. Ik weet waar ik mijn ploegmaats kan steunen of waar ik in moeilijke situaties wat kan bijsturen. Ik knijp dan bijvoorbeeld meer naar binnen om dekking te geven.”

Boi: “Een goede rechtsachter is iemand die voorin geraakt, een goede center geeft en gevaar creëert of dreiging naar voor. En voor je het weet sta je weer in je positie. Dat is een ongelooflijke meerwaarde.”

Decostere: “Ook al ga je mee, je hoeft niet altijd de bal te krijgen. Het is soms een loopactie waarmee je ruimte kan maken voor een ander. We speelden een tijd met Dino Hotic op de flank. Ik weet dat hij graag naar binnen komt, naar zijn linker. Ik doe dan de overlap om die verdediger even mee te krijgen, om hem de ruimte te geven. Dat is spelen in functie van de ploeg, wie er het beste rendeert en in welke situaties.”

Is het beter met twee centrale verdedigers dan met drie?

Decostere: “Het is anders spelen. De hele voorbereiding was in een 3-4-3. In de eerste plaats ben ik dan een verdediger, maar met de verwachting om aanvallende impulsen te brengen. Met drie achterin heb je zogezegd meer zekerheid. En dan wordt er ook verwacht dat je kunt gaan. Met vijf langs achter kwam ik vaak in aanvallende posities en sneed ik zelfs naar binnen, naar de tweede paal als de bal van links kwam. Maar nu hebben we dat aangepast, naar eerst een 4-4-2 en nu een 4-3-3. Nu moet ik meer in de verdediging blijven. Aanvallend kom ik er niet veel meer in voor. De nieuwe trainer legt andere en nieuwe accenten. Hij probeert een andere speelstijl te implementeren. We konden nu vier matchen op rij winnen. En zaterdag een punt in Union zou een super voorbereiding geweest zijn op de derby.”

Onze gezonde agressie heeft geloond. Misschien boezemt dat Club zondag wel angst in

De derby dan. Frederik, je scoorde zowel in december 2006 de 1-0 als in 2010 de tweede goal bij de 3-1-winst.

Boi: “Die 1-0 was net voor de winterstop. Een beetje vergelijkbaar met nu. Ik speelde als rechtsbuiten. Een kopbaldoelpunt aan de eerste paal. Op kerstdag vroeg mijn pa om toch eens thuis te blijven. Overal waar ik kwam, werd ik aangesproken. Voor aanvang van de match zei Jason Vandelannoite: de verliezer betaalt de ganse avond in De Vuurmolen. De kans dat we gingen winnen was nihil. Ik verklaarde hem zot en deed daar niet aan mee. Toch werd het een waanzinnige avond en Jason had zich aan zijn woord gehouden. Ik werd in die periode geleefd. Bij de hervatting van de competitie scoorde ik opnieuw en gaf een assist, goed voor winst tegen Moeskroen.”

Ook met Leuven scoorde je twee keer tegen Club, maar die tweede met Cercle was toen Club met negen eindigde, na rood voor Perisic en Kouemaha?

Boi: “We hadden net twee voorrondes in de Europa League achter de rug en gingen toen niet naar de topmatchen met de schrik van: als het maar geen 5-0 wordt. Ook de terugmatch werd gewonnen. De eerste was totaal onverwacht. Mijn 2-1 was echt een mooie goal. En Bernt Evens zorgde nog voor 3-1 met een achterwaartse kopbal. Men had het toen jammerlijk alleen maar over het gebaar dat hij maakte naar de bank van Club.”

Die wedstrijd was in een typische derbysfeer, een harde strijd.

Decostere: “Er zijn zondag twee schorsingen en een blessure die we moeten verwerken. Het is onze manier van spelen: veel in duel, op de tweede bal en in de omschakeling. Die gezonde agressie komt daar bij, maar het heeft de laatste weken gerendeerd. Iets wat goed gaat, moet je voor één match niet veranderen. Voor de tegenstander is het niet gemakkelijk. Misschien boezemt onze manier van spelen wel enige angst bij hen in. Met ons huidig spel kunnen we tegen iedereen punten pakken.”

Boi: “Mijn eerste derby was overigens mijn redding als voetballer. Mo Berthé kreeg rood voor een kopstoot tegen Van der Heyden, waardoor hij vier weken werd geschorst. Hij moest meespelen met de beloften. Tegen zijn zin en hij kwam niet meer in de eerste ploeg. Ik wel. Als Berthé geen rood had gekregen, zat ik misschien nooit in de eerste ploeg.”

Je hebt nog zo’n mooie derby-anekdote, niet?

Boi: “Op 16 maart 2014 speelden we onder Lorenzo Staelens de derby als laatste match van de reguliere competitie. Mijn oudste dochter Lina is de 14de geboren. Ik wist dat ik op de bank zat, maar hoopte toch dat ik er de zondag mocht inkomen. Helaas. We verloren ook die match.”

Kun je Robbe iets meegeven hoe hij verder kan groeien op zijn positie.

Boi: “Ik stelde mij in mijn carrière frequent de vraag of het goed was of niet. Robbe heeft de capaciteiten om naar voor te gaan. Die werkkracht is er, net als bij de anderen uit de eigen jeugd. Ze moeten dat blijven doen. Vooral evolueren en als je een keer een bal mist. De fans zitten niet in de tribune om een Maradona aan het werk te zien. Ze zitten er om spelers als Robbe te zien voetballen. Uiteraard moet je de fouten vermijden, maar als je je hoofd voor de bal legt, zal niemand je iets kwalijk nemen. Het heeft bij mij drie, vier jaar geduurd vooraleer ik mijn plek begon te vinden. Ik stond in die tijd tegen onder andere Boussoufa en Jovanovic. Ik was content als de match gedaan was.”

Decostere: “In een derby kun je net dat ietsje meer. Je vindt vlugger je tweede adem.”

Frederik: “Ik verwacht zondag een potige match. Als Club goed speelt, zijn ze onhoudbaar. Maar het is niet het blauw-zwart van vorig seizoen. Ze zijn niet zo overtuigend. De motor geraakt moeilijk op toerental. Maar het is ook voor Club de laatste match voor de winterstop. Cercle moet gewoon de lijn van de voorbije weken doortrekken. Punt! Nu zit er wat meer agressie in. Als je dat tegen Club kan belopen, die misschien wel vlotter uit die druk kan komen. Het wordt sowieso een zware match.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier