‘Goudklompje’ Emmanuel Dennis scoorde nog maar één keer: “Hij moet zijn talent beter gebruiken”

Emmuanuel Dennis, hier in duel met Axel Witsel, kon dit seizoen - zijn vierde bij Club Brugge - nog maar één keer scoren. (foto Belga) © belga
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Al twee jaar zoekt Emmanuel Dennis (22) een nieuwe uitdaging, het liefst in de Premier League, en Club wil minstens 20 miljoen euro voor hem krijgen. Maar dit seizoen, zijn vierde al in Brugge, moet de flamboyante Nigeriaanse aanvaller na elf speeldagen zijn eerste doelpunt in de Belgische competitie nog maken. Tot nu toe scoorde hij alleen in de Champions League. Eén keer.

Tegen Zenit Sint-Peterburg (1-2) maakte hij het eerste doelpunt, tegen Lazio Roma (1-1) en Borussia Dortmund (0-3) kwam hij niet tot scoren. De Champions League is het podium waarop Emmanuel Dennis, volgende week 23, wil tonen dat hij klaar is voor een grotere competitie.

Dit is intussen zijn vierde seizoen bij Club, maar, merkwaardig: met twaalf doelpunten was zijn eerste het beste. In het tweede maakte hij er vijf, in het derde negen en nu nog maar één. Hij moet regelmatiger worden, zei zijn coach onlangs nog. Dat zei zijn vorige coach ook al. Na een sterk eerste jaar in Brugge ging het helemaal fout. Ivan Leko ging toen de confrontatie met hem aan, maar tevergeefs.

“In het begin was hij scherp, nuchter en gedreven om zich te bewijzen, maar hij is daarna niet zo goed met de glorie omgegaan”, zegt toenmalig T2 Rudi Cossey. “Hij is zijn eigen weg beginnen te gaan. Hij focuste zich op een transfer, maar die kwam er niet en daar kon hij heel moeilijk mee om. Dennis is heel eigenzinnig, heel wisselvallig, heel moeilijk te kneden en heel moeilijk in patronen te passen. Ik vrees dat hem dat parten speelt. Voor Club is hij een goudklompje, maar hij ontwikkelt zich niet zoals gehoopt. Hij moet begrijpen dat hij zich ten dienste van de ploeg moet stellen en zich aan de afspraken moet houden. Het is niet alleen in Brugge dat coaches hem zullen vragen om hard te werken, ook bij balverlies. Als je dat in een grote competitie nog moet leren, zit je met een groot probleem.”

Soms is hij roekeloos, een ongeleid projectiel, zeg maar, maar zijn kwaliteiten zijn duidelijk: snel, wendbaar, krachtig en kopbalsterk ondanks zijn 1 meter 74. Hij kan flitsen, in zijn dagje is hij moeilijk af te stoppen, maar die dagen zijn veel te zeldzaam. “Soms is hij echt flop. Dat zien scouts ook. Je moet elke wedstrijd presteren. Dat begint met beter te worden door elke training het beste van jezelf te geven. Maar het is heel moeilijk om hem dat bij te brengen.”

Overleven

Dennis verloor vroeg zijn ouders, hij moest als kind al knokken om te overleven. “Dat bezorgde hem de sterke persoonlijkheid en de weerbaarheid die profvoetbal vereist”, weet Cossey. “Hij heeft een wil en weet wat hij wil. Maar in een collectieve sport mag je zoveel willen als je wil, de rest moet meegaan in je verhaal. Je bent afhankelijk van ploegmaats en als je niet veel geeft, zal je ook niet veel krijgen. Je moet ook je kopje gebruiken.”

Dat lijkt moeilijk voor hem. Zijn kracht ligt in Sturm und Drang, niet in spelintelligentie. “Hoe dan ook moet hij veel meer op zijn kwaliteiten gaan spelen, proberen meer diepgang te krijgen in zijn spel en gevaarlijk te zijn in de zestien meter. Hij moet zijn talent beter gebruiken, zijn kwaliteiten onderhouden, zijn hoogste rendement nastreven en zo almaar beter worden.”

Er wordt vaak verwezen naar de twee doelpunten die hij vorig seizoen in Bernabéu maakte, als ultiem bewijs van zijn internationale waarde, maar daar sprak ook slordigheid uit, in aandacht en uitvoering. Bij het eerste springt de bal weg van zijn rechter en duwt hij hem per ongeluk met zijn linker binnen, bij het tweede struikelt hij. “Ik ben geen killer in de box”, zei hij onlangs. “Ik ben geen spits, maar een winger.”

Op de flank of centraal: hij heeft vooral ruimte nodig om zich te kunnen uitleven, zoals in Bernabéu. “Hij moet evolueren in functie van wat er van hem verwacht wordt”, zegt Cossey. “Iedereen ziet zijn potentieel, maar af en toe een paar flitsen volstaat niet voor een club om 20 miljoen neer te tellen. Als hij er alles aan zou doen om zich ten volle te ontwikkelen, stond hij nu al veel verder.”

Rendement

Stan Van den Buijs is een ervaren scout die nu voor Standard werkt en weet wat er in de internationale scouting leeft. “Wat ik van vooral Engelse en Franse scouts hoor, is dat er na zijn eerste jaar bij Club heel veel interesse was”, zegt hij. “Sindsdien maakte hij te weinig progressie in continuïteit. Hij bezit de intrinsieke kwaliteiten van Lacazette (spits van Arsenal, red.), maar die maakte wel al een heel andere carrière. Dennis is jonger, oké. Maar als dit je vierde seizoen bij Club is en je beste de eerste was, is er ook iets anders aan de hand. Hij moet inzien dat clubs al zijn matchen bekijken en spelers met rendement zoeken. Mannen die er altijd staan. Dennis is soms compleet afwezig. Geen enkele Premier League-club zal 20 miljoen neertellen voor een aanvaller van een dominante ploeg die nul goals in de eigen competitie maakte.”

Hij is iemand die snel nood heeft aan een nieuwe omgeving om de scherpte, de nuchterheid en de gedrevenheid om zich te bewijzen van in zijn beginperiode bij Club terug te vinden. “Ja, maar Club wil minstens 20 miljoen voor hem en daarvoor moet je echt al speculeren op een gefortuneerde voorzitter. Zoals die van Rennes, die een bom geld betaalde voor Doku. Dennis moet dringend beseffen dat het tijd is om dingen op te pikken, want dat het anders niks wordt.”

Club is ermee bezig. Maar het blijft een moeilijke oefening, want het wil ook de ontwikkeling van andere jonge spelers niet blokkeren: De Ketelaere, Diatta, enzovoort… Het mikt op de Champions League om Dennis de internationale markt in te prijzen. Hij start er al elke keer – als spits en niet als winger. Terwijl hij in de Jupiler Pro League nog maar vier keer aan de aftrap kwam. Volgende afspraak op 25 november in Dortmund?