“Dit is mijn moeilijkste opdracht ooit”: Yves Vanderhaeghe blijft geloven in loodzware overlevingsstrijd van KV Kortrijk

Yves Vanderhaeghe wil een mentaliteitswijziging bij zijn spelers zien: “Elke morzel grond moet van ons zijn om resultaat te kunnen halen.” © BRUNO FAHY BELGA
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Ai, ai, ai, KV Kortrijk. Na het hoopgevende punt op Club Brugge een deprimerende nederlaag op eigen veld in het degradatieduel tegen Westerlo. Sinds de trainerswissel pakten de Kerels maar 2 op 18 en ziet hun positie in de rangschikking er almaar bedenkelijker uit. Yves Vanderhaeghe houdt er de moed in. “Er zijn nog 36 punten te verdienen!”

Het was van moeten zondag, in het degradatieduel tegen Westerlo, en lang zag het er goed uit: 1-0 voor en de bezoekers met een man minder. Maar toch ging het nog helemaal verkeerd. “Het is zoals Ilaimaharitra het verwoordde: we gaven het zelf weg”, aldus een ontgoochelde Yves Vanderhaeghe maandagochtend. “We hadden alles onder controle, stonden goed georganiseerd, maar de laatste 25 minuten beginnen we – met een man meer nog wel – plots uit de organisatie te lopen, te dribbelen en balverlies te lijden. We maakten zware defensieve fouten. Bij 1-1 komen we alleen voor de keeper, maar wordt die kans gemist, en dan wordt Kadri door zijn eigen schuld ook nog uitgesloten. Alle factoren opgestapeld was het weer te veel.”

Het is een enorme domper, na het gelijkspel op Club Brugge, moet hij toegeven. “Ik ben hier snel met de neus op de feiten gedrukt”, zucht hij. “Toen ik tekende heb ik al gezegd: we gaan ons serieus moeten versterken om een kans te maken op het behoud. Want je zag wel dat het niet de juiste kant uitging, dat de balans in de ploeg niet altijd goed was, dat er weinig werd gescoord, dat er te veel doelpunten werden gepakt en dat de ploeg mentaal kwetsbaar was. Met de versterking die er intussen is en met een aantal jongens die terug zijn uit blessure moeten we gewapend zijn om weerbaarder te zijn. Zeker eens Fujii en Tsunoda fit zijn, want dat zijn twee hele goeie verdedigers – jongens naar wie elke Belgische club mag kijken. Ik weet dat ik een collectief kan creëren, een echte ploeg kan vormen, maar zeker in zo’n alarmfase moet dat natuurlijk ondersteund worden door voldoende métier en kwaliteit.”

We zijn intussen wel al 24 wedstrijden ver.

“Ja. Had ik liever na Nieuwjaar meteen kunnen starten met al deze jongens? Ja. Hadden we dan al enkele punten meer gehad? Dat kan. Ben ik gefrustreerd dat we nog geen enkele wedstrijd wonnen? Ja ,iedereen kent mijn winnaasmentaliteit. Maar ik ben een coach die werkt met de middelen die hij krijgt. Toen we naar Club Brugge trokken met maar één verdediger, dacht ik: wat gaat dat worden? Maar je ziet dat een wedstrijd toch altijd gespeeld moet worden. Feit is wel dat we nog altijd op zoek zijn naar stabiliteit achterin. De sleutel moet op de deur. Dat is mijn grootste zorg. Tot nu toe konden we nog geen twee keer na elkaar met dezelfde verdediging spelen.”

Er wordt meer opgebouwd van achteraan uit dan onder je voorganger Freyr Alexandersson, maar tegen Westerlo gebeurde dat vaak slordig.

“Van achteraan snel de spitsen aanspelen en daar de tweede bal proberen te winnen, blijft belangrijk als je onder druk staat, om geen onnodige risico’s te nemen. Maar, inderdaad, de eerste training die ik hier gaf, was gericht op de opbouw van achteraan uit om de opties om de voetballende oplossing te vinden te vergroten. Zelfs op Club Brugge zag ik enkele mooie, vanuit de verdediging opgebouwde combinaties die het gevolg waren van patronen waarop we getraind hadden. Maar tegen Westerlo hadden we op het al wat aangevroren veld soms moeite met de passing.”

De club haalde in de voorbije wintertransferperiode liefst elf nieuwe spelers: Dermane, Tsunoda, Ilic, Guèye, Kostons, Diop, Fofana, Duverne, Ndjeungoue, Czubak, Ilaimaharitra. Wat is hun meerwaarde?

“Enkelen van hen zijn vooral gehaald met het oog op volgend seizoen, zoals Diop, Fofana en Ndjeungoue. Maar Duverne is een centrale verdediger met veel ervaring in de Ligue 1. Dermane en Ilaimaharitra vergroten het voetballend vermogen op het middenveld. Czubak toonde op training al dat hij een spits is die goed is op centers. En Kostons liet in een halfuur tegen Westerlo zien dat hij een aanwinst is. Jammer dat hij uitviel. Het is een ‘tien’ met heel veel loopvermogen, die ook diep loopt en eenvoudig speelt. Terwijl ik zondag in een aantal jongens ontgoocheld was omdat ze op zo’n veld de dribbel zochten in plaats van de vrije man.”

Hoe pak je zo’n alarmfase op mentaal vlak aan?

“Het geloof is superbelangrijk en dat probeer ik dag na dag te versterken. Door op training goeie acties te maken. Door heel specifiek te trainen op afwerking. Door positieve ondersteuning. Door er een successfeer in te krijgen. Door er af en toe wat fun in te steken ook. Ik ben al heel mijn leven iemand die mensen weet te motiveren. Ook de kwaliteitsinjectie en de toegenomen concurrentie zorgt voor meer scherpte.”

“Wie zegt dat we tegen de degradatie-play-offs niet de inhoud zullen hebben om een reeks neer te zetten?”

Je benadrukte al enkele keren dat iedereen tot het uiterste moet gaan. Was dat besef er dan niet?

“Ik had de indruk dat sommige jongens al tevreden waren dat ze op het veld stonden. Dat ze een matchke konden spelen, af en toe de bal hadden en een keer iets moois konden doen. Zo met een attitude van: Het was toch mooi gedaan van mij, alleen jammer dat dat passke net te hard of te zacht was. Of: Ik kon wel in duel zijn gegaan, maar ik ben blij dat ik het niet gedaan heb, want wellicht ging ik mij pijn gedaan hebben. Zo zal het natuurlijk niet gaan. Elke morzel grond moet van ons zijn om resultaat te kunnen halen. Die mentaliteit probeer ik erin te krijgen.”

Wat vind je van jullie concurrenten in de degradatiestrijd?

“Vorig seizoen waren er meer ploegen die heel kwetsbaar waren én lieten Eupen en RWDM het in de play-downs afweten. Nu telt Beerschot wel zes punten minder dan wij, maar voor de rest vind ik niet dat er nog veel zwakke broertjes tussen zitten. Ik verwacht dus niet dat we in de degradatiestrijd veel cadeaus zullen krijgen.”

Je vroeg de club jouw vertrouwde assistent Gino Caen, maar kreeg hem niet. Hoe komt dat?

“Dat weet ik niet. Ik heb wel een hele goeie relatie met Francky Vandendriessche, die ik ken van bij de nationale ploeg en die ik bij AA Gent als keeperstrainer meemaakte; én ik heb ook een klik met Joseph Akpala, die ik bij KV Oostende nog trainde en die een crème van een jongen is. Maar Gino heeft een ongelofelijke bagage. Een van de dingen waar hij een crack in is, is het in elkaar steken en het aansturen van pasvormen om de zones waar de zwaktes van de tegenstander liggen aan te vallen. In de situatie waarin we zitten, hadden we hem heel goed kunnen gebruiken.”

Bij je aanstelling noemde je dit een kans om KV Kortrijk én jezelf weer op de kaart te zetten. Hoe groot is de druk op jou?

“Garanties met het oog op volgend seizoen kreeg ik niet, maar ik ben vooral heel blij dat ik na een jaar thuiszitten weer aan het werk ben. Ik wil hier hoe dan ook een goede indruk nalaten en ik weet wat ik er elke dag voor doe. Er zijn er die beweren dat de twee rechtstreekse zakkers al gekend zijn, maar er zijn nog 12 wedstrijden en dus nog 36 punten te verdienen. Dan kun je moeilijk zeggen dat het niet meer mogelijk is. We moeten er allemaal in geloven. Als je bij de laatste vier zit, weet je dat je niet bij de beste ploegen bent. De groep is nog niet gevormd, er zitten redelijk veel nieuwe jongens bij die nog moeten ondervinden wat ze aan elkaar hebben. Maar wie zegt dat we tegen de degradatie-play-offs niet de inhoud zullen hebben om onze concurrenten te kloppen en een reeks neer te zetten? Al is het een feit dat we ons niet veel fouten meer kunnen permitteren.”

Zondag komt Union op bezoek.

“Dan weet je dat het alle hens aan dek wordt. Tegen dan krijg ik iedereen wel weer scherp en heb ik een nieuw plan klaar.”

Is dit de zwaarste reddingsoperatie uit je carrière?

“Ja, dit is mijn moeilijkste opdracht ooit. Cercle was ook niet gemakkelijk, maar daar stond er wel al een ploeg.”

Je wil geen degradatie op je cv, zei je al vaker. Wat als het toch gebeurt?

“Dat zou heel jammer zijn. Maar moet ik dan de schuld op mij nemen voor alles wat er dit seizoen is gebeurd? Ik denk dat iedereen wel beseft dat deze club al twee jaar op zoek is naar stabiliteit. Dat het niet meer is zoals in de tijd van Georges Leekens, Hein Vanhaezebrouck en mijn vorige passages, toen we vanaf speeldag 1 een stevige ploeg hadden. Ik probeer zo goed mogelijk te roeien met de riemen die ik ter beschikking krijg. Op mijn 55ste heb ik alleszins nog te veel drive om hierna het voetbalhoofdstuk al af te sluiten.”

KV Kortrijk – Union, zondag 9 februari om 16 uur.

Partner Content