Siebe Schrijvers (24) keert zondag met Club Brugge terug naar Racing Genk, de Limburgse club waar hij acht jaar geleden debuteerde en twee seizoenen geleden vertrok wegens nog altijd geen perspectief om vaste basisspeler te worden. Maar ook bij de landskampioen blijft het wachten op zijn definitieve doorbraak. “Te veel ideale schoonzoon, te braaf”, klinkt het.
Zijn debuut in het eerste elftal van Racing Genk maakte Siebe Schrijvers al drie dagen voor zijn zestiende verjaardag, in de galawedstrijd tegen PSV op 15 juli 2012. Acht jaar later is het toptalent nog altijd niet definitief doorgebroken aan de top. Toch worden zijn kwaliteiten nog altijd alom geprezen. Zijn balgevoel, zijn spelinzicht, zijn positiespel, zijn afwerking, zijn professionalisme, zijn loopvermogen en zijn werk in dienst van de ploeg. Kortom: een voetballer pur sang én een modelprof. Maar waarom stellen coaches hem dan niet méér op? Hij is frêle, met zijn 68 kilo voor 1 meter 80, maar staan er bij Club Brugge al niet genoeg spierbundels in de ploeg?
Ook dit seizoen ging voor Schrijvers van start in de dug-out. Na twee 1-0-nederlagen, in de bekerfinale tegen Antwerp en in de competitie tegen Charleroi, verscheen hij in Eupen voor het eerst aan de aftrap. Met hem in steun van targetspits Youssouph Badji won Club voor het eerst én overtuigend: 0-4. En weer waren er in de media die verzuchtingen: toch zonde dat die jongen zo vaak op de bank moet zitten, waarom krijgt hij zo weinig krediet? Tegen Beerschot mocht hij opnieuw starten, maar voor de derde keer in vier officiële wedstrijden kon Club niet scoren: 0-1. De vraag is: staat Schrijvers zondag in Genk nog in de ploeg of verdwijnt hij alweer naar de dug-out?
Parameters
“In een topclub zijn er een aantal kenmerken die je je als speler moet toe-eigenen om vaste waarde te kunnen worden”, zegt Thomas Buffel, die bij Racing Genk vijf jaar ploegmaat was van Schrijvers. “Eén ervan is efficiëntie en regelmaat, erg betrokken zijn bij de doelpunten: als je minstens om de twee weken scoort en/of een assist levert, maak je je onmisbaar. Een ander kenmerk is de fysieke kwaliteiten kunnen leveren die de ploeg nodig heeft. Dat Siebe qua duelkracht iets minder sterk is, kan ervoor zorgen dat een coach een andere keuze maakt. Ook qua leiderschap is Siebe iets minder aanwezig dan sommige anderen.”
(lees verder onder de foto)
“Het is op basis van die parameters dat een coach oordeelt of je wel of niet onmisbaar bent. Hoe hoger je daarop scoort, hoe beter. Ik denk dat daar een beetje het schoentje knelt voor Siebe. Verliest een ploeg een paar keer, dan gaat een coach kijken wat hij op dat moment het best kan gebruiken in zijn elftal en vaak zijn het dan de fysieke en de mentale parameters die de doorslag geven. Misschien verkiest hij dan iemand die de mouwen opstroopt en er af en toe één onderuit schopt, iemand die zich op die manier laat gelden en ploegmaats meesleurt. Het moet niet altijd mooi zijn. Maar Siebe heeft zeker zijn plaats bij een topclub.”
Posities
Bij Genk speelde Schrijvers op 9, op 10, op 8, op 7 en op 11. Al die jaren zochten ze er een plaats voor hem, in de spits of op het middenveld, centraal of op de flank. Tevergeefs. “Het gaat in een ploeg om wat je je toe-eigent, om wat je afdwingt en om erin te staan wanneer er een reeks wordt neergezet “, zegt Buffel. “Een centrale rol als schaduwspits, zoals nu, is hem op het lijf geschreven, achter een diepe spits die hem in stelling brengt. Siebe is snel genoeg, beschikt over een groot loopvermogen, voelt waar de ruimte ligt en is daardoor moeilijk te verdedigen. Maar zijn statistieken zijn momenteel zijn werkpunt. En hij moet zichzelf de tijd geven om wat meer een leidersfiguur te worden en anderen mee aan te sturen.”
(lees verder onder de foto)
Zijn hoogste rendement haalde hij onder Ivan Leko. Ook toen stond hij niet vast in de basis, maar hij scoorde wel twaalf keer. In steun van diepe spits Wesley leerde hij dat seizoen minder naar de bal toe te spelen en de ruimte dieper op te zoeken. “Siebe is iemand die graag de bal voelt, een combinatievoetballer die geneigd was zich te laten afzakken om aanspeelbaar te zijn, maar nu duikt hij al hoger in het veld de ruimte in en komt hij vaker in de zestien meter”, zegt Rudi Cossey, die toen bij Club assistent was van Leko en dat nu is bij Antwerp.
Siebe moet zeker niet panikeren. Als hij regelmatig speelt, kan hij zich bij Club blijven ontwikkelen (Thomas Buffel)
“Hij moet wel nog leren harder te zijn, zich meteen te herpakken na een ontgoocheling, op training en in de wedstrijd elke keer weer elke minuut het beste van zichzelf te geven en te tonen dat hij de beste is. Siebe kan fantastisch goed voetballen, maar in een topclub met moordende concurrentie is regelmaat ontzettend belangrijk. Dat hij nog niet optimaal rendeert, is grotendeels een kwestie van vertrouwen. Hij moet rond zich voelen dat iedereen in hem gelooft. Hij is een schitterende jongen, de ideale schoonzoon, maar in voetbal moet je je mannetje staan en misschien ontbreekt dat nietsontziend karakter bij hem een beetje. Hij is nog altijd te braaf. Maar dat iedereen toch telkens weer naar hem teruggrijpt, bewijst dat iedereen heel veel potentieel in hem ziet.”
Toekomst
De meeste spelvreugde beleefde Schrijvers tijdens zijn uitleenbeurt aan Waasland-Beveren in 2016. Hij stond er vast in de ploeg, was er belangrijk en liet er veel moois zien. Je vraagt je af: zou hij met zijn profiel niet gelukkiger zijn bij een club als pakweg KV Mechelen dan bij een topclub telkens weer ontgoochelingen te moeten verbijten? “Op een gegeven moment zal hij de keuze moeten maken: ben ik tevreden met de speeltijd die ik krijg, kan ik mijn uiterste best blijven doen?”, zegt Buffel. “Hij is nu 24 en moet zeker niet panikeren. Als hij regelmatig speelt, kan hij zich bij Club blijven ontwikkelen. Club zijnde zou ik hem zeker niet snel wegdoen. Hij is wel geen basisspeler, maar leunt er dicht tegenaan en is op zijn manier belangrijk.”
Wat je je ook afvraagt, is: is hij geen speler voor de Nederlandse competitie? “Daar zou hij nog beter tot zijn recht komen”, zegt Cossey. “In België is het sowieso al niet gemakkelijk en bij Club speel je ook nog eens elke week tegen een versterkte burcht. Maar mochten ze hem in Brugge laten gaan, dan mag hij altijd naar Antwerp komen. Ik denk niet dat Ivan zou twijfelen om hem te proberen naar hier te halen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier