Olivier Deschacht: “Geen stress meer. Geen pijn. Vrij zijn. Gelukkig zijn”

Olivier Deschacht: “Ik moet mezelf nóg wel eens wakker schudden dat ik in de hele clubgeschiedenis het meeste aantal wedstrijden voor Anderlecht heb gespeeld. Die 602 zit in mijn hoofd, hoor. Net als die acht titels.”©Kris Van exel Kris Van Exel
Olivier Deschacht: “Ik moet mezelf nóg wel eens wakker schudden dat ik in de hele clubgeschiedenis het meeste aantal wedstrijden voor Anderlecht heb gespeeld. Die 602 zit in mijn hoofd, hoor. Net als die acht titels.”©Kris Van exel Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Hij probeert het wel een paar keer: “Het is nog niet 100 procent beslist.” Maar uit het hele betoog van Olivier Deschacht, over hoe hij zich voelt en wat hij denkt, kan er toch maar één conclusie getrokken worden? Een voetballer die nu al betreurt dat zijn kinderen en zijn vader er straks op zijn laatste match misschien niet bij zullen zijn door de coronamaatregelen… Olivier Deschacht over de revival van Zulte Waregem, maar vooral over zijn nakend afscheid.

Na de 21ste speeldag stond Zulte Waregem na een knappe 15 op 18 plots op een 9de stek. Geen sprake meer van de ellende van twee maanden eerder: het degradatiemoeras, de positie van coach en monument Francky Dury die stilaan onhoudbaar leek en meer van die dramatiek aan de Gaverbeek. Essevee-OHL van gisteren even niet meegerekend, stond Essevee zowaar alweer op één punt van de beoogde top 8. Maar denk nu maar niet dat ene Olivier Deschacht daar meteen zoveel vrolijker van wordt.

“Héél ontspannen ben ik nog steeds niet, neen. Ik kijk nog steeds naar onder. Ik denk dan al snel dat als het wat gaat tegenvallen, we weer staan te sukkelen. Ik ben altijd zo’n negatieveling geweest, dat is een slechte eigenschap van mij. We winnen nu wel vaak, maar het was niet zo dat we al die matchen dominant voetbal op de mat legden. Op Antwerp, op Gent en op Waasland-Beveren wonnen we wel verdiend, maar thuis tegen Cercle en Moeskroen hadden we het heel moeizaam. Heel raar, al speelden we thuis natuurlijk wel op een veld waarop dominant voetbal moeilijk is. Maar de tegenstanders konden dat dan weer wel.”

Deschacht kan niet ontkennen dat de eerdere 2 op 21 voor serieuze onrust in de club en de ploeg had gezorgd. “Natuurlijk liep iedereen wat meer gespannen rond. Al stonden we nooit echt laatste, de opmars van Waasland-Beveren en Moeskroen verliep gelijktijdig met de onze. Intussen zie je wel dat een aantal spelers bevrijder voetbalt, dat kan alleen maar beter worden.”

Pluim voor de coach

Een aanwijsbare reden voor de omwenteling sinds half december ziet hij niet meteen. “We hadden misschien wat meer geluk, we ontsnapten al eens aan een goal, kansen die de tegenstanders in het begin van het seizoen niet misten. Maar vooral een grote pluim voor de coach die op het juiste moment het systeem tactisch aanpaste, een keer met vijf achterin, dan weer met vier… En hij wist ook een aantal spelers te prikkelen.”

Drie keer Olivier Deschacht: kampioen met Anderlecht, degraderen met Lokeren en scoren voor Essevee.©VIRGINIE LEFOUR BELGA
Drie keer Olivier Deschacht: kampioen met Anderlecht, degraderen met Lokeren en scoren voor Essevee.©VIRGINIE LEFOUR BELGA

Dat is genoteerd, de ook op deze pagina’s zwaar in vraag gestelde Dury heeft zijn ploeg weer uit het moeras gehaald. De rest van ons verhaal mag over Deschacht zelf gaan. Geen journalist komt bij de verdediger, die op 16 februari 40 jaar wordt, zonder op zoek te gaan naar een antwoord op de vraag die elke voetballiefhebber zich stelt: is Deschacht nu wel of niet bezig aan zijn laatste maanden als voetballer? Hij miste door blessure maar één match (een pijnlijk 0-2-thuisverlies tegen STVV) maar speelde verder élke minuut en is volgens Dury nog steeds zijn regelmatigste en beste verdediger. De club hoopt alvast dat Deschacht nog minstens een jaartje mee kan. Begin december, na geen al te beste prestatie tegen Anderlecht (2-2) gaf hij evenwel plots aan: “Het begint te wegen. Zowel fysiek als mentaal. Misschien was dit wel mijn laatste punt tegen Anderlecht.” Maar hij leek met die woorden vooral zichzelf te hebben geprikkeld: tegen Cercle bezorgde hij met een geweldige assist voor Dompé zijn ploeg de 1-0-zege, in Eupen (2-3) zorgde hij zélf voor het winnende doelpunt. De eerste keer in zijn twintigjarige carrière dat een goal van Deschacht winst opleverde. “Ik heb drie dagen op een wolk geleefd.” Deschacht wordt nog elke week beter, zo werd alweer gegrinnikt. Maar hoe zit het nu, op vandaag 22 januari 2021? Gaat hij door of niet? Lees maar mee, dan trekken we samen wel de conclusie.

Stress en pijn

“In die weken dat het zo slecht ging en we onderin stonden, dacht ik dat we zouden moeten strijden tot op de laatste speeldag. Het bleek toen niet het rustige seizoen waarmee ik hoopte te eindigen. Ik wil er nog niet te veel over zeggen, maar… ( twijfelt ). Er zitten twee mannekes op mijn schouders. Laten we zeggen dat bepaalde mensen (hij doelt op de club, ceo Eddy Cordier liet al weten dat een contractverlenging omzeggens klaarligt, red.) zouden willen dat ik doorga. Maar dat andere manneke zegt: nóg een jaar vol stress, vermoeidheid en pijn. Doodmoe thuiskomen en geen goesting hebben om met de kinderen te spelen. De dagelijkse discipline: zo laat op de club, zo laat eten, zo laat opwarming… En tijdens de vakantie een loopprogramma voor vier weken. De stress na een mindere wedstrijd, niet kunnen slapen als je een individuele fout hebt gemaakt. Het zijn allemaal zaken die ik niet ga missen… Wat ik wel ga missen: zo’n euforie na het winnende doelpunt, het gevoel de beste ter wereld te zijn. Zo zit een sportman nu eenmaal in elkaar.”

 © BELGA
© BELGA

Hij weet dus al wat hij niet en wat hij wel zal missen. Hij noemt het minnen en plussen, en houdt voor dat het nog niet 100 procent beslist is. “Die officiële beslissing wil ik na de eerstkomende zware periode, ergens in maart, al nemen. Want ik wil mijn afscheid ook voorbereiden, ik heb toch al een paar ideeën in mijn hoofd. Jammer dat het door corona wellicht in een leeg stadion zal moeten gebeuren. Ik wil er nochtans mijn kinderen, mijn ouders, mijn beste vrienden bij. Nu klink ik alsof het al beslist is, zeker?”

Anderlecht

Dat denken we dus wel. Tweeënhalf jaar na zijn schurend vertrek bij Anderlecht – waar hij de motivatie haalde om nog op zijn 40ste op dat niveau te presteren, dixit zijn ex-trainer Ariël Jacobs – is elke rekening vereffend. “Het klopt absoluut, dat ik mijn energie haalde uit die pijn. Het waren niet meteen revanchegevoelens, ik was gewoon niet voldaan. Weet je, ik heb nu nóg het gevoel dat ik mij nog altijd moet bewijzen. Raar, hé. Pas op, de supporters van Zulte Waregem zien mij wel graag. Wie had dat gedacht na al die jaren bij Anderlecht? Dat geeft een leuk gevoel. Maar had men mij bij Anderlecht een week voor de laatste match gezegd: we gaan voor vernieuwing, maar we organiseren een mooi afscheid voor jou , dan was ik misschien al drie jaar gestopt. Ik heb toen beslist dat ik zo’n afscheid niet wou. Ik kwam toen bij Lokeren terecht, een fiasco. Ik zei toen opnieuw: neen, zo’n afscheid wil ik niet . Dan volgden OHL en Deinze, waarbij ik dacht: er volgt nog wel iets op het hoogste niveau . En toen belde Dury. Ik ben meteen gekomen en heb onmiddellijk getekend. Dit is mijn laatste club, al zou ik in een lagere reeks nog zeker meekunnen. Maar daar begin ik niet meer aan. Ik weet ook wel dat ik mijn naam tegen heb.”

 © BELGA
© BELGA

Op karakter

Het is stilaan mooi geweest. Hij probeert het nog eens: “Er is nog niets beslist.” Olivier Deschacht zal in elk geval kunnen terugblikken op een onwaarschijnlijke carrière. Die carrière zal altijd, in hoofd én hart, diep paars-wit kleuren. Zeventien jaar in het eerste elftal, 602 wedstrijden voor Anderlecht. Ook al landde er omzeggens elk seizoen een mogelijke vervanger voor de blonde verdediger, Deschacht bleef altijd in de ploeg staan. Meer op karakter dan op puur talent, zo heeft Oli altijd zelf beklemtoond. Hij gruwde trouwens al vanop dag één van het etiket fils-à-papa . Zelfs op zijn 35ste werd hij in het toen nog Constant Vanden Stockstadion nog uitgeroepen tot Speler van het Jaar.

“Heel uitzonderlijk op Anderlecht voor een speler met mijn kwaliteiten. Het zijn allemaal geweldige herinneringen. Voor de crisis speelde ik nog padel met Tomasz Radzinski, Bart Goor en Yves Vanderhaeghe, het was constant herinneringen ophalen. Dat doe ik ook hier, met Jelle Vossen en Laurens De Bock, met wie ik vroeger tegen Genk en Club Brugge zoveel battles heb uitgevochten. En hoe meer herinneringen, hoe trotser ik word. Ik moet mezelf nóg wel eens wakker schudden dat ik in de hele clubgeschiedenis het meeste aantal wedstrijden voor Anderlecht heb gespeeld. Die 602 zit in mijn hoofd, hoor. Net als die acht titels.”

Verslaving

Het zou bij zijn afscheid een mooi boek kunnen opleveren: De laatste clubspeler , ook daar denkt hij al over na. Het cijfer 60.000 zal er net niet in geraken. Deze stat kent hij nog niet: hij heeft intussen al 57.792 minuten gevoetbald op het hoogste niveau, sinds zijn debuut op 18 december 2001. “Dat is wel héél veel, ja. Maar wat voor mij ontzettend belangrijk is, is dat ik zal stoppen als een fitte speler. Ik heb heel veel dingen in mijn hoofd die ik na mijn carrière wil doen: de Mont Ventoux opfietsen, een marathon lopen, een halve triatlon afwerken… En als ik zie hoeveel ex-collega’s er nu bijlopen, ik denk aan Pär Zetterberg, Yves Vanderhaeghe… dan ben ik ontzettend trots dat ik nog zo fit ben. Ik heb dat te danken aan mijn verslaving, ik heb het sporten echt nodig om aan mijn dag te beginnen. Raar, hé? Ook op vakantie, elke dag. Vraag het maar aan Yves met wie ik elk jaar naar Marbella ga: een uur lopen, twee uren tennissen, padelen… Dat geeft mij energie. En dat zal heus niet verminderen als ik gestopt ben met voetballen.”

 © BELGA
© BELGA

Wat hij ook al zeker weet: hij zal na dit seizoen (daar gaan we dus van uit) alle tijd nemen om zich te herpakken. “Ook privé (Deschacht en zijn vrouw Annelien Coorevits gingen in de zomer van 2019 na 13 jaar uit elkaar, red.). Ik wil in elk geval nog een tijdje vrijgezel blijven, ik heb totaal geen behoefte aan een nieuwe vrouw. Wat niet wil zeggen dat ik als voetballer zo graag alleen ben. Als het slecht gaat, heb je toch iemand nodig. Alleen zal gelijk wie komt na Annelien àltijd minder zijn. Maar met Luis (5) en Elena (9) gaat het perfect. ( glimlacht ) Het is elke keer weer feest voor hen: ze worden bij Annelien verwend, én bij mij. Maar wat ik wil zeggen: ik wil mij zo’n beetje op alle gebieden herpakken.” Het gebied voetbal – hij kon vorig seizoen al assistent worden van Yves Vanderhaeghe en volgt de UEFA A-trainerscursus – staat echter niet bovenaan zijn lijstje.

Vuur

“Zelfs Anderlecht moet mij niet meteen iets aanbieden. Ik wil eerst een jaar een sabbatperiode inlassen. Vrij zijn in mijn hoofd. Geen stress meer, ontspannen zijn, mijn vriendschappen onderhouden, genieten van het leven en gelukkig zijn. Vergeet niet dat ik 35 jaar verslaafd ben geweest aan het voetbal. Vijfendertig jaar dat vuur om te winnen, op elke training zelfs, dat is best vermoeiend, hoor. ( zucht ) Ik zei laatst dat ik het allemaal al wat beter kan relativeren, maar de volgende dag verloren we en lag ik er weer drie nachten wakker van. Maar ik drijf nu eenmaal op die drive. Ik heb de laatste tijd wel al eens een dag waarin ik geen goesting heb. En dat is niet goed…. Weet je, ik ben nog van de generatie die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat voetbalde op straat, ik heb eigenlijk 35 jaar constant gevoetbald. En ik ben vaak een beuzak geweest, als ik op de bank zat. Ik kon nogal bokken als het slecht ging… Ik heb veel slechte dingen gedaan, eigenlijk. Maar het heeft mij wel gebracht tot waar ik nu sta. En daar kan ik alleen maar trots op zijn.”

Et voilà… Duidelijk genoeg?

 © BELGA
© BELGA