Jorne Spileers is de exponent van het herboren en jonge Club Brugge: “Waarom zou de titel niet meer kunnen?”

Jorne Spileers: “Waarom zou ik niet zoals Brandon een hele carrière bij Club blijven? Ik zit hier goed.” © Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Die laatste speeldag, een blamage voor AA Gent en Club Brugge op het nippertje nog in de top vier. Club lijkt haast herboren. Met Jorne Spileers, onder Rik De Mil op zijn achttiende in één keer onbetwiste basisspeler als exponent van De Jeugd, zondag vielen nóg vijf Club NXT-producten in. Op de vooravond van de start van de Champions’ play-offs: het merkwaardige parcours van Jorne Spileers, tot tegenbericht zowat het grootste lichtpunt van Club dit seizoen. Een schets van zijn sneltreinvaart. “Ik had nog niets bewezen en stond plots tussen die grote mannen.”

Spileers had het voor die zotte laatste speeldag zelf niet opgegeven, die Champions’ play-offs. “Ik had ergens wel gedacht dat een ontspannen Oostende zich een laatste keer wilde tonen.” Zó naïef was dat dus niet. En dat Club zondag in Limburg ondanks de kloof van 8 punten op leiders Genk en Union en 6 op Antwerp niét begint aan een onmogelijke inhaalrace is volgens de verdediger ook niet zó naïef. “Waarom zouden we geen kans meer hebben? Het kan toch nog? Er zijn in de play-offs wel vaker rare dingen gebeurd.” Ook raar: Jorne Spileers is sinds Rik De Mil hoofdcoach van Club werd plots onbetwist basisspeler. Een merkwaardig verhaal met vier hoofdstukken.

Hoofdstuk 1: de internaatjaren

Hij voetbalde altijd al heel graag, na de voetbalschool van Ronse volgde Zulte Waregem. “Maar heel fanatiek was ik niet. Ik had ook niet echt idolen. (denkt na) Of toch misschien Sergio Ramos en Carles Puyol.”

Pas negen jaar koos het talent voor Club. Lange dagen, heen en weer naar Templeuve. Waarop hij op zijn dertiende in Brugge op internaat ging. De piepjonge Ronsenaar heeft er zwáár afgezien. “De hele week weg van huis… Nu ga ik op een vrije dag terug naar huis, maar toen kon dat niet. Ik heb de eerste twee jaren véél traantjes gelaten.” Maar hij beet door, liep vlot doorheen de jeugdreeksen van Club en haalde de nationale jeugdselecties. Maar vorig seizoen liep het fout.

Hoofdstuk 2: een kloteseizoen

Plots stopte zijn opgang. Hij haalde zelfs maar twee keer de basis van Club NXT, het was terug naar af bij de U-18. “Een kloteseizoen Had men mij toen gezegd dat ik dit seizoen in de A-kern zou staan, ik had het nooit geloofd. Al zeiden de meesten hier: het komt goed, je haalt het wel. Blijkbaar bleef men geloven in mijn kwaliteiten. Men blééf mij voorhouden: is het niet volgend jaar, dan is het binnen twee jaar. Terwijl ik zelf dacht: neen, dat lukt nooit. (denkt na) Het kroop echt in mijn hoofd. Niet dat ik dacht aan stoppen, maar ik had duidelijk nood aan een rustpauze in mijn hoofd. Ik heb toen een kleine week vrijaf gekregen. Dat deed ontzettend veel deugd. Ik kon de klik maken en keerde bevrijd terug, ik vond bij de U-18 opnieuw het plezier terug.”

Hoofdstuk 3: de sneltrein

Die bevrijding had Carl Hoefkens ook gemerkt: de nieuwe coach nam Spileers vorige zomer meteen bij de A-kern. “Daar stond ik plots tussen al die grote mannen. Ik dacht: ik zit hier tussen terwijl ik nog niets bewezen heb. Ik sta doorgaans vrij zorgeloos in het leven, maar dat was vorig seizoen een hele periode weg. Nu heb ik elke dag een brede glimlach op mijn gezicht.” (lacht)

Het mooiste moest nog komen. Plots dook Spileers, toen amper 17, thuis tegen Mechelen (3-0) en in Westerlo (0-2) in de basis op. Dat debuut tegen Mechelen: hij was er stóm verbaasd over. Dat verhaal is bekend: hij moest op vrijdag niet mee met NXT naar Virton en moest ’s anderendaags anderhalf uur treinen van Ronse naar Westkapelle. Taxi Mama stond in de garage en de papa had zijn auto nodig om zelf naar de match te komen kijken. (grijnst) “Dan heb ik op de trein maar naar een paar afleveringen van The Blacklist op Netflix gekeken. Zonder veel stress aanvankelijk, tot ik in het Jan Breydelstadion stond. Eenmaal in de spelerstunnel ging mijn tikker écht hevig te keer. Niet uit schrik iets verkeerds te doen maar ik wilde mijn moment pakken. Met twee handen. (grijnst) Ik zie nog die beelden van voor de match, allen netjes op een rij. Simon en Brandon, geloof ik, ontspannen aan het babbelen maar ik had een heel verkrampt gezicht. Maar eenmaal de match begon, verdween dat snel.”

Na Westerlo verdween hij evenwel uit Hoefkens’ selecties en onder diens opvolger Scott Parker leek de jonge verdediger al helemaal uitgerangeerd: niet één selectie. Zonder één woord uitleg. (zucht) “Tja… Ook zonder één bemoedigend woordje.”

Hoofdstuk 4: het juiste moment

En toen volgde Rik De Mil Scott Parker op. De ex-coach van NXT dropte tegen Standard Spileers meteen in de basis, waar hij ook bleef staan. Waar hij als 18-jarige na zes wedstrijden – 13 op 18 en maar één tegengoal – achterin staat te voetballen met een flair van: wie doet mij nog wat? Een merkwaardig verhaal, toch?

Hij blijft er opvallend nuchter bij. “Je moet ook wat geluk hebben. Op het juiste moment de juiste trainer. Maar ik sta nog nergens, ik moet blijven bevestigen. Ik leer nog elke match bij. Positiespel, kleine technische dingen, een voorzet anders beoordelen… Dit is sowieso een beetje een droom, maar veel verder denk ik nog niet. (denkt na) Ik lig hier ook nog tot 2025 onder contract. Al begrijp ik ook Arne wel (Engels, ruilde in januari Club NXT voor Augsburg, red.). Hij vond dat hij hier net als Ibe Hautekiet (koos in januari voor Standard, red.) niet echt kansen kreeg. Ik volg zijn matchen en vind het dan ook straf dat Arne daar bijvoorbeeld staat te voetballen tegen ploegen als Bayern München. Maar ik heb zelfs vorig seizoen nooit overwogen om van ploeg te veranderen. Er was alleen mentaal wat werk aan.”

“Nu vormen we één team, daarvoor zat iedereen zo’n beetje in zijn eigen cocon”

Dat lijkt alvast achter de rug. Spileers is klaar voor nog minstens vijftien jaar topvoetbal, waar het hem ook brengt. Maar, ook die nuchterheid mag verbazen: hij weet nog steeds niet of hij daar wel naar uitkijkt. (na lang nadenken) “Ja en neen… Ja, omdat het altijd mijn ambitie is geweest. Maar er zijn ook nadelen aan verbonden. Weinig of geen privacy meer, hé. Dat merk ik nu al op restaurant of op de trein. Meer tussen Gent en Ronse dan tussen Brugge en Gent. Ook eens op stap gaan op de Eiermarkt in Brugge is er niet meer bij. Het vraagt toch veel opofferingen. Oké, we verdienen veel geld maar ik hoef niet al te veel luxe. Ik trek hooguit eens de stad in om wat te shoppen. En na de competitie ga ik met mijn vriendin Lindsay wel op reis maar dat wordt ook geen vijfsterrenhotel op de Seychellen hoor. Ook een chique auto zegt mij niet veel.”

Hij heeft zelfs nog géén auto. Want nog geen rijbewijs. (blaast) “Daar ben ik mee bezig. Het wordt tijd, zeker? Niet eens zozeer voor mezelf maar voor mijn ouders, ze hebben al zoveel kilometers voor mij moeten rijden.”

Eigenlijk neemt hij het leven makkelijk op. Ook op school. (blaast opnieuw) “Topsportschool, voorlaatste middelbaar… Niet geestig hoor, na de training nog moeten leren. Maar het moet gebeuren, Club kijkt daar ook op toe. Ik zou toch een diploma moeten halen, je weet nooit wat er nog kan gebeuren. Allez, vooral mijn ouders benadrukken dat.”

Wat vriendin Lindsay betreft: de twee kennen elkaar al een tijdje. Ze maakten kennis met elkaar via TikTok. “Ik had een filmpje van haar gezien en we chatten eens. Over voetbal. Ze is van Opwijk maar was al een supporter van Club Brugge. Zo hebben we een keer afgesproken en is het aan geraakt. Dat was in mijn moeilijke periode vorig jaar, ik had toen veel aan haar. Ik weet ook zeker dat Lindsay mij nu, als ik zou gaan zweven, ook snel met de voetjes op de grond krijgt. Ze studeert nog, voor kinderverzorgster in Aalst, maar ze komt vaak in de weekends naar Brugge waar ik op kot zit.”

Epiloog: play-off 1!

Tot vorige zondag leek het dus alsof Spileers in zijn jaar van de grote doorbraak naast de Champions’ play-offs zou grijpen, misschien zelfs naast een Europees ticket. Maar onder De Mil lijkt Club weer helemaal Club geworden. De Mils grootste verdienste volgens Spileers: van de vele eilandjes één groot eiland gemaakt. “Nu vormen we écht één team, daarvoor zat iedereen zo’n beetje in zijn eigen cocon. Dat had ook te maken met een gebrek aan communicatie en duidelijkheid. De coach heeft veel uitgeklaard.”

En nu? Stel, stel dat dat losgeslagen Club straks door play-off 1 stoomt. Dan toch maar doorgaan met De Mil als hoofdcoach? Het lijkt logisch dat Spileers daar maar wat blij om zou zijn weinig kans dat de nieuwe coach ook zo nadrukkelijk kiest voor de eigen jeugd. Hij maakt zich ook daar niet veel zorgen in: “Tja, wie volgend jaar ook de hoofdcoach wordt: het enige wat ik moet doen is mij blijven tonen, op training en in de wedstrijden. Ik denk nog niet veel verder, al zeker niet aan het buitenland. Waarom zou ik niet zoals Brandon een hele carrière bij Club blijven? Ik zit hier goed.”