Familie Dalle heeft blauw-zwart bloed in de aderen

© PDV
Redactie KW

Dammenaar Luc Dalle was al een hevige Club-supporter toen blauw-zwart nog de kleuren verdedigde in ‘De Klokke’. Straks volgt hij zijn favoriete ploeg naar hun derde stadion in Sint-Pieters. “Club heeft zeker nood aan een nieuw stadion, maar Loppem was een veel betere optie.”

We moeten eerlijk zijn: zelf zijn we geen al te grote voetbalkenner. Gelukkig vonden we in Luc Dalle een uitermate boeiend verteller die met blinkende ogen grasduint in de rijke historie van de club. “Mijn vader was landbouwer en eigenlijk geen grote voetbalfan. Toch wilde hij me eens laten kennismaken met het voetbal en samen met enkele ooms trokken we naar het toenmalige stadion De Klokke langs de Gistelsesteenweg”, vertelt Luc, die om den brode bij de gerechtelijke politie werkt.

“Ik was met moeite tien jaar oud en was direct verkocht. De sfeer was toen nog helemaal anders met al die staanplaatsen vlakbij het veld. Je moest al eens wat duwen en trekken om het veld te zien, maar dat was een deel van de charme. Het was de tijd van Raoul Lambert, Erwin Vandendaele, Johny Thio en wat later ook Birger Jensen. Hier in Damme was en is de aanhang zowat fiftyfifty verdeeld over Club en Cercle. Ik ben een Club-supporter maar heb niets tegen Cercle. Het is jammer dat dit omgekeerd vaak wel het geval is. Ik begrijp die bitterheid niet zo goed en pik met vrienden ook al eens graag een match van Cercle mee.”

Warmte in het voetbal

Luc geeft toe dat ook bij Club Brugge de bedrijfsmatige aanpak de overhand neemt, maar stelt dat er toch ruimte blijft voor sociaal contact met de spelers. “Ik ging eens samen met mijn zoon Thibo naar de training kijken en we maakten er een gemoedelijk praatje met de assistent en enkele topspelers. Er is zeker nog warmte in het voetbal. Eén gebeurtenis zal ik nooit vergeten. Meer dan dertig jaar geleden reed ik met vrienden naar de bekerfinale op de Heizel in Brussel, tegen Beveren. Onderweg kreeg ik af te rekenen met een defecte ‘joint de culasse’ en was ik genoodzaakt de wagen op de pechstrook te zetten. Er waren nog heel wat Club-supporters op weg en toen ze onze clubsjaals zagen stopte de ene na de andere om ons te helpen. We zijn dan meegereden in de wagen van sympathieke supporters en waren dus toch op tijd om de match te volgen in de Heizel. Ik realiseerde me wel dat ik mijn gevarendriehoek was vergeten uit te zetten. Dus ben ik na de wedstrijd nog de autosnelweg overgelopen om die er bij te plaatsen…”

Motortje in de voeten

De meest memorabele wedstrijd vond voor Luc plaats op 9 december 1987 toen Club in de return van de 1/8 finales van de Uefa-beker een 3-0 achterstand moest proberen teniet doen om door te kunnen. “Ik herinner me nog levendig de enorm sterke prestatie van Ronny Rosenthal, hij leek wel een motortje in de voeten te hebben… En natuurlijk ook Jan Ceulemans. In de verlengingen maakten we er met een doelpunt van Franky Van Der Elst en een feilloos omgezette penalty van Leo Van Der Elst 5-0 van en stootte Club door naar de kwartfinale.”

Luc, die zelf als niet onverdienstelijk voetballer tot zijn 34ste op provinciaal niveau speelde én bovendien ook enkele jeugdploegen trainde, geeft ons ook z’n mening over enkele extra-sportieve aspecten, zoals het nieuwe stadion. “Het is duidelijk dat Club Brugge een nieuw stadion nodig heeft als het wil groeien. Ik vind het wel jammer dat het project in Loppem er niet gekomen is”, stelt hij. “Met dat winkelcomplex kon het zelfbedruipend zijn en bovendien was het perfect gelegen aan de autosnelwegen. Een stuk beter toch dan wat men nu lijkt te voorzien aan de Blankenbergsesteenweg.”

(PDV)