Flankaanvaller Tony Soli kan het peper en zout van KRC Harelbeke worden

xx (foto MVA)
Redactie KW

KRC Harelbeke heeft met Tony Soli nog een nieuwe speler aangetrokken. Deze Nederlander met Gambiaanse roots kan zowel op de linker- als rechterflank ingezet worden. “We misten wat peper en zout in de ploeg. Wel, Soli kan ons voetbal wat kruiden”, aldus trainer Bruno Derveaux.

“In het tussenseizoen trokken we Moulaye Sy aan en via hem bood Tony Soli zich spontaan bij ons aan”, legt trainer Bruno Derveaux uit. “Hij was voor mij een totaal onbekende speler. Hij trainde mee in de periode dat we in Otegem op kunstgras onze trainingen afwerkten en zagen onmiddellijk dat hij technisch goed was. Op vlak van conditie stelden we ook vast dat hij de goede ingesteldheid heeft. Hij werkte een beetje achterstand heel snel weg. Daarna speelde hij enkele oefenwedstrijden mee, waarin we zagen dat hij voor het elftal wat extra pigment bracht. Vroeger hadden wij een Vandenheede en een Cremers, maar met het vertrek van die twee boetten we toch wat kwaliteit in. We misten wat peper en zout. Wel, Soli kan ons voetbal wat kruiden. Natuurlijk is er nog wat werk aan zijn looplijnen, maar hij heeft zeker heel veel kwaliteiten, is leergierig en ligt goed in de groep. Bij ons zal hij de kans krijgen die hij in Petegem niet kreeg.”

‘Buurman’ Sy

Tony Soli, een 24-jarige magazijnier uit Gent, doorzwom al enkele (voetbal)watertjes. Hij heeft Gambiaanse roots en een Nederlands paspoort. “Telkens vanuit Gent naar Harelbeke komen”, herhaalt Soli de vraag. “Dat is niet erg, ik woon niet ver van Moulaye Sy, we komen samen op. Sinds mijn 15de voetbal ik in Nederland. Niet in bekende clubs, maar toch wel op een degelijk niveau. Toen ik 22 was, ben ik naar Engeland getrokken. Ik bleef er maar een half jaar, waarna ik naar België kwam. Ik sloot me aan bij Petegem, maar kwam daar niet veel aan de bak. Ik speelde er alleen met de beloften. Ik ben er nu 24, mijn sterkste jaren moeten nog komen. Ik voelde dat de coach mij hier wilde. Dat was voor mij heel belangrijk. Het klikte, ik had direct een goed gevoel bij deze club.”

“Normaal gezien speel ik op de links- of rechtsbuiten. In de aanval dus. Snelheid is één van mijn sterke punten, al moet ik toegeven dat het nog wat tijd vraag om helemaal sterk te worden als je bij een nieuwe ploeg komt. Ik denk dat ik technisch ook wel iets kan, maar ik vind dat moeilijk om dat van mezelf te zeggen, daar zullen anderen wel over oordelen”, lacht Soli.

“In de vakantieperiode trainde ik samen met Moulaye. Hij is omzeggens mijn buurman in Gent. Door hem ben ik naar hier gekomen. Sy is een vriend van de familie. Dat is niet onbelangrijk, je integreert gemakkelijker als je al iemand kent in de club. Ambities? Ik kan dat eigenlijk nog niet zo goed inschatten. Ik speelde in Nederland op het niveau van tweede amateur, maar deze ploeg is goed hoor, er loopt veel jong talent rond. En met Ernest Nfor erbij, dat scheelt ook. We kunnen nog veel van hem leren. Vaak komt hij mij dingen uitleggen, daar heb ik veel aan”, besluit Soli.