Kristof D’haene is meer Kerel dan ooit: “Het was tijd dat ik kapitein werd”

Kristof D’haene: “Luka Elsner is zonder twijfel de beste coach die ik al meemaakte.” © BELGA
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Vorig seizoen was hij na een heupoperatie voor het eerst in zijn carrière langdurig buiten strijd, maar nu staat Kristof D’haene er meer dan ooit: met de aanvoerdersband om de arm de eerste aanjager. Een gesprek over Vormer, Elsner, een vink op zijn arm en zijn grote droom: “Op de Grote Markt van Kortrijk met de beker van België staan zwaaien.”

Dit is al zijn 7de seizoen in het Guldensporenstadion en Kristof D’haene (31) werd almaar belangrijker. Tot eind oktober zijn heup blokkeerde en hij moest worden geopereerd. De nieuwe coach Luka Elsner wist wat hij miste. “In maart vroeg hij mij om voor de wedstrijd tegen Zulte Waregem de groep toe te spreken. Over de binding met de club en met de supporters, en het feit dat de wil om te winnen en nooit opgeven hier enorm belangrijk is.”

Houdt dat ook ruzie maken met Ruud Vormer in?

(lacht) “In de oefenwedstrijd tijdens de laatste interlandbreak hadden we weer ruzie! Er is een diepe bal die over mij heen richting cornervlag gaat, ik voel dat hij in mijn rug zit en trap de bal buiten. Waarop hij roept: D’haene, mooie bal jongen! Ik zeg: Van jullie was het ook mooi in Gent…, waarna het spel op de wagen zat. Maar achteraf kunnen we er wel mee lachen.”

Vorig seizoen was het slechtste sinds de promotie in 2008. Hoe kwam dat?

“Vanop de tribune zag ik dat er geen vuur in zat. De nieuwe coach probeerde van alles, maar ook hij kwam tot de conclusie dat het door de vele huurspelers en eindecontractspelers heel moeilijk snel op te lossen was. Dit seizoen maakte hij vanaf de eerste training zijn visie duidelijk en kneedde hij ons als één familie die op het veld voor elkaar vecht. We deden ook heel wat teambuildingsactiviteiten. Op een dag vroeg de trainer: Zouden we niet eens karate gaan doen? Ik zeg: Ik heb twee maten die boksen, Yves Ngabu en Zico Waeytens. Uiteindelijk zijn zij ons bokstraining komen geven en dat was pittiger dan een voetbaltraining. Toen ik hier onder Johan Walem soms uit de wedstrijdselectie viel, was ik ook al gaan bijtrainen in Boxing Team Houtland in Lichtervelde. Dat is mijn karakter: dat kan niet dat jullie mij hier als 19de man in de tribune zetten!”

Ben je zo geboren of zo gevormd?

“Mijn opa had dat ook wel: je niet laten doen! Hij is recent overleden. Hij had longkanker, kreeg slijmen in zijn longen, verslikte zich heel de tijd en die slijmen konden ze er niet meer uitkrijgen zonder hem pijn te doen. Omdat we niet wilden dat hij nog zo afzag, stemden we ermee in om hem rustig te laten inslapen. Uiteindelijk hadden we daardoor nog samen een goeie laatste week. Maar nadien komt de klop hé… Ik kan niet genoeg benadrukken hoeveel hij voor mij heeft gedaan. In de jeugd voerde hij mij altijd overal rond. Uit dankbaarheid liet ik in mijn tijd bij Cercle in Chinese tekens Opa, dank u voor alles op mijn rechterarm tatoeëren en onlangs liet ik voor hem nog een tweede tattoo zetten.” (ontbloot zijn rechterarm)

Een vogel?

“Een vink. Mijn opa was een enorme vinkenliefhebber. Door hem ben ik gevormd met een mentaliteit van: wat je ook doet in het leven, je krijgt niets voor niets. Dat ga ik ook mijn zoon meegeven. Hij is nog maar een jaar en negen maanden en krijgt nu veel te veel. (lacht) Maar eens hij groter is, zal hij ervoor moeten werken. Ik ben hem al een beetje aan het prikkelen om te voetballen.”

Als nieuwe aanvoerder draag je nu ook op de club meer verantwoordelijkheid.

“Het is wel leuk dat ook zij vinden dat ik het verdien. Tenslotte ben ik geboren in Kortrijk, straal ik de mentaliteit uit die ze hier willen zien en is dit al mijn zevende seizoen in deze club. Ik voelde ook wel: het was tijd dat ik kapitein werd. Maar ik blijf dezelfde, met of zonder band om de arm. Ik ben niet het type dat een speech van vijf minuten geeft, maar ik zeg altijd wel iets kort en krachtig voor de wedstrijd. En als er zijn die het laten afweten, ga ik daar achteraf ook wel iets van zeggen.”

Met spelers uit vijf werelddelen – Europa, Zuid-Amerika, Azië, Afrika en Oceanië – is KV Kortrijk meer dan ooit een kosmopolitische club. Is het niet moeilijk om al die culturen op elkaar af te stemmen?

“Wat hun afkomst ook is: ze moeten allemaal respect hebben voor elkaar en voor de regels. Als er iets niet opgeruimd is, komt dat direct in onze WhatsAppgroep en wordt het meteen in orde gebracht.”

Er is ook een nieuw, internationaal overwinningslied, zagen we.

“Ja, vorig seizoen zong Werner, de masseur, na een overwinning altijd Ziggezagge, ziggezagge! Nu spelen we Freed from desire van Gala.”

Jullie coach krijgt veel lof. Hoe ervaar jij hem?

“Hij is zonder enige twijfel de beste die ik al meemaakte. Er is elke dag theorie, maar kort en krachtig. Dan pakt hij bijvoorbeeld even de backs apart en bespreekt hij bepaalde fases op een manier dat je het snapt en meeneemt. Veel trainers zeggen: speel jullie eigen spel.”

Hij heet tactisch heel sterk te zijn en werkt veel met data. Daartegenover noemde Lucas Rougeaux Yves Vanderhaeghe meer van de oude school.

“Een eenvoudig voorbeeld: bij Yves gingen we elke week een uur in het bos lopen. Nu wordt er bijvoorbeeld via computer individueel op toegezien dat je tijdens de week voldoende high intensity runs doet. Er wordt nu gedetailleerder en nauwkeuriger gewerkt. Yves was meer een familieman die een groep kon maken. Luka is ook een topkerel maar bij hem is er iets meer discipline, iets meer structuur, is het iets serieuzer misschien. Met zijn uitstraling moet hij ook geen moeite doen om de kleedkamer stiller te maken.”

Wat is er dit seizoen mogelijk?

“Ik droom ervan om op de Grote Markt van Kortrijk met de beker van België te staan zwaaien.”


Zondag 19 september om 21 uur: KV Kortrijk – AA Gent.