Ex-Club Bruggespeler René Eijkelkamp over zijn goede vriend RSCA-coach Fred Rutten

René Eijkelkamp samen Fred Rutten en Guus Hiddink. "Bij PSV vormden we een gouden trio", aldus Eijkelkamp. (foto Hollandse Hoogte) © Hollandse Hoogte / Guus Dubbelman
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Na de knappe zege tegen KRC Genk speelt Club Brugge zondag op Anderlecht al een nieuwe topper. Terwijl blauw-zwart de kloof met de leider verder wil verkleinen, is RSCA nog in volle strijd om play-off 1 verwikkeld. “Hoewel hij een moeilijke start kende, ben ik er honderd procent zeker van dat Fred in Anderlecht zal slagen”, klinkt het bij René Eijkelkamp (54), die twee seizoenen voor Club Brugge speelde, maar ook een uitstekende band met Anderlechtcoach Fred Rutten heeft.

Na furore te hebben gemaakt bij de Noord-Nederlandse ploegen Go Ahead Eagles en FC Groningen werd René Eijkelkamp in 1990 door KV Mechelen naar België gehaald. Hij speelde drie seizoenen Achter de Kazerne om daarna voor twee jaar naar Club Brugge te trekken. Daar scoorde de spits 14 keer in 53 matchen. In ’95 keerde Eijkelkamp terug naar eigen land, waar hij twee seizoenen bij PSV zou spelen om uiteindelijk zijn carrière bij het Duitse Schalke 04 af te sluiten.

Zijn trainerscarrière begon de zesvoudig Nederlands international als assistent bij Go Ahead Eagles, maar na twee seizoenen verkaste hij naar PSV. “Daar was ik assistent van Guus Hiddink en Fred Rutten, die ik nog kende van bij de nationale ploeg en het olympisch elftal. We vormden een gouden trio en zetten mooie resultaten neer, ook Europees. In die periode bouwde ik een bijzonder sterke band op met Fred.”

“De doorsnee Nederlander ligt immers niet wakker van de Belgische eerste klasse”

“Toen Guus naar Chelsea ging, trok ik samen met Fred richting FC Twente, waar Fred in 2008 tot Trainer van het Jaar verkozen werd. Later werkten we nog samen voor Vitesse en Schalke 04, maar toen Fred voor een avontuur in Dubai koos, heb ik toch gepast. Dat was me iets te ver. Of ik nog ambitie heb om ergens trainer te worden? Goh, dat weet ik niet. Ik ben bijna altijd met Fred mee geweest, maar in het buitenland aan de slag gaan, zie ik omwille van mijn makelaarsbedrijf niet meteen zitten. Ergens hoofdtrainer worden, is overigens niets voor mij.”

Youri Mulder

De voormalige spits focust zich nu dus volop op het makelaarsbedrijf dat hij een tiental jaar geleden samen met zijn broer Harold oprichtte. “Onze portefeuille bestaat vooral uit spelers die in Nederland bekend zijn, maar bepaalde jongens zullen ook bij jullie een belletje doen rinkelen. Zo stond Mike te Wierik afgelopen zomer nog nadrukkelijk in de belangstelling van AA Gent, maar FC Groningen wilde hem niet laten gaan. Ook Maikel Kieftenbeld, die met Birmingham in de Championship speelt, is een van onze bekendere namen. Verder begeleiden we ook een tiental trainers, waarvan Youri Mulder bij jullie veruit de bekendste is.”

“Af en toe tonen Belgische ploegen interesse in één van onze spelers, maar voor de rest kom ik nog weinig met jullie competitie in aanraking. Ik heb zeker nog interesse in het Belgische voetbal en volg de uitslagen vanop afstand, maar de wedstrijden kan ik vanuit Nederland jammer genoeg niet bekijken. De doorsnee Nederlander ligt immers niet wakker van de Belgische eerste klasse. Het is ondertussen van midden september geleden dat ik nog eens in jullie land was. Toen was dat voor de Champions Leaguematch tussen Club Brugge en Dortmund. Het was heerlijk om nog eens in Jan Breydel te zijn. De geweldige sfeer bracht me terug in de tijd. Jammer dat ze in de slotfase onverdiend verloren.”

‘Ruudje’ Vormer

Eijkelkamp speelde twee seizoenen in Brugge en heeft nog steeds een band met blauw-zwart. “Af en toe word ik nog eens uitgenodigd, maar van hieruit is het bijna vier uur rijden, dus echt vaak ga ik er niet meer heen. Dat geldt trouwens ook voor mijn andere ex-ploegen, want ook in Schalke en PSV geraak ik niet meer zo vaak. Het is nochtans prachtig om er af en toe nog te komen. Van de huidige kern van Club Brugge ken ik vooral Ruudje Vormer en de andere Nederlanders. Hans Vanaken en Wesley Moraes zijn naar verluidt wekelijks bij de uitblinkers, maar dat zijn spelers die in Nederland slechts vaag een belletje doen rinkelen. De Belgische competitie wordt door Nederlandse clubs nochtans goed in de gaten gehouden om op zoek te gaan naar opportuniteiten op transfervlak. Belgische spelers spreken immers de taal en passen zich vlot aan.”

Ruud Vormer en Hans Vanaken vieren een doelpunt.
Ruud Vormer en Hans Vanaken vieren een doelpunt.© BELGA

Sinds Fred Rutten in januari in als T1 bij Anderlecht werd aangesteld, volgt Eijkelkamp ook de uitslagen van paars-wit van dichterbij. “Het is al een tijdje geleden dat ik Fred nog heb gesproken, maar we appen wel af en toe. In België zal de keuze van Anderlecht voor Rutten misschien als een verrassing onthaald zijn, maar dat was het voor mij absoluut niet. Ik ken zijn werkwijze en die is perfect voor een club in de problemen als Anderlecht. Fred heeft een tweetal jaar in het Midden-Oosten gezeten, maar toen ik hoorde dat Frank Arnesen technisch directeur werd bij Anderlecht, had ik de link met Fred vlug gelegd. Frank werkte immers ook jaren bij PSV. Ik heb hem zelf een tijdje gehad als technisch directeur en ik begrijp zeker waarom hij voor Fred heeft gekozen. Hij weet perfect hoe Fred werkt.”

“Fred Rutten is niet altijd de vrolijkste, maar je krijgt veel van hem terug”

Rutten focust zich in zijn eerste weken bij Anderlecht vooral op het neerpoten van een stevige organisatie. “Ik heb nooit anders geweten, dat hebben we altijd zo gedaan. We leerden het onder Guus Hiddink: je moet er eerst voor zorgen dat de boel er staat en van daaruit kan je voetballen. Fred is een vakman. Hij is altijd eerlijk tegen zijn spelers en daardoor gaan ze voor hem door het vuur. Fred is niet altijd de vrolijkste, want hij eist veel van zijn spelers, maar je krijgt veel van hem terug. Nagenoeg alle spelers die Fred onder zijn hoede had, zullen positief over hem zijn. Dat is een referentie. Hoewel hij een moeilijke start kende, heb ik er trouwens het volste vertrouwen in dat Fred bij Anderlecht zal slagen. Honderd procent zeker. Hij is als geen ander in staat om Anderlecht weer op het rechte pad te krijgen.”

Goal op Anderlecht

Van 1993 tot 1995 speelde Eijkelkamp zelf ook een zevental keer de klassieker tussen aartsrivalen Club Brugge en Anderlecht. Vier keer in de competitie, twee keer voor de Supercup en één keer in de bekerfinale. “Die finale in 1994 verloren we met 2-0, maar ik heb ook klassiekers gewonnen, hoor. Zo scoorde ik later dat jaar tijdens de 1-3-zege op Anderlecht voor de Supercup. De confrontaties met Anderlecht blijven matchen om nooit meer te vergeten. Dat was trouwens ook al tijdens mijn periode bij KV Mechelen zo. Het waren matchen waar veel druk op stond en die al weken op voorhand leefden. Als oud-speler heb ik altijd voor Club Brugge gesupporterd, maar omdat Fred nu coach is bij Anderlecht, ligt dat nu toch een beetje anders”, besluit René Eijkelkamp met een knipoog.

René Eijkelkamp op de spreekwoordelijke rooster

Als je België bezoekt, waar kom je dan het liefst?

“Nou Brugge, hé. (lacht) Tuurlijk, een geweldige stad!”

Je ging in 1990 voor KV Mechelen spelen. Is die aanpassing toen vlot verlopen?

“Absoluut. Samen met mijn gezin ben ik in het centrum van Keerbergen gaan wonen. We hebben ons daar heel snel geïntegreerd. Het feit dat we een bijzonder sterke ploeg hadden, met onder meer Klas Ingesson, Pascal De Wilde – goh, hoe zou het nog met hem zijn? -, Philippe Albert, Marc Wilmots en de broers Versavel, heeft mijn integratie ook bevorderd.”

Na drie jaar koos je voor Club Brugge. Ben je toen in West-Vlaanderen komen wonen?

“We verhuisden naar Zuienkerke, een dorpje tussen Blankenberge en Brugge. Prachtig! Na mijn vertrek in Brugge keerden we er aanvankelijk nog vaak terug, maar dat is met de jaren jammer genoeg verwaterd. Ik ben er al lang niet meer geweest.”

Aan welke Belgische periode bewaar je de mooiste herinneringen?

“Mechelen was speciaal omdat het mijn eerste buitenlandse avontuur was. Mijn zoon is er geboren, dus is Mechelen een stad die ons altijd na aan het hart zal blijven liggen. Maar ook aan mijn periode in de regio rond Brugge heb ik alleen maar goede herinneringen overgehouden. We woonden vlakbij de kust en gingen er vaak heen. Ik heb daar echt van genoten. Bij jullie is het ook wat ‘bourgondischer’ dan in Nederland en dat is me bijzonder goed bevallen.” (lacht)

Heb je nog contact met spelers van toen?

“Weinig. Als we nog eens in België zijn, hoor ik Lorenzo Staelens af en toe. Hugo Broos, Franky Van der Elst en Vital Borkelmans heb ik ook nog eens teruggezien, maar voor de rest zijn die contacten doorheen de tijd wat verwaterd.”

In oktober vorig jaar werd de Belgische voetbalwereld opgeschrikt door Operatie Propere Handen. Heb je dat gevolgd?

“Van dichtbij niet, maar ik weet wel dat het om witwaspraktijken en omkoping gaat en dat er spelersmakelaars bij betrokken zijn.”

Dat is niet goed voor de reputatie van de spelersmakelaars, die hier in België veel kritiek over zich heen krijgen. Merk je dat in Nederland ook?

“Het is dubbel. Soms krijg je te horen dat spelersmakelaars er alleen zijn om geld te verdienen op de kap van de spelers en de clubs, maar een goede makelaar kan ook heel waardevol zijn.”

René Eijelkamp in duel met Graeme Rutjes tijdens Club Brugge-RSC Anderlecht in 1995. (foto a-Belga)
René Eijelkamp in duel met Graeme Rutjes tijdens Club Brugge-RSC Anderlecht in 1995. (foto a-Belga)

Zou een verplicht diploma voor jullie beroep een oplossing kunnen zijn? Nu kan iedereen zich spelersmakelaar noemen.

“Daar zie ik niet meteen een probleem in, zolang je eerlijk je werk doet en de spelers ook écht helpt. En niet alleen als er een transfer zit aan te komen. Ik vind dat je als makelaar verstand van voetbal moet hebben. Het is een groot voordeel als je zelf prof bent geweest. Je moet voelen wat er zich afspeelt in de kleedkamer of hoe jongens zullen reageren bij een wissel. Ik begrijp niet dat sommige spelers zich laten begeleiden door iemand die zelf nooit gevoetbald heeft.”

“Mike te Wierik begeleiden wij bijvoorbeeld al sinds zijn 17de, toen hij bij Heracles begon. Wij hebben heel veel contact met onze jongens en zij ervaren dat als een grote steun. Hetzelfde geldt ook voor trainers, die er in moeilijke tijden vaak alleen voor staan. Ik vind het dan ook niet zo gek dat je een commissie krijgt op een transfersom.”

Je werkt en woont in het kleine Dalfsen in de provincie Overijssel. De meeste Belgen zullen daar nog nooit van gehoord hebben, maar is het een bezoekje waard?

(fel) “Absoluut. Wij wonen aan de rivier de Vecht, waar je heerlijk langs kunt wandelen en fietsen. Ik zou het eens proberen als ik van jullie was. Er zijn alleen niet zo veel cafés als in België.” (lacht)

Als afsluiter: wie wordt kampioen in Nederland?

(resoluut) “PSV!”

En in België?

“Goh, daar durf ik me écht niet over uitspreken.” (lacht)