Ouders van Tibo Persyn: “Tibo is blij dat hij weer thuis is”

Tibo Persyn, hier op foto met Clinton Mata, speelde vorig weekend mee met Club op Zulte Waregem. Club won met 0-4. (foto Getty) © BSR Agency Getty Images
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Na een opgang via WS Lauwe, Zulte Waregem en Club Brugge koos Tibo Persyn er drie jaar geleden voor om zijn opleiding voort te zetten bij Inter Milaan. Dit seizoen verhuurt de Italiaanse kampioen hem met aankoopoptie aan de Belgische kampioen. De Krant van West-Vlaanderen sprak met zijn ouders over het opmerkelijke parcours van de snelle rechterflankspeler.

Ook vader Frank Persyn voetbalde vroeger, vooral bij SV Moorsele, net als Tibo op de rechterflank trouwens. Zijn rechterbeen draagt er nog altijd sporen van. “Ik was al een jaar gestopt toen een caféploeg vroeg om nog eens mee te doen”, vertelt hij. “Ik dacht: allee oké. (fronst de wenkbrauwen) Ik had direct prijs: kuitbeen, scheenbeen… alles was kapot.” De moeder, Ann D’haene, was toen net zwanger van Tibo. “En met Lara liep er hier al eentje van anderhalf jaar rond”, zegt ze, “terwijl Frank zes maanden met zijn been omhoog lag…” Tibo is intussen 19, Lara 21.

Ann: “Lara deed aan competitieturnen tot ze drie jaar geleden aan haar rechtenstudies begon. Wij hebben sporten altijd aangemoedigd. Eerst moesten ze van mij zwemmen en daarna kleuterturnen. Maar Tibo weende altijd. Tot we hem via een vriendin van mij eens aan een paasstage voor voetballertjes van WS Lauwe lieten deelnemen en hij zich daar enorm amuseerde.”

Frank: “‘t Was gank!”

Op internaat in Brugge

Na twee jaar bij WS Lauwe, U7 en U8, meldden alle eliteclubs uit de regio zich voor Tibootje Persyn uit de Kozakstraat in Wevelgem.

Frank: “Zulte Waregem, Roeselare, KV Kortrijk en Moeskroen. We kozen voor Zulte Waregem omdat we het voor Tibo de interessantste ploeg vonden.”

Ann: “Omdat we hier vlakbij de autostrade wonen, is het maar een kwartiertje naar Waregem. Bovendien speelden er jongens uit de buurt in zijn ploeg en spraken we met hun ouders af om elk om beurt te rijden. Zulte Waregem bleek een echte familieclub te zijn.”

Frank: “Tibo kende daar twee goeie jaren. Ze zetten hem voorin, omdat hij niet kon verdedigen.”

Ann: “Als ze hem achteraan zetten, liep hij toch naar voren. (lacht) Tibo is heel sociaal, maar ook een jongen met een willetje. Wat natuurlijk niet betekent dat hij hier altijd zijn zin kreeg. Als hij voetbalschoenen van Nike wou die veel meer kostten dan wat ik ooit voor een paar schoenen uitgaf, moest hij sparen tot hij ze kon kopen. Wij zijn maar gewone werkmensen en we hebben ook nog een dochter. Een paar voetbalschoenen, dat was voor mij 50 euro. De rest moest hij opleggen met zijn spaargeld.”

Na twee jaar bij Zulte Waregem, U9 en U10, kwam Club Brugge hem halen.

Frank: “Ze wonnen met 4-3 tegen Club en Tibo scoorde drie keer. Ives Faelens, die intussen helaas overleden is, kwam bij ons thuis en ik hoor hem nog altijd zeggen: Ik heb hier de transfer van mijn leven gedaan!” (lacht)

Ann: “Ze kwamen hem halen met een busje en vanaf het derde middelbaar ging hij op internaat in het KTA in Brugge. Ook daar paste Tibo zich goed aan.”

Frank: “Bij de U16 schoven ze hem door naar de U17 en ook daar draaide hij meteen goed mee. Toen hij bij de nationale ploeg tegen Spanje na een corner tegen het hele veld overstak, iedereen overliep en ook nog eens een uitstekende voorzet trapte, is het begonnen…”

Lees: er kwam internationale belangstelling.

‘Piepedood’ in Milaan

In juni 2018 tekende Tibo voor Inter Milaan.

Frank: “Voor Ann was dat een ramp. Maar als je zot bent van voetbal en je krijgt de kans om je opleiding voort te zetten bij Inter, hoeveel zeggen er dan neen? Tibo wou het proberen. Eens die beslissing genomen was, mocht je tegen hem zeggen wat je wou…”

Ann: “Ik zei: Je bent de taal niet machtig, je weet niet eens wat links en rechts is in het Italiaans! Maar dat ging volgens hem allemaal wel gaan. Hij zag dat helemaal zitten.”

Frank: “Hij ging voor de U17. Maar die waren nog niet begonnen met trainen toen hij daar aankwam en hij mocht meteen mee op stage met de Primavera, de beloften, waarna de coach zei: Ik zal hem bij ons houden. Ik kan je zeggen: dat niveau daar is qua kracht, snelheid en intensiteit niet te vergelijken met België. Hier kon hij makkelijk 90 minuten spelen zonder echt moe te zijn, daar was hij na 45 minuten piepedood. Nochtans was hij bij Club in de fysieke testen altijd bij de besten geweest.”

Het gezin Persyn-D’haene: Lara, Frank, Ann en Tibo. (gf)
Het gezin Persyn-D’haene: Lara, Frank, Ann en Tibo. (gf)

Ann: “Kijk, hij is daar!”

Tibo komt ons buiten op het terras een goeiedag zeggen. Wat opvalt: zijn brede torso. Daar is de voorbije jaren duidelijk hard aan gewerkt.

Frank: “Je kunt niet anders!”

Ann: “In Italië zijn het allemaal beren.”

Frank: “Wij dachten dat Italianen eerder klein van gestalte waren, maar Tibo was met zijn 1,80 meter een van de kleinste.”

Ann: “En een van de tengerste.”

Stil in huis

Hij vertelde het ons twee jaar geleden al: hoe hij daar fysiek en mentaal afzag, hoe alles altijd aan honderd procent moest gebeuren, hoeveel er gelopen moest worden, hoe hard er gehamerd werd op tactiek en hoe verdedigende interventies er ingedrild werden. Hoe hij in de Italiaanse voetbalcultuur gehard werd als persoon en volwassener was geworden in zijn spel.

Frank: “Het is moeilijk om je daar als buitenlander te integreren.”

Ann: “Een Italiaan spreekt alleen Italiaans hé. Als je daarin gesmeten wordt, kun je niet anders dan het te leren.”

Frank: “Tibo leerde er vooral dat profvoetballer worden niet vanzelf gaat.”

Ann: “Tot dan was het alleen maar zonder problemen opwaarts gegaan. Daar leerde hij om te gaan met moeilijke momenten en rustig te blijven. Het was een moeilijke beslissing, maar het vormde hem uiteindelijk tot wie hij nu is. Eén keer per maand probeerden we naar een thuiswedstrijd te gaan kijken. Dat was altijd op zaterdag om 13 uur. Dan namen we de vroegste vlucht, waren we rond 11 uur in Milaan, pakten we de bus naar het centrum en van daar de metro naar het Stadio Breda.”

Frank: “Dat waren lastige weekendjes.”

Ann: “Maar zo leerden we ook wel Milaan kennen. Dat zijn dingen die je anders niet zou doen hé. Zoals ook voor het eerst links rijden in Engeland, toen we daar met de wagen naar het EK U17 zijn geweest.”

Frank: “Door Tibo maakten we al veel mee. Al die toernooien in Nederland vroeger met Club ook…

Ann: “Dat was zalig hé. Met een hele bende ouders… Als dat dan opeens wegvalt…”

Frank: “Opeens valt ook jouw hele sociale leven weg.”

Ann: “Tibo vertrok naar Italië en Lara ging op kot.”

Frank: “Het was hier stil.”

Geen plan B

Ann: “Lara begint nu aan haar master, terwijl Tibo helemaal geen student is. Nochtans stimuleerde ik hem evenveel en zat ik iedere avond naast hem om te helpen met zijn huiswerk. Vraag je hem om één uur geschiedenis te leren, dan schiet hij meteen in weerstand. Maar toen hij naar Inter wou gaan en ik hem zei dat hij vooraf Italiaanse lessen moest volgen, zei hij meteen: Ok. Gek, hé. Als het voor het voetbal is, gaat het studeren wel vlot.”

Frank: “Ik heb altijd gezegd: Tibo, als je dat wil doen, mag je van mij. Maar besef: je hebt een plan A, maar geen plan B. Dus zal je 120 procent voor het voetbal moeten gaan, want anders…

Al weet je ook: het zal je een unieke levenservaring opleveren en studeren kan je tegenwoordig levenslang op allerlei manieren.

Ann: “Akkoord. Misschien ben ik van de oude stempel, maar ik vind een diploma belangrijk en heb daar erg van afgezien.”

Hij heeft nu zijn diploma van voetballer.

Ann: “Hééft hij het al?”

Laat ons zeggen dat hij in Italië zijn bachelorjaren deed en nu bij Club aan zijn masterjaren begint.

Frank: “Hij heeft dat niveau in zich, maar zal het natuurlijk moeten laten zien. Tibo is wel iemand die uitdagingen nodig heeft.”

Ann: “Bij Club is er veel concurrentie, maar dat geeft je ook elke dag een reden om een tandje bij te steken.”

Frank: “Kijk naar Olivier Deschacht: Anderlecht kocht bij wijze van spreken elk jaar een nieuwe linksback, maar hij bleef altijd staan.”

Ann: “Het is wel een mooi verhaal dat hij terug kon keren naar Club.”

Frank: “Inderdaad. Want om in het eerste elftal van Inter te geraken… Als je ziet wie daar allemaal op de bank zat: Perisic, Eriksen… Die mannen kunnen daar een tweede ploeg maken die in België top vijf zou spelen. Er was genoeg interesse in Italië om Tibo te huren, maar het is al gebleken dat het als belofte van Inter heel moeilijk is als je naar een andere Italiaanse club gaat. Er wordt geredeneerd: het is er één van Inter, het is dus een hele goeie en dan moet hij er ook meteen staan. Maar voor een jongen van 19 is dat daar allesbehalve evident. Daarom vertrekken er almaar meer beloften van Inter naar het buitenland. Na overleg met zijn makelaars Gunter Thibaut en Tom Van Watermeulen kozen we voor Club. Het gevoel zat meteen goed.”

Ann: “Zo is ons nest dus weer compleet.” (lacht)

Frank: “Ik denk dat hij dat nest het laatste jaar wel gemist heeft. In september testte hij positief op corona en mocht hij vijf weken zijn kamertje niet meer uit. Ze kwamen zijn eten aan de deur zetten.”

Ann: “Quarantaine is daar nog echt quarantaine: quarante, veertig dagen.”

Frank: “Daarna moest hij fysiek weer opbouwen en toen hij in oktober zou heroptreden, werd de competitie drie maanden stopgezet. En toen ze in januari herbegonnen, liep hij na twee wedstrijden een spierscheur op.”

Ann: “Het was echt een zwaar jaar.”

Frank: “Hij zegt nu toch: Ik ben blij dat ik weer thuis ben.”