Japanse laatbloeier Tatsuhiro Sakamoto aardt uitstekend in Oostende: “Zo vaak frieten? En drié bollen ijs?”

Tatsuhiro Sakamoto voelt zich opperbest aan onze kust. “Ik hou van de sfeer hier.” (foto Kris Van Exel) © Kris Van Exel
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Wintertransfer Tatsuhiro Sakamoto (25), Japanse huurling in de degradatiestrijd, is bij KV Oostende op korte tijd een publiekslieveling geworden. Lang sukkelde hij met een gebrek aan zelfvertrouwen, maar de laatste jaren is zijn carrière de hoogte ingeschoten. “Mijn droom om profvoetballer te worden, had ik eigenlijk al opgegeven.” Het verhaal van Tatsu uit Tokio. “Mijn moeder wou dat ik rugby speelde om sterker te worden.”

Je hoefde na zijn komst naar De Schorre begin januari niet lang naar de training te kijken om het te zien: die jongen kan sjotten. Maar toch waren er links en rechts twijfels te horen: gaan ze een jongetje van 1 meter 70 en 65 kilo in de Jupiler Pro League niet over de omheining stampen?

En: waarom een Japanner huren, een speler die uit een totaal andere cultuur komt en alleen Japans spreekt? Tegen dat hij aangepast is en begint te renderen, is het seizoen, en de degradatiestrijd, al lang voorbij toch? Bovendien: hij is een winger en (toenmalig coach) Alexander Blessin speelt doorgaans niet met wingers, maar met wingbacks die de hele flank moeten bestrijken.

Meerwaarde

Tatsuhiro Tatsu Sakamoto (25) beantwoordde al die vragen met de voeten en intussen weet iederéén het: hij is wel degelijk een wintertransfer met een directe meerwaarde voor KV Oostende, met zijn beweeglijkheid, zijn snelheid, zijn vaardige voeten en zijn gedrevenheid. Zes keer kwam hij al aan de aftrap en of dat nu op de rechterflank, de linkerkant of in de centrale as was, onder Blessin of zijn opvolger Yves Vanderhaeghe, voor of na zijn coronabesmetting: telkens bleef hij tot het laatste fluitsignaal op het veld.

Maar het klopt: communiceren met Tatsu is heel moeilijk. Hij spreekt inderdaad amper een woord Engels, zoals zowat alle Japanners die in Europa komen voetballen. Dat blijkt wanneer we hem proberen duidelijk te maken dat hij af en toe doet denken aan Junya Ito, de Japanse international en rechterwinger van Genk.

Hij: “Ito?”

Wij: “Yes. You know him?

Hij: “Yes, yes.”

Wij: “He is fast.”

Hij: “Yes, very fast.”

Wij: “You are also very fast.”

Hij: “Ito very, very fast.”

Hij lacht, slaat zijn ogen neer en het gesprek is ten einde. Gelukkig is met Shoyo Hasumi zijn Japanse vertaler in de buurt.

Vertrouwen

Pas sinds kort woont Sakamoto op een appartement in het centrum van Oostende. Tot dan verbleef hij in Hotel Ter Streep. Zijn vrouw en dochtertje van vijf maanden zijn wel nog altijd niet bij hem. Wat opmerkelijk is, want de vrouw van Tsuyoshi Watanabe, een Japanse wintertransfer van KV Kortrijk, is enkele weken geleden al aangekomen.

Shoyo: “Dat komt door het covidgevaar.”

Bij zijn aankomst werd meteen de hulp ingeroepen van Rudy Benthein, een Oostendenaar die zes jaar jeugdcoach en leraar Engels was in Japan en gehuwd is met een Japanse. Tatsu volgt ondertussen taalles.

Tatsu: “Difficult.” (lacht)

Shoyo: “Het zal tijd vergen natuurlijk. Daarom adviseren wij Japanse spelers met de ambitie om naar Europa te komen om vooraf onlinelessen te volgen.”

Tatsu was ermee begonnen, zegt hij, maar zijn carrière nam hem in snelheid.

Zelfvertrouwen

Tatsu: “Op een bepaald moment had ik eigenlijk zelfs al de droom opgegeven om profvoetballer te worden.”

Shoyo: “Tatsu had vroeger niet zoveel zelfvertrouwen.”

Tatsu: “Mijn eerste sport was rugby. Mijn moeder wou dat ik het deed om sterker te worden. Maar ik voetbalde liever. Ik wou profvoetballer worden, maar toen ik bij de U15 van FC Tokio niet doorstroomde naar de U18, dacht ik dat het voorbij was. Daarna ben ik naar de Maebashi Ikuei High School geweest en daar voetbalde ik drie jaar in het schoolteam, een van de sterkste in Japan.”

Shoyo: “Je moet echt potentieel bezitten om daar te kunnen spelen hoor. Maebashi Ikuei is de hogeschool waaruit het grootste aantal profvoetballers in Japan komt. Dus ook daar maak je nog kans om prof te worden, maar dat was niet de manier waarop Tatsu dacht.”

Tatsu: “Enkele ploegmaats kregen in het laatste jaar een aanbieding van een profclub, maar ik niet. Toen ben ik universiteitsvoetbal gaan spelen, bij Toyo University, en via contacten van mijn coach daar kreeg ik bij de bescheiden tweedeklasser Montedio Yamagata toch nog een kans in het profvoetbal. Maar mijn eerste oefenwedstrijd daar was slecht. Ik miste vertrouwen en kon mijn kwaliteiten niet tonen. Toen is het keerpunt gekomen. Ik voelde aan dat ik het zo niet zou redden. Ik was op het punt van alles of niets gekomen en dat zorgde voor de klik die nodig was om bevrijd te kunnen spelen en mijn volledige potentieel te kunnen aanboren.”

Nationale ploeg

Het vervolg mocht er zijn. In de J2 League met Montedio Yamagata: 7 goals en 4 assists in 44 wedstrijden; en met de eersteklasser Cerezo Osaka: 10 goals en 15 assists in 81 wedstrijden. Vorige zomer debuteerde hij zelfs voor de nationale ploeg!

Op een bepaald moment had ik eigenlijk al de droom opgegeven om profvoetballer te worden

Tatsu: “Daar zag ik dat spelers die in het buitenland speelden meer zelfvertrouwen hadden en toen besliste ik dat ik voor mijn eigen ontwikkeling zelf ook naar het buitenland wou.”

Frieten

Hij straalt het uit, op en naast het veld, en niet alleen voor de camera: hij voelt zich prima in zijn vel in Oostende.

Tatsu: “Ja, dat is waar. Ik hou ook van de sfeer hier aan de kust.”

Wat is in het dagelijks leven het grootste verschil?

Tatsu: “De voeding.”

Shoyo: “De voedingscultuur is totaal anders. Voor sommige spelers is dat heel moeilijk, maar Tatsu kan het aanvaarden. Nu hij op een appartement woont en zelf boodschappen kan doen en iets kan klaarmaken, is het beter.”

Wat was de grootste ‘food shock’?

Tatsu: “Dat hier zo veel en zo vaak frieten worden gegeten.”

Shoyo: “In Japan kan je ook wel frieten eten, bij McDonald’s, maar bij ons wordt dat niet bij de gezonde voeding gerekend.”

Tatsu: “En de desserts!” (lacht) Elk drie grote bollen ijs! Terwijl je denkt dat één bolletje toch volstaat als dessert?”

Wat vergt op het veld de grootste aanpassing?

Tatsu: “De intensiteit. Er wordt sneller, directer gespeeld en er zijn meer en steviger fysieke duels.”

Wordt er op dezelfde manier getraind?

Tatsu: “Neen, het grootste verschil is dat er hier enorm veel op een snelle omschakeling wordt getraind.”

Is het leven in de kleedkamer anders?

Tatsu: “Ja. Bij ons zijn er ook wel altijd een paar die wat luidruchtiger zijn, maar hier is iederéén luidruchtig.” (lacht)

Qatar

Tatsu ging in Brussel al eens eten met Koji Miyoshi van Antwerp en Shinji Kagawa van STVV. Het was de eerste keer dat Tatsu ex-Manchester United-ster en 97-voudig Japans international Kagawa ontmoette.

Tatsu: “Kagawa is altijd mijn grote idool geweest en toen ik voor hem stond, kon ik van de emotie geen woord uitbrengen.” (lacht)

Vorige zaterdag stonden ze in de Diaz Arena voor het eerst op het veld tegenover elkaar en het was Sakamoto die door Sporza als man of the match werd aangeduid. De bondscoach en zijn staf volgen zijn prestaties in Europa. Japan, 23ste op de FIFA-ranglijst, is goed op weg om zich te plaatsen voor het WK in Qatar eind dit jaar, dus misschien haalt hij wel de WK-selectie.

Tatsu: “Ja, dat kan. Maar dat hangt af van mijn prestaties bij KV Oostende, dus gaat al mijn aandacht en al mijn energie hier naartoe. We zullen zien wat de toekomst nog brengt.”

(CV)