Tahith Chong: “Wil ik bij Club blijven? Dat bespreek ik met mijn ouders”

Tahith Chong: “Je mag echt elk moment van de dag bij mij aankloppen, ik zal altijd thuis zijn. Ik vind rust nemen heel belangrijk. Uitgaan is niets voor mij.”© Davy Coghe
Tahith Chong: “Je mag echt elk moment van de dag bij mij aankloppen, ik zal altijd thuis zijn. Ik vind rust nemen heel belangrijk. Uitgaan is niets voor mij.”© Davy Coghe
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Twee keer mis dus. Die lange, brede haardos met die wilde krullen, we hadden er een geweldig portret van willen maken. Neen, Tahith Chong (21) verscheen plots met platte, fijne haarvlechtjes op zijn hoofd. Mis. En een op het veld rumoerige linkerpoot, Feyenoorder bovendien – die staan gekend als felgebekt, denk maar aan Noa Lang, we verwachtten dus eigenlijk een grote mond. Ook mis.

Geboren op Curaçao, voor Feyenoord verhuisd naar Nederland, op zijn 16de al werd het supertalent ingehaald door Manchester United, waar hij twee jaar later tot Talent van het Jaar werd uitgeroepen. Gehonoreerd met een contract van 200.000 euro per jaar, naar verluidt. Maar de doorbraak beperkte zich tot een paar invalbeurten. Dit seizoen leenden de Reds hem een half jaar uit aan Werder Bremen, waar de flankaanvaller ook nauwelijks speelminuten kreeg. Eind januari volgde dan een nieuwe uitleenbeurt bij Club Brugge, zonder aankoopoptie.

Johan Boskamp zag je twee keer bezig, op een tornooi met de jeugd van Feyenoord en met de A-ploeg van Man U op een tornooi in Miami. Hij vindt jou een fan-tas-ti-sche voetballer.

“Boskamp is een icoon bij Feyenoord. Bedank je hem dat hij zo’n mooie woorden over mij zegt?”

Maar ook in jouw rapport bij Club valt het op: veel acties en enthousiasme maar te weinig rendement. Clement wijt het aan een gebrek aan matchritme.

“Minuten maken, is voor een speler in volle ontwikkeling enorm belangrijk. Dan kan je wel op training vanalles doen, wedstrijdritme is toch nog iets anders. Het niveau en de snelheid liggen niet hoger dan hier op training, maar het is de opeenvolging van wedstrijden die het fysiek lastiger maakt.”

Je zei eerder al dat je nog volop leert, dat je alles meeneemt in een ‘rugzakje’. Maar je bent intussen 21, moet je er niet stilaan staan?

“Ik redeneer: als ik maar 60 of 70 minuten speel, heb ik ook weer bijgeleerd. Ik blijf liever positief, boos langs de zijlijn zitten, helpt me ook niet. Ik bekijk het stap voor stap. Als ik ga denken waar ik volgend jaar wil staan ( zijn contract bij Man U loopt af in juni 2022, red. ), zou ik niet meer gefocust zijn op Anderlecht komende zondag. Ik kan alleen maar mijn uiterste best doen. En genieten van het spel. Ik probeer altijd met een glimlach te voetballen.”

Heeft dat te maken met je roots, het zonnige eiland Curaçao?

“Dat zou best kunnen. Maar het plezier in de wedstrijden heeft eerder te maken met mijn type spel: acties maken, een man uitspelen… Niet té veel nadenken.”

Clemens Fritz, Directeur Voetbal bij Werder Bremen, vindt dat je in die zes maanden in Duitsland vooral defensief echt verbeterd bent.

“Dat bedoel ik: ik ben nog steeds in volle ontwikkeling. Het is een dagelijks proces, ook bij Club ben ik bezig met die verbeterpunten.”

Is doelgerichtheid jouw grootste werkpunt? Slechts één goal bij Club, in de bekermatch tegen Brakel dan nog.

“Ik ga daar dagelijks mee aan de slag. (denkt na) Het ligt aan de mindset. Je moet aan een wedstrijd beginnen met: vandaag minimum drie schoten op doel!

Zou je voor jouw ontwikkeling graag een jaar langer bij Club blijven?

“Dat zit natuurlijk wel in mijn achterhoofd, maar het is zó moeilijk daar nu al mee bezig te zijn. Mijn focus ligt nu op de twee resterende wedstrijden en de play-offs.”

Daarin zal je je toch moeten bewijzen. Wat als je zelf zou mogen kiezen?

“Dan ga ik naar huis en bespreek ik dat met mijn vader en moeder. Dan luister ik naar de plus- en de minpunten. Dan komen we er als familie wel uit.”

Je woont op je eentje in Knokke-Heist, een leuke plaats voor topvoetballers van 21 jaar. Straks gaan de terrassen weer open en flaneren de meisjes er in bikini.

( lacht niet ) “Daar ben ik niet mee bezig. Ik rij van training altijd recht naar huis, een dutje doen, serietje of voetbal kijken… Niks meer. Bars zijn al helemaal niets voor mij, ik heb nog nooit alcohol gedronken. Je mag echt elk moment van de dag bij mij aankloppen, ik zal altijd thuis zijn. Ik vind rust nemen heel belangrijk. Dat heeft ook heel veel te maken met mijn opvoeding. Ik heb thuis nooit iemand een glaasje zien drinken of zo. Ik mis ook niets. In de vakantie keer ik wel graag terug naar Curaçao, gewoon leuke dingen doen met familie. Ook als ik geen profvoetballer zou zijn, zou uitgaan niets voor mij zijn.”

En wij die dachten: nog zo’n echt Rotterdams straatschoffie.

“Ik voetbalde bij Feyenoord, maar we woonden in Den Haag. Daar heb ik véél op straat gevoetbald, ja. Eenmaal op de middelbare school combineerde ik dan topsportschool met het voetbal in Rotterdam. Tot mijn 16de, toen kon ik naar Man U. Ook dat heb ik eerst lange tijd doorgenomen met mijn ouders. Toen ik 8 jaar oud was, dacht ik nog: voetballen in Nederland… leuk! , maar op mijn 16de voelde ik toch een zekere verantwoordelijkheid, mijn familie was voor mij van Curaçao naar Nederland verhuisd. Ze zijn mij later ook gevolgd naar Engeland. Tijdens die tien lange maanden dat ik geblesseerd was, was ik blij dat ze er waren, dat er een klankbord was. Dat was toch een lastige periode, ik heb toen ook een hele tijd niet naar voetbal op televisie gekeken, ik zag daar teveel van af. Ik heb toen naar andere dingen leren kijken: documentaires over geschiedenis en zo. Leerzaam hoor!”

Weegt dat niet, de verantwoordelijkheid van de profvoetballerzoon voor het gezin?

“Neen. Een compliment voor mijn ouders: ze hebben mij nooit enige druk opgelegd. Ik heb nooit gehoord: we zijn verhuisd voor jou!

Hoe zou dat klinken in het Papiaments, dat rare taaltje van Curaçao dat jullie nog onder elkaar spreken?

“Er zit veel Spaans in. Het wordt alleen gesproken op de ABC-eilanden: Aruba, Bonaire en Curaçao. Ik spreek het ook met vrienden van ginder die ook in Nederland wonen.”

Tot slot, wat is er met jouw haar gebeurd?

(lacht) “Gewoon, vlechtjes gezet. Ik doe dat wel vaker, die vlechtjes. Dat heeft mijn zus, Tahifa gedaan, op anderhalf uur klaar.”

Jullie namen, Tahith en Tahifa, zijn die typisch voor Curaçao?

“Niet echt. Ze hebben ook geen bijzondere betekenis. Onze ouders vonden ze gewoon mooi klinken. ( gemeend ) Zeg, sorry dat je nu geen foto met mijn wilde haren kan nemen.”